Auteursarchief: slimfinbeheer

Verdienmogelijkheid (27): waterheffingen

Dit is een voorbeeld van onbenut potentieel dat renderend kan worden gemaakt. In de waterketen kunnen de kosten omlaag (of de opbrengsten omhoog) door meer samenwerking en innovatie in de keten. Rioolslib kan energie opleveren en kan afkoppeling van regenwater van het riool voor lagere kosten van aanleg en onderhoud en verbruik (lagere zuiveringslasten) zorgen. Helemaal niets tegen. Sterker nog: er zijn voorbeelden en concrete berekeningen dat dit rendeert. Kernvraag is hoe je die innovatie en samenwerking in een versnelling kan brengen. Gemeenten kunnen hierbij een sturende rol spelen. Gemeenten hebben nu vaak die kennis niet in huis maar door elkaar op te zoeken kan die wel boven water 🙂 komen.

Concreet komt het boekwerkje NBW ook niet verder dan: blijven stimuleren van slimmere waterketens.

Rudy van Stratum

Anders betalen begint met anders denken 17 januari 2012

Gisteren was ik aanwezig op een seminar met de titel ‘Anders betalen begint met anders denken’. Locatie Utrecht, Hoog Catharijne. Organisatoren LvdO (Leren voor duurzame Ontwikkeling, onderdeel van Agentschap NL voorheen Senter Novem) en Qoin. Via een aantal projecten die we doen rondom duurzame (gebieds-) ontwikkeling en via onze website slimme financiering zijn we bij dit onderwerp betrokken geraakt. Ik was vooral benieuwd of er belangstelling voor dit onderwerp was, wat voor mensen er op af komen en wat er inhoudelijk wordt besproken.

Setting

Het geheel speelt zich af in een lounge-achtig vergadercentrum, her en der koffie-machines, een hoop mensen verscholen achter hun laptops met wifi verbindingen, her en der een overlegje in een klein groepje en ook hier met die laptop erbij, grofhouten bankjes, grote lange tafels, je kent het wel. Mooie grote zaal (overal een flesje water op de vele rijen stoelen) en na een half uur binnendruppelen door vertraagde treinen uiteindelijk tjokvol, ik schat zo’n 100 mensen, dus belangstelling enorm (inschrijving is vervroegd gestopt wegens overtekening). Deelnemers van diverse pluimage, ik zie grote bedrijven, gemeentes, belangenclubs, zelfstandig adviseurs.Veel informele kleding met her en der een verdwaald pak.

Programma

Als algemene inleiding 2 plenaire presentaties, daarna uiteen in 3 subgroepen naar andere zaaltjes (met 30 personen per groep dus geen kleine zaaltjes). Op het eind plenair bespreken van de uitkomsten van de 3 sessies. Onderwerpen van de 3 sessies:

  • C3 handelsnetwerk voor het MKB (door samenwerking en het gebruik van regio-Euro’s liquiditeitsproblemen oplossen).
  • Caire, tijdsgeld in de zorg door inzet vrijwilligers.
  • Lokaal geproduceerde energie als drager voor community currencies.

Lees verder

Verdienmogelijkheid (26): vereniging van eigenaren

Dit is een variant op parkmanagement bij bedrijventerreinen. Maar nu voor woningen. Je neemt in het huur- of wooncontract op de verplichting om een bijdrage te leveren aan beheer en onderhoud van groen. Hier wordt in het boekwerkje bedoeld een financiële bijdrage maar dat zou ook een bijdrage in natura mogen zijn. Dat scheelt de publieke pot weer aan onderhoudsgelden en is dus een reële verdienmogelijkheid.

