Top 10 milieu: Kritisch blijven denken (afl. 10)

Dit wordt een beetje een mopperblog, dan weet je het maar. De bedoeling was om in deze laatste aflevering te schrijven dat je altijd kritisch moet blijven denken. Wat duurzaam lijkt is dat soms niet en omgekeerd geldt dat ook. Maar, tijdens het schrijven en vooral bij het verzamelen van voorbeelden merkte ik dat er toch wel enige frustratie bij mij zit. Hoe dan ook dit is de laatste aflevering van onze top 10 over milieu. Er volgt nog wel een nabrander en ik voel de behoeft om het nog eens samen te vatten in een plaatje. Misschien in de vorm van 10 do’s en 10 dont’s, ik hou me aanbevolen voor suggesties.

Duurzame ontwikkeling is ingewikkeld. Dat stond al in de eerste aflevering al en bij het schrijven van deze reeks liep ik daar steeds weer tegenaan. Er zijn talloze vuistregels die je kunt gebruiken maar deze werken gewoon niet altijd. En, soms denk je het te weten en pakt het anders uit. Neem nou de elektrische auto. Ik was verrast door de LCA, mijn vooronderstelling was dat de elektrische auto veel beter zou zijn. Hij is wel beter, maar het viel mij tegen, het netto milieueffect is gering. En dan moet je ook nog groene stroom gebruiken. In ieder geval is mij duidelijk geworden dat ik mijn geld beter ergens anders in kan investeren. Net zo duurzaam maar minder duur.

Alternatief

Kritisch blijven denken gaat een stap verder dan alles netjes doorrekenen. Ten eerste heb je daarvoor vaak helemaal niet de tijd en de middelen. Maar, belangrijker nog als je verzeild raakt in een ingewikkelde discussie over elektrische of benzineauto’s zou je bijna vergeten dat er nog veel meer alternatieven zijn. Je kunt ook met de fiets of de trein gaan. Dat is niet alleen beter voor het milieu, maar ook beter voor je gezondheid.

Dat speelt ook bij kleine beslissingen. Wij hebben thuis tijdens het eten wel eens discussies over wat beter is, sperzieboontjes uit Kenia, sperzieboontjes uit de kas of sperzieboontjes uit de diepvries. Zo’n discussie duurt meestal niet zo lang want dan zegt er altijd wel iemand dat je er ook voor kunt kiezen groente van het seizoen te eten. Geen sperzieboontjes dus maar wat anders. Wat we gelukkig ook meestal doen. Daar hebben we meteen weer een mooie vuistregel, groente van het seizoen eten, dat is duurzaam. In de zomer eten we dus wel tomaten, in het voorjaar niet. Maar hoe zit het met die tomaten in de zomer? Die plantjes gaan toch in de winter al de kas in? Als je tomaten in de zomer koopt doe je daar gewoon aan mee. Het is dezelfde plant als in maart en in maart geeft die ook tomaten, kan je ze dus maar beter opeten dan weggooien. Of je moet er voor kiezen gewoon geen tomaten meer te eten. In ieder geval blijkt onze vuistregel niet te kloppen. Het is natuurlijk wel zo dat wanneer heel Nederland besluit pas vanaf half juni tomaten te kopen er echt wel wat gaat veranderen. Dus zo bezien klopt de vuistregel wel weer aardig. Een vuistregel dus met mitsen maren.

Andersom moet je ook kritisch blijven. We blijven even bij de tomaten, ik las ooit een interview met een tomatenteler die het EKO keurmerk niet had. Het ging om de vraag waarom niet. Nou, hij voldeed aan alle eisen behalve dat hij tomaten op steenwol kweekte in plaats van in de volle grond. En telen in de volle grond is blijkbaar een eis. Die tomatenplant zal het verschil niet merken, die merkt sowieso niets. En het is ook niet zo dat de steenwol nou het grote milieuprobleem van de tuinbouw is. Sterker nog er zijn ook goede milieuargumenten om helemaal niet in de grond te telen. Je kunt veel zuiniger met water omgaan bijvoorbeeld. Misschien is het sowieso een trekje van de milieubeweging om duurzaamheid en romantiek met elkaar te mengen.

Neem de megastallen. In mijn ogen ben je tegen de bio-industrie of het maakt je geen moer uit. Als je tegen de bio-industrie bent dan ben je tegen de milieuvervuiling, de import van veevoer en al die dieren dicht op elkaar. Maar als het dan toch gebeurt, maakt het dan nog uit of dat in een kleine stal of een grote stal gebeurt? Landschap kan hierbij een goed argument zijn, maar dat pleit er juist voor om het dan maar gestapeld op een bedrijventerrein te doen. Ik ben tegen de bio-industrie, maar zo lang we de bio-industrie niet verbieden en mensen het vlees blijven kopen mag het van mij net zo goed op een bedrijventerrein op de vierde verdieping zijn.

