Stel er ligt een nieuw projectvoorstel op je bureau, je bent enthousiast over het voorstel en dat geldt ook voor je collega’s. Grote kans dat jullie er volgende week allemaal mee instemmen. Omdat het januari is wordt er in het overleg ook teruggekeken naar de projecten van het afgelopen jaar. Het bekende verhaal, een (groot) deel van de projecten is geslaagd, maar bij andere is dat twijfelachtig, het bleek toch te duur, te ambitieus, te complex, er was te weinig tijd of er bleek vrijwel niemand geïnteresseerd in het resultaat. Echter ooit was iedereen ook over deze projecten razend enthousiast.
Hoe kom je er nu achter wat er met het nieuwe project gaat gebeuren? Wordt het een succes of wordt het een van die projecten waarvan we een jaar later zeggen, jammer best aardig project maar …. Wij denken dat tegendenken hierbij kan helpen. Wij vinden tegendenken een essentieel onderdeel van slimme financiering en willen daarom in deze serie tegendenken verder uitwerken.
Wat mij betreft heeft tegendenken twee kenmerken:
- Als eerste een kritische analyse, misschien wel de kern van tegendenken. In plaats van meegaan op de rem trappen en aandacht vragen voor tegenargumenten, wat er mis kan gaan, wat de onzekerheden zijn etc. Het gaat dan om een kritische beschouwing van feiten, aannames, onzekerheden en belangen. Dit is bijvoorbeeld nodig bij voorgenomen besluiten, bij zaken die zonder duidelijk besluit door blijven gaan, wanneer we denken dat iets een probleem is (of juist geen probleem) en wanneer we denken dat iedereen het met elkaar (of vooral met mij) eens is.
- Als tweede opbouwend, wat mij betreft een belangrijke randvoorwaarde voor tegendenken. Het gaat er niet om iets af te kraken of te laten zien hoe goed je bent in het bedenken van tegenargumenten. Het doel moet altijd zijn om tot verbetering te komen. Hier ligt ook de link met slimme financiering, dat gaat wat ons betreft om het realiseren van zoveel mogelijk waarde tegen zo laag mogelijke kosten. Tegendenken moet daar bij helpen en er voor zorgen dat we goede dingen op de goede manier doen. Het gaat dus bijvoorbeeld om het verbeteren van een voorstel, een bestaande werkwijze, een ingreep etc. En ja, verbeteren kan ook betekenen dat je besluit te stoppen. Maar wel vanuit de overtuiging dat stoppen tot meer waarde leidt dan doorgaan.
Wij hebben gemerkt dat tegendenken best lastig is. Allereerst is het moeilijk om persoon en inhoud van elkaar te scheiden. Iemand die kritisch is wordt als lastig en vervelend gezien terwijl deze probeert het idee te verbeteren. Rudy heeft hier al over geschreven in een tweetal artikelen over “ja maar …” Als tweede is het lastig om tegendenken in de praktijk te brengen, welke vragen moet je stellen? Wanneer doe je dat? Welke instrumenten zijn er? Welke valkuilen? In deze serie gaan we dat verder uitwerken.
Stijn van Liefland
Nawoord
We hebben bij deze serie ook een eigen ambitie. Bij wijze van experiment willen we in deze serie volgens een vast format gaan werken. Circa 500 woorden per artikel en altijd voorzien van een diagram / schema of andere visualisatie. Enerzijds werkt het beperkend, maar het dwingt ons ook om steeds snel tot de kern te komen en het maken van een plaatje scherpt de gedachten. We hopen natuurlijk ook dat het op deze manier voor onze lezers een aantrekkelijke serie wordt.