Bezwaar volgens de auteurs: vaak is dit aan de onderkant van de markt financieel niet haalbaar of is sprake van burenruzies. Antwoord: als het geld er niet is dan moet het maar in natura worden bijgedragen en misschien dat een burenruzie juist wordt opgelost door deze vorm van gezamenlijkheid. Het kan ook minder zwart-wit worden geregeld. De gemeente heeft nu al een bedrag gereserveerd voor onderhoud. Als dit bedrag met een korting beschikbaar wordt gesteld aan de vereniging van eigenaren (en huurders) zodat zij hun eigen onderhoud kunnen organiseren, dan is sprake van win-win. Als voorbeeld wordt genoemd Eva Lanxmeer in Culemborg.

Prima voorstel. Het zal de huidige problemen niet oplossen vrees ik, maar alle kleine beetjes helpen.

Rudy van Stratum

Paul de Beer over economische groei

Ik kom een al weer wat ouder artikel van prof Paul de Beer tegen over de ‘valse beloften van economische groei’. Naar mijn mening een goede introductie op de problematiek. Ik vat hier zijn redenering samen:

aanleiding

Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat voorbij een bepaald welvaartsniveau extra economische groei niet meer bijdraagt aan het welzijn of het geluk van de bevolking. Integendeel, groei gaat vergezeld van negatieve bijverschijnselen zoals files, milieuvervuiling, stress en klinische depressies.

3 vragen

  1. waarom levert economische groei zo weinig echte welvaart op?
  2. waarom zijn we er dan toch aan verslaafd?
  3. en wat valt er aan te doen?

waarom levert economische groei zo weinig echte welvaart op?

  • Meer fysieke productie gaat gepaard met onbedoelde (negatieve) bijverschijnselen zoals hierboven al genoemd.
  • Loskoppelen van economie en ecologie (dus opheffen van negatieve bijverschijnselen) is een illusie (onderbouwing wordt niet bij geleverd).
  • Fred Hirsch (1). Eindelijk een mede-fan van Fred Hirsch met zijn klassieker ‘social limits to growth’: van sommige zaken komt er bij economische groei niet meer van, terwijl ondertussen de vraag ernaar wel stijgt. Voorbeelden zijn tijd en ruimte. Als we rijker worden willen we meer ruimte (grotere huizen, golfbanen) maar de totale hoeveelheid ruimte blijft gelijk. Naarmate we meer gaan verdienen hebben we meer tijd nodig om het uit te kunnen geven, maar de totale hoeveelheid tijd neemt niet toe. We kunnen steeds meer uitbesteden en zo tijd winnen maar het probleem is dat bij iedereen tijd schaarser wordt en de prijs van inhuur van arbeidsintensieve diensten steeds duurder wordt. Dat betekent nog harder werken en nog minder tijd en zo verder.
  • Fred Hirsch (2). Sociale schaarste. Iedereen wil een topfunctie, maar die zijn per definitie schaars. De waarde ervan wordt namelijk bepaald door het feit dat anderen er niet over beschikken. Iedereen wil een hoge opleiding, maar als iedereen een hoge opleiding volgt dan is die niet meer bijzonder. Dit is een vicieuze cirkel: naarmate we rijker worden gaan we meer belang hechten aan statusgoederen (waar topfuncties en hoge opleidingen voorbeelden van zijn).
  • Fred Hirsch (3). Meer keuzemogelijkheden. Toenemende welvaart gaat gepaard met meer keuzes maar het maken van keuzes is niet kosteloos. Kiezen kost tijd, geld en geestelijke inspanning. Als er meer te kiezen valt, dan is de kans dat je niet het beste kiest groot en als het jouw keuze is dan ben je daar zelf verantwoordelijk voor.

waarom zijn we dan toch verslaafd aan economische groei?

  • Voor iedereen persoonlijk levert economische groei wel degelijk voordelen op, als ik rijker word en jij niet dan wordt het milieu er echt niet slechter van en kan ik me toch een groter huis veroorloven.
  • Rijke mensen zijn gemiddeld wel degelijk gelukkiger dan arme mensen.
  • Het is onmogelijk dat iedereen rijker wordt ten opzichte van de anderen, daarom is een groot deel van de inspanningen die we leveren om rijker te worden voor de samenleving als geheel verspilde energie (in economisch jargon: niet efficient). (RvS: dit ziet er niet uit als een reden, lijkt op een herhaling van waarom het zo weinig oplevert).
  • Wellicht is het een genetische kwestie dat we altijd meer willen? Een overblijfsel van onze biologische overlevingsdrift? Misschien is het cultureel bepaald?

en wat valt er aan te doen?

