Geld verdienen met een bos: interview Patrick Jansen van Probos

“Het is gewoon verrekte moeilijk om geld te verdienen met een bos”. Deze week spraken we met Patrick Jansen directeur van Probos over nieuwe verdienmogelijkheden voor de groene sector. We kwamen Patrick Jansen op het spoor naar aanleiding van een bijeenkomst waarin hij zich relativerend uitliet over allerlei nieuwe verdienmogelijkheden voor de bosbouwsector. In het kader van onze eigen zoektocht naar een antwoord op de vraag hoe je het beheer van natuur en groen in Nederland de komende jaren gaat financieren wilden wij hier meer over weten. Zo komen we terecht in de bosbouwsector, een sector waarvoor lange termijn denken de kern is.

Op jullie site staat dat Probos werkt aan de duurzame instandhouding van kwalitatief hoogwaardig bos. Wat is dat dan duurzaam bosbeheer?

Het gaat om de economische belangen, de ecologische belangen en de sociale belangen. Dat klinkt afgezaagd, maar voor de bosbeheerder is dit al jaren de realiteit. Bosbeheer gaat over de lange termijn. 20 jaar is niets in de bosbouw. Het is ook niet zo gek dat in de bosbouw het begrip duurzaamheid (Nachhaltigkeit) 300 jaar geleden al gebruikt werd. Je kunt alleen geld verdienen met een bos als je (maar vooral anderen) in het verleden in het bos geïnvesteerd hebt. Door de juiste bomen te planten, door te dunnen en door regelmatig te snoeien. Dat kost tijd en geld, vooral in de eerste 20 jaar van een bos. Maar de baten uit de houtverkoop liggen ergens ver in de toekomst, die komen pas over 50 of 100 jaar. Mooi dik eikenhout heb je overigens pas na ca. 200 jaar. Zo’n boom levert dan een flink kapitaal op. Bosbouwers zijn dus genoodzaakt om naar die lange termijn te kijken en doen investeringen voor volgende generaties, de kern van duurzaamheid.

In het verleden (100 jaar geleden) was dit overigens wat simpeler, de belangrijkste functie van een bos was hout produceren. Tegenwoordig is ook de ecologische doelstelling belangrijk en wordt het bos gebruikt voor recreatie. Het vraagt heel wat beheer om een bos voor al deze functies geschikt te maken.

Zo zijn bijvoorbeeld veel exotische bomen zoals Amerikaanse eik en de Douglas de afgelopen jaren gerooid. Dit vanuit de overtuiging dat deze niet thuishoren in een natuurlijk bos. Maar, dit zijn wel de bomen die financieel het meeste opleveren. Het economisch belang is de afgelopen jaren ondergeschikt geraakt aan de ecologische doelstellingen en dat is dus niet duurzaam. Komt bij dat de beheerders van bossen ook verwend werden met flinke subsidies waardoor optimalisatie van de houtproductie niet nodig was.

Dus boseigenaren werden slapend rijk?

Nee, dat zeker niet. Er is in Nederland vrijwel geen enkele boseigenaar die winst maakt met een bos. Over het algemeen moet er geld bij of gaat er een hoop eigen tijd in zitten. De meeste eigenaren werken gewoon en bezitten daarnaast een stuk bos. Het beheer van zo’n bos kost geld, maar het levert ook wat op. Maar als eigenaar mag je blij zijn als je quitte speelt. Van een echt bos (en dus niet een landgoed o.i.d.) kan je niet leven.

Een echte ondernemer zou hier onmiddellijk mee stoppen en proberen het bos te verkopen. Je verdient dan in één keer aardig wat geld en bent vervolgens van het gedonder af.

Precies, dat zou een echte ondernemer doen. Maar, bosbouwers zijn geen echte ondernemers. En, dat bedoel ik positief. Het zijn mensen die hart hebben voor hun bos dat vaak al lang in de familie is. Ze zijn trots op het bos en doen hun best daar wat moois van te maken. Geld verdienen met het bos is van ondergeschikt belang. Hoewel bosbouwers in mijn ogen dus geen echte ondernemers hoeven te zijn die streven naar winstmaximalisatie vind ik wel dat ze meer als een ondernemer zouden moeten denken. Ik bedoel dan eigenlijk dat boseigenaren zakelijker te werk moeten gaan.

Noem eens een voorbeeld?

Soms wordt wel eens moeilijk gedaan over bepaalde kosten die gemaakt moeten worden om (in de toekomst) tot een goede houtoogst te komen, bijvoorbeeld snoeien. Dat is arbeidsintensief en dus duur, maar verbetert wel de kwaliteit van het hout. Tegelijkertijd wordt er wel makkelijk geïnvesteerd in zaken die financieel gezien geen enkel rendement hebben zoals bijvoorbeeld poelen, wandelpaden, cultuurhistorie etc. Het is natuurlijk voor veel mensen prachtig dat dit gebeurt, maar zakelijk gezien niet zo slim.

Als je het hebt over zakelijker te werk gaan, denk je dan ook aan allerlei nieuwe verdienmogelijkheden?