Ik ga nog een laatste mooi voorbeeld noemen, bioplastics. Klinkt goed, plastic gemaakt van planten en biologische afbreekbaar, dat moet toch beter zijn? De Keuringsdienst van waarde heeft daar vier jaar geleden een prachtige reportage over gemaakt. http://keuringsdienstvanwaarde.kro.nl/seizoenen/2011/30-39075-09-03-2011 Maar wat blijkt. Het plastic wordt gemaakt van mais, deze mais is afkomstig uit Amerika. Het plastic is in principe composteerbaar en kan dus bij het groenteafval. Bij de verwerking wordt het echter niet als composteerbaar herkend en eruit gezeefd. Uiteindelijk verdwijnt het zo in de afvalverbrander. Dan maar bij het plasticafval zou je denken. Dat werkt ook niet echt, want het kan niet samen met regulier plastic verwerkt worden. Tot overmaat van ramp is de mais genetisch gemodificeerd. Of dat laatste nou wel of niet erg is, is weer een verhaal op zich, daar waag ik me niet aan.

Dan is er nog een andere eigenaardigheid die ik wel eens bespeur. Altijd alles maar tot op de bodem uit willen zoeken. Ik kwam ooit in aanraking met het klimaatbeleid van een gemeente. Er lag een strakke ambitie, klimaatneutraal in tweeduizendnogwat. Nu moest er eerst onderzocht worden wie hoeveel energie gebruikte, alles moest precies in kaart worden gebracht. Dat kostte op zich al enkele tienduizenden Euro’s. Zonde, want we wisten toen ook al waar het financieel heel aantrekkelijk was om aan energiebesparing te werken. Ze hadden dus gewoon kunnen beginnen. Het enige risico dat deze gemeente liep was dat je in plaats van het aller-allerlaagste fruit het iets hogere fruit had geplukt. Ik zie het mechanisme wel vaker. Nog meer onderzoek lijkt soms ook een strategie om een beslissing en echte maatregelen maar voor je uit te schuiven. Wij schrijven hier natuurlijk vaak dat je eerst de feiten moet kennen voordat je een besluit kunt nemen. Maar soms is het beter maar gewoon te beginnen, zeker als duidelijk is dat de maatregelen ook nog eens tot financieel rendement leiden.

Doe het niet!

Genoeg gemopper. Het ging erom dat we altijd kritisch moeten blijven denken. Ik kom uiteindelijk weer op onze eerdere serie over denkfouten uit. We willen snel beslissingen nemen op basis van intuïtie. Ongeacht of het om grote of kleine besluiten gaat. Een lijstje (vaak impliciet ergens in je achterhoofd) lijkt dan heel goed te werken. Eigenlijk gaat het hier om de availability bias. Heb je in een situatie een keer gehoord dat ‘X’ beter is dan ‘Y’, dan gebruik je die kennis ook in andere situaties, ‘bijna X’ zal ook wel beter zijn dan ‘bijna Y’. Maar soms gaat die regel dan niet meer op.

Ik heb uiteindelijk één vuisteregel die vrijwel altijd werkt: Doe het niet! Stel de vraag kan het niet gewoon zonder? Als ik discussieer over wat beter is, groene stroom, een windmolen, zonnepanelen etc. Als de discussie uit de hand loopt, kies dan iets heel anders. Ga energie besparen, dan zit je altijd goed. Met het vliegtuig of de auto? Blijf gewoon lekker thuis. Vergelijk het met de discussie over de sperziebonen. Door de discussie zie je de voor de hand liggende oplossing over het hoofd. Bioplastic of een andere plastic? Ga naar de groenteboer, daar kan je groente los kopen. Het is net als met de trias energetica (afl. 7). Het beging bij besparing, alles wat je niet gebruikt hoef je ook niet duurzaam op te wekken.

Tot zover onze top 10 over milieu en duurzaamheid. Wat deze reeks verder ook met jullie als lezers doen, bij mij heeft het er in ieder geval toe geleid dat ik weer eens goed ben ga nadenken over duurzame ontwikkeling. En waar leidt dat toe? Nou in ieder geval dat ik weer vaker de fiets en de trein neem (ook heel ontspannen) en vaker vegetarisch eten maak.