  • Oplossingsrichting 1. Aanname: mensen worden gedreven door onderlinge vergelijking en status en eindeloze jacht naar meer. Er is sprake van een klassiek collectieve actieprobleem. Gedrag dat voor een individu rationeel is, is dat niet voor de gemeenschap als geheel. Individuele rationaliteit leidt tot collectieve dwaasheid. Als individu dit probleem op willen lossen is irrationeel: wie zijn auto vaker laat staan is langer onderweg naar zijn bestemming terwijl de files er niet korter door worden. Wie geen hogere functies meer ambieert die daalt op de statusladder. Er moet dus beleid komen dat hier expliciet rekening mee houdt.
  • Oplossingsrichting 2. Aanname: mensen hebben een eigen verantwoordelijkheid en willen ander gedrag vertonen als het gaat om relatie tussen welvaart en geluk. Aanknopingspunt is anders omgaan met rijkdom en status. (RvS: dat lijkt goed nieuws voor trainers en coaches, heel Nederland op cursus …).

Het gaat hier om een eerste voorzet van Paul de Beer circa 2006. Er zou discussie moeten komen met een doorwrochtere analyse als vervolg. Zover ik kan nagaan is dat vervolg er nooit gekomen. Jammer.

Rudy van Stratum

NB Met verwijzing naar ons eigen materiaal op slimme financiering wordt hier ook een lans gebroken voor verborgen kosten. Wij lopen daar in de praktijk vaak tegenaan. Je kunt uitrekenen dat het vervangen van de traditionele verlichting in een kantoor zich binnen pak hem beet 10 jaar terug verdient. Desondanks leidt zo’n inzicht beslist niet altijd tot acute vervanging van die verlichting. Er is dan blijkbaar sprake van verborgen kosten: – ik heb geen zin om erover na te denken, – andere problemen hebben een veel grotere prioriteit, – verlichting is niet sexy om in de board te bespreken (geen statusverhogende beslissing), – ik vertrouw de nieuwe leveranciers niet, – ik zit er jaren aan vast, – nu loopt het gesmeerd, er zijn geen klachten. Kortom: het maken van keuzes kost tijd en geld en die moeten in de afweging worden meegenomen. Wat wij voorstaan is: transparant beslissen. Inzichtelijk maken wat de ins en outs van de vraagstelling zijn. Op basis van alle relevante informatie de opdrachtgever zelf de beslissing laten nemen.

Verdienmogelijkheid (25): uitzichtrecht

Ah, deze is weer aansprekend en simpel. Een voorbeeld van een extra belasting. Je hebt mensen die dagelijks mogen genieten van een fraai uitzicht over open water of groene natuur. Dat betekent dat hun woning of pand in waarde meer toeneemt dan een vergelijkbare woning zonder die voordelen (dit is een stelling van de auteurs van NBW, zou moeten worden gecheckt, op zich geloof ik wel dat zo’n woning meer waard is, maar dan betaal je er dus ook meer voor bij aanschaf, betekent ook jaarlijks hogere rentelasten, of de jaarlijkse stijging sec hoger is dan bij een soortgelijke woning is een andere vraag). Nou, zo gaat dan de redenering, voor zo’n privilege mag je dan ook meer betalen. Als we bijvoorbeeld een garantie geven op een ‘levend schilderij’ voor de duur van 30 jaar dan mag daar een vergoeding tegenover staan.

