Pak ‘m beet vier jaar geleden werden wij gevraagd om mee te denken over de toekomst van een stichting. Heel concreet was de vraag wat is of wordt het verdienmodel van deze stichting. We waren nog niet met slimmefinanciering.nl begonnen en het woord verdienmodel zei mij niets, maar het leek me iets heel bijzonders. Bang om een flater te slaan zocht ik een dag voor de bijeenkomst op wat verdienmodel betekent zodat ik in ieder geval goed mee kon praten. Inmiddels is het vier jaar later en nog steeds kom ik regelmatig nieuwe moeilijke woorden tegen. Het woord verdienmodel zit inmiddels stevig verankerd in mijn woordenboek, ik gebruik het woord vrijwel dagelijks, best een handig woord. Een greep uit de oogst van de afgelopen maanden: value proposition, value cycle, waardecreatie, co-creatie, en stakeholder governance code.
Is dat nou erg het gebruik van moeilijke woorden? Ik denk dat je dat vanuit twee perspectieven moet bekijken, dat van de zender en dat van de ontvanger.
Zender
De zender, bijvoorbeeld de schrijver van een beleidsstuk of investeringsvoorstel. Uitgaande van goede bedoelingen wil deze de lezer goed informeren zodat deze op basis van het stuk een goed besluit kan nemen. Soms is het daarbij handig (maar niet noodzakelijk) om een woord te gebruiken dat precies en bondig beschrijft wat je bedoelt. Toen ik vier jaar geleden verdienmodel opzocht zag ik dat het “manier om geld te verdienen” betekent. Niks bijzonders, wel makkelijk in het gebruik en misschien ook wel functioneel. De vraag is wel hoe ver je moet gaan in het gebruik van dit soort ‘moeilijke’ woorden.
De zender kan natuurlijk ook minder goede bedoelingen hebben. Door precies de juiste dosering moeilijke woorden te gebruiken zorg je ervoor dat mensen het stuk wel serieus nemen maar er weinig of niets van begrijpen en er niets over durven te zeggen, een apathische houding dus. Te veel moeilijke woorden zal tot weerstand leiden, gebruik je te weinig moeilijke woorden dan zouden mensen het kunnen begrijpen (wat wellicht niet de bedoeling is). Weinig moeilijke woorden kan soms ook oproepen: als het zo simpel is, dan kan het niet goed zijn ….
Ontvanger
De ontvanger, de lezer. Ik denk dat iedereen regelmatig geconfronteerd wordt met woorden die hij niet of nauwelijks begrijpt, of (wellicht nog ingewikkelder) woorden die je wel kent maar absoluut niet begrijpt in de context waarin ze in dat geval gebruikt worden. De eerste gedachte is “het zal wel aan mij liggen”. Maar wat blijkt, als je het in de groep gooit “wat bedoelen jullie eigenlijk met …” dan wordt er instemmend geknikt en blijken er meer te zijn die het niet snappen. Best raar, want teksten zijn vaak bedoeld als voorbereiding op werkelijk handelen, investeren, iets gaan doen, ergens mee stoppen etc. Teksten zoals ik die in mijn werk tegenkom zijn dus vaak gericht op een besluit, en besluiten kan alleen als je begrijpt waarover het gaat.
Je vraagt je wellicht af, wat dit met tegendenken te maken heeft. Tegendenken gaat wat mij betreft over het niet automatisch meegaan of instemmen met wat op het eerste gezicht logisch lijkt. Dat vraagt om het kritisch onderzoeken van de feiten, het afpellen van de belangen, onderzoeken of er alternatieven zijn etc. Maar het begint allemaal met goed te begrijpen wat er geschreven is, wat staat er eigenlijk. Laat je dus niet gek maken door moeilijke woorden maar vraag of het eenvoudiger kan, in gewone woorden. Kan het niet eenvoudig uitgelegd worden dan is er iets aan de hand, een verborgen agenda, een risico of onzekerheid, een tekort of een overschrijding of nog erger, de schrijver snap het zelf ook niet.
Stijn van Liefland