Sommige dingen zijn in theorie zeer eenvoudig maar zien we in de praktijk eigenlijk nooit terug. Wij zeggen dan vaak dat er allerlei verborgen kosten een rol spelen waardoor iets eenvoudigs met een goed rendement toch niet lukt. Je zou ook kunnen zeggen dat er vaak heel veel storende variabelen een rol spelen die weinig met de casus te maken hebben maar er wel voor zorgen dat die praktijk zo lastig is. Een heel eenvoudig idee is bijvoorbeeld de kosten en de baten van een buurthuis op een rij te zetten, te kijken of het buurthuis meer oplevert en als dat zo is te kijken hoe we die baten om kunnen zetten in een financieringsmodel. Want, als je in een buurthuis allerlei zaken organiseert (of laat organiseren) dan kan dat allerlei positieve effecten hebben zoals minder schooluitval, minder criminaliteit en meer participatie van mensen in de samenleving, wat weer tot minder zorgkosten kan leiden. De Volkskrant en diverse andere kranten schreven gisteren over innovatief financieringsmodel van de gemeente Enschede om een buurthuis te realiseren. Een financieringsmodel waarmee recht gedaan wordt aan de verschillende soorten waarden die van belang zijn bij zo’n project.
Het gaat om de volgende casus. De buurt wil graag een nieuw buurthuis maar de financiering is een probleem. Gelukkig ziet iedereen dat een buurthuis ook positieve effecten voor de gemeenschap kan hebben. Kán, want zeker is dat natuurlijk niet, dat hangt er maar net van af wat er in dat buurthuis gaat gebeuren. Maar als gemeente ben je daar natuurlijk bij, je kunt er voor zorgen dat in het buurthuis de juiste activiteiten georganiseerd worden zodat deze maatschappelijk effecten ook echt optreden. Eén van de dingen die je kunt doen is de buurtbewoners, die graag dat buurthuis willen, om een tegenprestatie vragen. Zij krijgen het buurthuis, maar moeten er ook voor zorgen dat dat buurthuis voldoende maatschappelijk rendement heeft.
De constructie is als volgt. De gemeente geeft de buurt een lening van € 200.000 voor de realisatie van het buurthuis. Maar in werkelijkheid financiert de gemeente gewoon de realisatie en moet de buurt dit terugbetalen. Dit kan door tijd te besteden aan activiteiten in het buurthuis, bijvoorbeeld het geven van computercursussen, taalworkshops, huiswerkbegeleiding etc.). Met de € 4,50 die de gemeente per uur rekent wordt de investering terugbetaald.
Dit is ook een heel mooi voorbeeld van buurtbewoners die iets willen realiseren maar daar geen geld voor hebben. Normaal is de vraag, hoe komen aan geld? Maar je kunt ook de vraag stellen, als we geen geld hebben, wat hebben we dan wél te bieden? En levert dat voldoende op? En ja, dan heeft iedereen wel een paar uur beschikbaar en kunnen de meeste mensen iets waar andere weer wat aan hebben. Soms is immers alleen een gesprek voeren met iemand al van grote waarde.
Wij hadden ooit een waardenmatrix gemaakt waarin voor een dergelijk project alle waarden (van financieel tot maatschappelijk) in beeld gebracht worden. Links onderin staat de investering van € 200.000 van de gemeente, een grote rode bol. Daar zou je nog exploitatielasten (energie, water, onderhoud) bij kunnen zetten, een tweede bolletje, maar dat hebben we nu even weggelaten. De vraag is nu of er in de rest van de matrix voldoende groene bollen zijn (die ook nog eens groot genoeg zijn) om deze investering te rechtvaardigen. En, of er niet op andere plekken rode bollen opduiken, bijvoorbeeld overlast voor de mensen die dicht bij het buurthuis wonen. Als het geheel in balans is, dan levert het in ieder geval over het geheel een positief rendement op (financieel en niet-financieel). Je moet natuurlijk wel even kijken of de baten niet bij één hele specifieke partij vallen, als er bijvoorbeeld één buurtbewoner onevenredig profiteert is deze investering natuurlijk niet te verantwoorden (en hetzelfde geldt voor lasten). Je zou voor een gemeente kunnen zeggen dat naar mate de groene bollen meer naar rechts staan het algemeen belang meer gediend is en de investering dus meer te verantwoorden is.
Het lastige is natuurlijk de grootte van de baten in te schatten. Als een buurthuis ervoor zorgt dat er één persoon niet in de criminaliteit belandt en een normale baan vindt, dan is de investering al dubbel en dwars terugverdient. Ga maar na, schade a.g.v. criminaliteit, kosten voor politie, kosten voor rechtssysteem, kosten voor gevangenis en vervolgens weer kosten voor re-integratie. Probleem hierbij is dat een deel van deze baten weer niet voor rekening van de gemeente zijn. Je zou ook kunnen zeggen deze bollen staan te ver naar rechts, ze zijn er wel, maar ze vallen buiten het verbond dat in Enschede gesloten is, de positieve waarden zullen dus nooit tot financieel voordeel leiden.