Zonder gekheid: dit is natuurlijk een mogelijkheid die extra inkomsten genereert. De auteurs van NBW geven als dilemma aan dat het geven van garanties voor een periode langer dan 10 jaar nog niet mogelijk is. Maar goed, begin dan met jaarlijkse extra belastingen, je betaalt gewoon voor gebruik zolang het duurt. Het lijkt me wel dat deze verdienmogelijkheid politiek gezien nogal gevoelig ligt. Maar zelfs in de VS zijn voorbeelden van dergelijke belastingen.

Rudy van Stratum

Greco (slot): kredietunies

The end of money

In de vorige bijdragen over het boek van Greco (‘The end of money’) heb ik nogal eenzijdig benadrukt dat het simpele feit dat het fenomeen rente bestaat niet de hoofdoorzaak van onze economische crisis is. Daarbij is enigszins het zicht verloren op de oplossing die Greco bepleit en waar de kaarten nog steeds goed voor zijn. Laten we deze nieuwe werkelijkheid van Greco eens nader bekijken.

Huidige problemen

Eerst nog even wat de problemen zijn in de huidige situatie (geen volledigheid):

  • Er is op grote schaal groot wantrouwen richting de bancaire sector
  • Er is sprake van quasi-monopolie situaties in de financiële sector
  • Er zijn nieuwe producten ontwikkeld die door consumenten als onnodig zijn ervaren en vooral tot doel hadden de winstbijdrage te vergroten
  • Leningen zijn op grote schaal herverpakt en doorverkocht, dit leidde tot ondoorzichtigheid op de achterliggende risico’s en eigenschappen, tot speculatief gedrag en lucht in de prijsvorming, en uiteindelijk tot instabiliteit op de financiële markten
  • Een te grote afhankelijkheid van de ‘echte’ economie van de financiële markten die een eigen leven zijn gaan leiden
  • Overmatige beloningen en bonussen met perverse prikkels die tot genoemde fenomenen hebben geleid
  • Afwenteling van de problemen op de belastingbetaler
  • Afnemende mogelijkheden voor het MKB om toegang te krijgen tot krediet (toenemende afstand MKB tot bancaire sector door schaalvergroting, meer afstand en minder kennis van de klant)

Het alternatief: mutual credit clearing

Het uitgangspunt van Greco is ‘in the end we each pay for the things we buy with the things we sell’ (p. 131). En dit is de kern van wat hij ‘mutual credit clearing’ noemt. Waar het op neer komt is dat er sprake is van leden of gebruikers die gezamenlijk gefaciliteerd worden door een administratieve ‘bijhoud fabriek’. Je ruilt als het ware diensten of producten tegen kredietpunten. Die kredietpunten worden over en weer bijgehouden in een modern ict-ondersteund web-based systeem. Het is dus in essentie niet veel meer dan een hoogwaardig kasboekje waarin netjes staat beschreven welk tegoed iedereen heeft op basis van zijn geleverde diensten. Er is sprake van ‘mutual credit clearing’ omdat er niet 1-op-1 wordt bijgehouden aan wie je hebt geleverd en van wie je een tegoed hebt, nee per persoon wordt het netto tegoed of de netto schuld berekend. Zo wordt dus inzichtelijk welke positie je als het ware hebt ten opzicht van het systeem of het grotere geheel (de collectiviteit van de aangesloten deelnemers).

Een dergelijk systeem is destijds ook de opzet geweest van het huidige bankwezen. Maar nu is de techniek beschikbaar om dit eenvoudigweg over te doen zonder de eerdergenoemde nadelen ervan. Het is een systeem van onderop met een grote nadruk op de eigen lokale economie. In principe denkt Greco aan lokale credit clearing associations die via (ict-) netwerken gekoppeld zijn aan grotere federaties dit uiteindelijk de hele aardbol omspannen. Greco maakt hier de vergelijking met een (decentrale) energie-opwekking (ook wel smart grid genoemd). Hier wekt elke consument via bijvoorbeeld zonnepanelen op zijn dak zijn eigen energie op. Maar daar waar sprake is van een lokaal en tijdelijk surplus en tekort kan hij dat uitwisselen mijn zijn directe omgeving. Eerst in een kleine cirkel, waar alle plussen en minnen weer worden gesaldeerd, en later eventueel als dat nodig is, in een grotere cirkel buiten het lokale netwerk. Zo zijn uiteindelijk alle lokale energie-leveranciers gekoppeld in een wereldomvattend smart grid van energielevering. En zo kan het ook gaan met onderlinge kredieten.