Ja en nee. Ik krijg soms een punthoofd van alle aandacht voor verdienmogelijkheden. Elke keer wordt er ook weer een nieuwe term voor bedacht. Profijtbeginsel, verzilvering, groene diensten, vermarkting, nu hebben we het over nieuwe verdienmodellen. Weet je waarom er steeds weer een nieuwe term wordt bedacht? Omdat het in de praktijk gewoon verrekte moeilijk is om op een andere manier geld te verdienen aan een bos. Het is niet zo simpel. En dat komt weer omdat je niet van de ene op de andere dag een nieuwe verdienmogelijkheid op de sector los kan laten. Je hebt te maken met twee partijen, de boseigenaar of beheerder en een andere partij, bijvoorbeeld de horeca, de mountainbikers of de ruitersport. Beide partijen moeten er klaar voor zijn. De meeste horecabedrijven vinden het heel normaal dat ze in of bij een mooi natuurgebied zitten en dat ze daar niets aan meebetalen. Dat ga je echt niet binnen een paar jaar veranderen. Maar, je moet er wel aan werken, het vraagt om een cultuurverandering bij de ondernemers die profiteren van groen en bij de consument. Dat gaat met kleine stapjes. Eén van onze initiatieven was ‘S(up)port for nature’ (www.supportfornature.nl). Het idee is dat je bij sportevenementen in de natuur van alle deelnemers een euro vraagt voor beheer van het terrein. Maar, er hoort ook bij dat je zorgvuldig met het gebied omgaat, een soort gedragscode. Het is helaas niet gelukt om dit door alle boseigenaren en betrokken sportbonden aan te laten nemen, de financiële bijdrage en de zorgplicht is daarom vrijwillig. Maar, dit is een manier om met mensen de discussie over een individuele bijdrage te starten. Je begint bij bijzondere groepen, ruiters en mountainbikers, langzaamaan raakt betalen voor natuur zo normaal.

Maar er zijn toch honderden verdienmogelijkheden voor deze sector?

Ja, maar je moet je realiseren dat die lang niet altijd en overal passen. Laat ik nog een voorbeeld noemen dat vaak wordt aangehaald. In Friesland werd een das doodgereden. De boswachter in het gebied begon via twitter een crowdfundingsactie en binnen korte tijd was er voldoende geld voor een dassentunnel, een geweldig succes dus. De conclusie is dan snel getrokken dat crowdfunding ook voor de natuursector werkt. Maar dat is maar het halve verhaal. Je moet er dan ook bij vertellen dat deze boswachter al jaren op twitter zit, met grote regelmaat interessante tweets verstuurt en zo in een paar jaar een grote hoeveelheid volgers heeft. Crowdfunding paste dus precies bij hem en bij deze situatie en dat heeft hij fantastisch benut, niets dan lof. Maar, als je die volgers niet hebt, gewoon niet van sociale media houdt, of vooral bezig wilt zijn met bosbeheer, dan is crowdfunding natuurlijk helemaal niet zo makkelijk, dan kan je je tijd wellicht beter in het beheer van je bos stoppen.

Overigens zijn er natuurlijk mensen die dit bestrijden en overal kansen zien. Maar het valt op dat in de discussie steeds weer dezelfde voorbeelden genoemd worden. Nieuwe verdienmogelijkheden kunnen dus wel, maar niet altijd en niet overal.

Ik wil overigens wel benadrukken dat wij niet tegen nieuwe verdienmogelijkheden zijn. Die zijn belangrijk en als een mogelijkheid past wordt er ook succes mee geboekt en daar zijn talloze voorbeelden van. Aanvullende inkomsten zijn ook belangrijk omdat afhankelijkheid van subsidie de sector kwetsbaar maakt (en kwetsbaar betekent dus niet duurzaam).

Nieuwe verdienmogelijkheden leiden op de korte termijn dus niet tot een oplossing voor de groene sector. Wat dan wel?

Dan kom ik weer terug op een zakelijke aanpak. Het is niet heel flitsend en sexy maar het werkt wel. Goed nadenken, alleen zaken oppakken die echt belangrijk zijn, die zo efficiënt mogelijk uitvoeren en indien mogelijk samenwerken met andere eigenaren.

Komt er dan ooit een moment dat we de subsidies kunnen afschaffen?

Nee en dat willen wij ook helemaal niet. Veel Nederlanders gaan graag naar het bos. Belasting is dan een mooie en efficiënte manier om iedereen daar wat aan mee te laten betalen. En mensen die nooit naar het bos gaan, die gaan weer wat vaker naar het strand, of een historische binnenstad, dat is ook allemaal gratis en dat vraagt ook om beheer en wordt ook betaald uit de belasting. We moeten gewoon accepteren dat bossen geld kosten en daar via belastingen aan bijdragen.

Heb je nog een tip voor mensen die op zoek zijn naar nieuwe verdienmogelijkheden?

Ja, mijn tip is om bij een nieuwe verdienmogelijkheid eerst eens even de tijd te nemen, kijk de kat uit de boom, denk eens even goed na. Neem daar gerust een jaar de tijd voor. Dat bos dat loopt niet weg, daar verandert niet zoveel in dat ene jaar. Of zoals een bekende al zei: ‘have a cup of tea’.

Tot slot, dit jaar is het precies 300 jaar geleden dat de Duitse bosbouwer Hans Carl von Carlowitz, in een periode van ernstige leegroof van de Europese bossen, de term duurzaamheid (“Nachhaltigkeit”) introduceerde. Probos organiseert daarom met een aantal partners op 13 december het Symposium “300 jaar duurzaamheid: van nature vooruitkijken”. Voor meer informatie verwijzen we naar de www.probos.nl.

Rudy van Stratum / Stijn van Liefland