In deze constructie kan makkelijk rekening worden gehouden met de mogelijkheid van wanbetaling door een interne reserve aan te houden. Jaarlijks wordt de optimale buffer berekend en een eventueel overschot wordt weer uitgekeerd aan de deelnemers.

Krediet-unie

Ik leg hier de koppeling met een recente bijdrage van Piet Duffhues en Benjamin Camdzic in het Brabants Dagblad van 28 december (artikel is te vinden op: artikel kredietunie ). Ook deze auteurs starten met de problemen rondom het huidige bankwezen en financiering. Zij leggen in hun betoog veel meer de nadruk op de problemen die het MKB ondervindt bij het niet meer of steeds moeilijker kunnen financieren bij de gebruikelijke banken. Banken zijn gericht op het vergroten van hun winst leningen gaan doorverkopen, gekoppeld aan schaalvergroting is de afstand tot en daarmee de kennis van de MKB-klant vergroot. De auteurs breken een lans voor het alternatief van de krediet-unie. Het gaat in wezen om wat ooit de gedachte achter de oprichting van de Rabo-bank was. De leden zoeken elkaar op en belenen elkaar. In de kern heeft de krediet-unie geen winstoogmerk en blijft in principe kleinschalig. Uiteindelijk zou dat moeten leiden tot lagere kostenniveaus, minder risico’s van wanprestatie door kredietnemers en tot hogere spaarrentes. In het buitenland bestaan dergelijke krediet-unies en werken ze zoals verwacht. In Nederland zijn op dit moment nog geen krediet-unies operationeel. Er is sinds een aantal jaren een werkgroep aan de slag om nieuwe krediet-unies in Nederland van de grond te krijgen. Zie ook www.dekredietunie.nl.

Overwegingen

Ik denk dat we moeten concluderen dat de nieuwe opzet technisch gesproken realiseerbaar is. Oud geld is simpelweg niet meer nodig, het openstellen van kredietlijnen kan in al onze behoeften voorzien. De techniek is zover dat we op deze manier een geldsysteem van onderop kunnen organiseren. Natuurlijk zijn er wel kanttekeningen te plaatsen. De kernvraag is hoe zo’n systeem een goede ’take-off’ kan krijgen. Er is immers een voldoende grote kritische massa van deelnemers nodig en die deelnemers moeten in hun aanbod ook voldoende diversiteit bieden. Ook moeten de deelnemers of leden ‘gekend’ worden, er zal sprake moeten zijn van een rating of iets dergelijks. Maar eerder hebben we gezien dat nagenoeg vanuit het niets grote nieuwe systemen kunnen ontstaan, denk hierbij aan marktplaats, google, amazon, ebay of paypal om maar wat voorbeelden te noemen. Het online verkoopsysteem ebay heeft zelfs een interactief rating-systeem ingebouwd dat zo overgenomen kan worden in het nieuwe bankieren. Technisch gesproken bieden sites als ebay en paypal al behoorlijk wat ingrediënten die we nodig hebben. Dan hebben we nog een infrastructuur nodig van pasjes (credit cards) en inlees systemen. Ook hier zou je kunnen denken dat simpele aanpassingen op onze mobiele telefoons voldoende zijn om van start te kunnen.

En dan zijn er nog juridische en fiscale aspecten. Als het systeem gaat werken en uit de pilot fase komt (serious business) dan ontkom je niet aan belastingheffing op transacties die in de nieuwe eenheden plaats vinden. Ook zullen er allerlei afspraken gemaakt moeten worden in geval van wanbetaling, faillissementen, overlijden etcetera. Maar niets dat niet gewoon is op te lossen.

Tenslotte, en dit zou wel eens de grootste hobbel kunnen zijn, zijn er de gevestigde machten en belangen. We weten hoe krachtig de lobby van banken is. Het gaat hier om enorme belangen. Grote banken zullen alles in het werk stellen om nieuwe alternatieven klein te houden. De huidige markten kennen hoge toetredingsdrempels. Maar ook hier geldt: waar een wil is, is een weg.

En, nog niet helemaal tenslotte dus, we moeten niet naïef zijn. Zoals gezegd is de Rabo ook ooit begonnen met deze gedachte als uitgangspunt. Inmiddels voldoet de Rabo blijkbaar niet meer aan de kernvereisten van een krediet-unie (anders zouden we hier nu niet deze discussie hebben). En dit gevaar ligt voor alle nieuwe initiatieven op de loer. Elk nieuw systeem creëert weer nieuwe belangen. En als er nieuwe belangen zijn dan zullen die op hun beurt weer verdedigd worden door hun houders. Ook binnen krediet-unies ontstaan weer management-lagen met hun baasjes. Er ontstaan met andere woorden wat in de economische literatuur ‘agency costs’. We zullen dus toezicht moeten organiseren op de ‘agents’ die voor ons het onderhoudswerk doen. En zo wordt het systeem vanzelf ingewikkelder en gaat een eigen leven leiden.

Maar zover is het nog niet: vooralsnog is er behoefte aan een nieuw geld- en leensysteem. Technisch hebben we alle tools tot onze beschikking om er vandaag mee aan de slag te gaan!

Rudy van Stratum

Verdienmogelijkheid (24): tijdelijke bestemmingen

Weer een simpele verdienmogelijkheid. En eentje zonder allerlei ingewikkelde vragen. Althans qua achterliggende gedachte. Een gebied of gebouw heeft in de huidige praktijk een bestemming die voor lange tijd vast ligt. Dat beperkt de alternatieve aanwendingsmogelijkheden. En het past niet bij de ruimtelijke dynamiek. Oftewel: de regels die ooit zijn gemaakt voor het langer vastleggen van een ruimtelijke bestemming zijn in deze nieuwe tijden van snellere wisselingen en grotere dynamiek wellicht niet meer geldig of zinvol (lijkt me best een boom over op te zetten, maar ik kan hem wel volgen).

Oplossing is dus om hier soepeler mee om te gaan door tijdelijk een gebouw of een gebied een andere bestemming te geven. Dat vergroot de mogelijkheid van een tussentijds ander gebruik en vergroot dus ook de mogelijkheid van verdiensten (bijvoorbeeld dekking van rentelasten van gronden die door gemeente zijn aangekocht en nu braak blijven liggen). Simpel zat.

Probleem in de praktijk zijn er bestuurlijke en juridische beperkingen en onzekerheden (ondanks mogelijkheden daartoe in de wet ruimtelijke ordening / wro). Maar niets wat niet is op te lossen met een goed verhaal lijkt me.

Rudy van Stratum

Groei is belangrijk, maar wel die van de echte economie

Een raadselachtige titel. Gebaseerd op een artikel in VK van enkele dagen geleden. ‘Meer groei maakt minder gelukkig’. De kern van het artikel, op zich niet nieuw, is dat we de laatste 20 jaar flink zijn gegroeid maar dat ons welzijn en ons geluk er nauwelijks op zijn vooruit gegaan. Als we een nieuwe snelweg aanleggen, op zich begrijpelijk omdat dat bestaande behoeften bevredigt, dan gaat dat steeds meer ten koste van andere belangrijke zaken. Die andere zaken kennen echter geen prijs in de economie van bestuur en media. Ik haal aan uit het artikel:

“In een echte economie moet rekening worden gehouden met indicatoren die moeilijk in geld zijn uit te drukken maar daarom nog niet minder belangrijk zijn. In een echte economie wordt structureel inzichtelijk gemaakt wat er verloren gaat wanneer we nog een snelweg aanleggen: meer afhankelijkheid van olie, interen op ecologisch kapitaal, een toename van longziekten, het verdwijnen van stilte en natuur in Nederland. Wanneer we deze overwegingen meenemen, merken we dat de meeste spullen uiteindelijk olie-intensieve artifacten zijn die enkel psychologische doelen dienen.”

Het sluit aan bij de strekking van onze website slimme financiering. We moeten eerst het rendement van een maatregel inzichtelijk maken. Bij het berekenen van het rendement horen alle effecten te worden meegenomen. Ook (negatieve) rendementen die bij anderen terecht komen of later in de tijd vallen, horen daar bij. Pas dan, als inzichtelijk is wat het rendement is, kan een discussie plaats vinden of de maatregel wel of niet verstandig is om te nemen en pas dan kan een onderhandeling plaats vinden over de verdeling van (hopelijk) winst of (liever niet) verlies.

En het rare is, zoals ik al zei, dit is niets nieuws. Lees een willekeurige inleiding in de economie er maar op na, het staat er allemaal in. Nergens zul je teksten aantreffen dat het eenzijdig sturen op een eendimensionale groei verstandig is. Desondanks doen we alsof het lessen uit de economische wetenschap zijn waar we ons op baseren. De schoorsteen moet immers blijven roken.

Diezelfde dag, in een andere krant, een interview met Herman Wijffels. Hij stelt dat er op dit moment, als reactie op bovenstaande, op het grondvlak van de samenleving initiatieven ontstaan waarbij ‘ze’ het heft in eigen handen nemen. Het gaat om zogenaamde prosumenten die een nieuwe samenleving aankondigen waarin het winstprincipe niet langer centraal gesteld wordt. Want de laatste 20 jaar is winst het doel geworden in plaats van een middel. En verderop in het artikel: De financiële markt heeft te veel macht gekregen, we steken ons financieel en ecologisch in de schulden.

Hier worden wel heel veel stappen tegelijk genomen. Ik betwijfel of de oplossing van de prosumenten gaat komen. Het klinkt leuk maar het zijn vooralsnog kleinschalige initiatieven. Nog los daarvan blijken consumenten in the end gevoelig voor korte termijn verleidingen, daar zijn vele voorbeelden van te noemen en boeken over vol geschreven. Hier moet de psychologie de economie helpen. En of het afschaffen van het winstprincipe de oplossing is weet ik ook niet. Als we winst eng interpreteren als het op korte termijn najagen van materiële welvaart en eigen belang dan klopt het wel. Maar als je winst ziet als het zetten van een stap richting het doel wat je jezelf hebt gesteld dan blijft dat een goed kompas. Maar los van deze trivialiteiten is het wel duidelijk wat Wijffels bedoelt.

De conclusie is dat het inmiddels wel mainstream aan het worden is dat we op deze weg niet door kunnen gaan. We gaan linksom of rechtsom de prijs een keer betalen (en doen dat nu al, de een wat meer dan de ander). Dat is goed nieuws. Maar volstrekt onduidelijk is nog hoe het dan verder moet. Ik zou zelf wel behoefte hebben aan een soort ‘belisboom’ of ‘mindmap’. Welke stromingen zijn er, wat zijn de onderliggende vooronderstellingen van die stromingen, en welke voor- en nadelen hebben ze? Want de stelling volmondig onderschrijven is één, het accepteren van de gevolgen van het onderschrijven is twee. Zelfs bij publieke organisaties als gemeenten zie we dat ze graag duurzaam bouwen maar als het puntje bij paaltje komt niet de portemonnee willen trekken en (zie bijvoorbeeld discussie over verbouwing binnenstad Eindhoven)   daarbij afschuiven op de toekomst of op andere partijen. Ik spreek hier geen waarde-oordeel uit. Ik neem aan dat ook een gemeente een positieve intentie heeft met dit gedrag. Maar als publieke partijen het al zo moeilijk afgaat, hoe moet dat dan zijn voor private partijen?

Rudy van Stratum

Seminar Slimme Financiering, 6 juni 2012

Op 6 juni 2011 zijn wij gestart met de website slimmefinanciering.nl. Het eerste bericht ging over het slim financieren van duurzame energie. Inmiddels zijn we een half jaar verder, hebben we meer dan 60 berichten gepost en is het aantal pagehits gestegen tot boven de 30.000. De reacties, eigenlijk alleen maar positief. Tegelijkertijd, wij zijn nog steeds zoekende, wat is slimme financiering, welke constructies, hoe pak je het aan, waar zitten onze lezers op te wachten, wat is het gevolg van de Euro-crisis etc.

Tijd dus om de koppen bij elkaar te steken. We vieren een feestje omdat we op 6 juni een jaar bestaan.  Wat kunt U op 6 juni verwachten:

  • Een gevarieerd programma met sprekers, workshops, theorie en praktijk.
  • Praktische handvatten en tools voor iedereen die barrières tegenkomt bij het financieren van duurzame ontwikkeling.
  • Inspiratie en plezier.

De komende twee maanden gebruiken we om het programma nader in te vullen. We nodigen iedereen uit om daarover mee te denken of zelf een bijdrage te leveren.

Denk mee via deze link.

Meer informatie volgt vanaf januari 2012.

Verdienmogelijkheid (23): streekrekening

Nog een paar te gaan in deze continuing story van de verdienmogelijkheden van Nederland Boven Water. Nummer 23 is de streekrekening. Idee is dat verschillende partijen, zoals overheden, bedrijven en particuliere organisaties, samen geld op een rekening storten. Dit geld genereert dan rente-inkomsten die gebruikt kunnen worden voor investeringen in een gebied. De Rabobank geeft op de inleg een marktconforme rente (ja, waarom niet?) maar, en dat is opmerkelijk, doneert over het totaal van de rentevergoedingen 5% (dat laatste betekent effectief dat je een 5% hogere rente betaalt, dus als de marktconforme rente 4% is, dan wordt het in dit voorbeeld 4,2%, om het even in perspectief te plaatsen).

Er is een streekrekening Het Groene Woud en daar staat 50 miljoen op (nog steeds?). Jaarlijks komt een kwart miljoen vrij voor investeringen in het gebied (als ik het zo snel uitreken is dat 0,5% rendement? waarschijnlijker is dat de rest van de rente blijft staan dan wel naar andere bestemmingen gaat …).

Nou op zich een mooie verdienmogelijkheid. Nou weer zo jammer dat de achtergronden van de opzet niet te vinden zijn in het boekwerkje. Mijn eerste gedachte is dat als je dat geld toch tot je beschikking hebt dat het probleem dan al een stuk minder is. Je investeert het sowieso in projecten die renderen zou ik zeggen. Of je zet het sowieso weg op een rekening met een goede rente (je krijgt toch ook een marktconforme rente zonder dat het streekrekening heet?). Waarom zouden partijen dat bij elkaar gaan leggen en daar ongetwijfeld naar elkaar toe aan vast zitten (lees: minder flexibel zijn in de aanwending ervan)? Misschien zijn er partijen die geld overhebben en dan aan elkaar tijdelijk kunnen uitlenen via deze streekrekening? Als dat het geval is zou je bijna denken dat ze een eigen onderling fonds kunnen oprichten met die mogelijkheden en dan zonder de beheerskosten van een bank (hoewel een bank ook weer voordelen biedt). Een hoop vragen dus weer. Wie meer achtergronden heeft over Het Groene Woud mag zich melden.

Rudy van Stratum