‘De natuur is ook een exploitatie-bv’ kopt het Brabants Dagblad vandaag 3 januari 2014. De bezuinigingen op de natuur/parken blijft een actueel thema. Buck Consultants heeft in 2013 onderzoek verricht naar mogelijke verdienmodellen voor enkele Brabantse natuurparken. Later zullen we wellicht dieper ingaan op de conclusies van de rapporten zelf. Nu is de aanleiding én bron het betreffende artikel in de krant.
Redenering
De redenering is simpel. De overheid heeft minder inkomsten, moet dus bezuinigen en heeft ook minder geld beschikbaar voor de natuur. Kortom: minder subsidie. En dus moeten de parken hun eigen broek (meer) ophouden, ondernemer worden en ‘verdienmodellen’ introduceren. Enkele key-players rondom de vier Brabantse parken worden geïnterviewd en doen (met het rapport van Buck op het bureau) enkele uitspraken over mogelijke oplossingen.
Verdienmodellen
Nogmaals: ik baseer me vooralsnog uitsluitend op het krantenartikel. Welke oplossingen blijven ‘hangen’ bij de betrokkenen en om welke bedragen gaat het dan. In een mindmap:
In het geval van park Biesbosch (nationaal park sinds 1994, 90 vierkante kilometer) gaat het om de uitdaging er zelf €1.000.000 bij te harken. Het artikel vermeldt niet of dat per jaar is of over een bepaalde periode van meerdere jaren. De bestuurders hinken een beetje op twee gedachten: natuurlijk moet er bezuinigd worden en wij vinden dat we zelf ook meer creatief en ondernemend moeten zijn, maar: best raar want elke euro subsidie in de natuur levert de maatschappij 4 euro op. Dit laatste is natuurlijk interessant en voor ons een mooie uitdaging te achterhalen waar die uitspraak op is gebaseerd.
Kortom: aan de slag met verdienmodellen. Welnu, een hek rondom ‘onze’ (Brabantse) parken is geen optie, zoiets is alleen weggelegd voor de Hoge Veluwe. Het meest kansrijk en praktisch (mijn subjectieve inweging op basis van de tekst) is het heffen van parkeergelden. Een bedrag van € 2 / dag wordt haalbaar geacht, dat is de prijs van een ijsje immers. Vervolgens is een waterwin-opslag kansrijk, met een opslag van een-duizendste cent per kuub water. Dan het beroemde kopje koffie waar wordt gesproken over een opslag van € 0,10 per kopje. Biomassa (rooien van hout voor verbranding / energie) wordt als onvoldoende rendabel ingeschat. Watersporters kunnen vrijwillig een vaantje voor op hun boot kopen voor € 40-50. En tenslotte gaat de rondvaartboot de verkoop in zodat de exploitatiekosten voor rekening van de nieuwe eigenaar zijn.
De bijbehorende begroting en hoe die € 1.000.000 wordt behaald ontbreekt in het artikel maar zal ongetwijfeld in de achterliggende rapporten worden becijferd (nogmaals: gaan we nog naar kijken). De conclusies zijn globaal wel in lijn met een eerder onderzoek dat we voor InnovatieNetwerk hebben verricht.
Rudy van Stratum
Thomas Jansen mailt:
Wat mij opvalt is dat in het onderzoek het grootste verdienmodel voor Brabantse natuur volledig buiten beschouwing wordt gelaten, namelijk de agrarische sector. Of wordt hier implciet een veronderstelling gedaan dat deze sector niets met natuur van doen heeft 😉 ?
Groet,
Thomas
Thomas, volgens mij heb je een punt. De uitkomsten van zo’n onderzoek hangen sterk af van wat je als natuur definieert. Soms luidt de vraagstelling simpelweg: we doen wat we doen, dat kan niet langer omdat de traditionele middelen opdrogen, wat zouden we nog kunnen doen om extra middelen te krijgen én ondertussen kunnen blijven doen wat we al deden. Op het moment dat je het natuurbelevings-begrip gaat oprekken (bijvoorbeeld door een veld met doperwtjes ook als natuur te gaan zien) komen er nieuwe en waarschijnlijk hele interessante mogelijkheden bij. Ik zou daar heel flauw aan toe kunnen voegen: als we met zijn allen flats met een groen grasdak erop als natuur gaan beleven dan is de sky the limit :-). Maar zonder gekheid, je maakt hier een terechte opmerking om de uitkomsten in perspectief te zien. Stijn schreef hier eerder overigens al over in deze blog.
Best raar dat de ‘Woeste Wildernis’ons tegenwoordig geld kost. Zo woest kan deze wildernis dan niet zijn, we steken er geld in, dus we doen er iets mee. Ja we hebben de van de Woeste natuur een tuin gemaakt. Zie de Veluwe, Zie de Oostvaarder plassen etc. etc. Wat hebben deze plekken gemeen? Het zijn verstilde plekken waar de mensenhand (door de meesten van ons)niet herkend wordt en een gevoel van authenticiteit oproept. Stijn benoemt een drietal punten die daarop aansluiten, en zo zijn er ongetwijfeld nog meer te benoemen.
Maar we kunnen niet ontkennen dat het tuinieren op macroniveau is. En die gedachte vind ik persoonlijk erg boeiend. De meeste kinderen van nu groeien op in steden en zullen natuur meer en meer gaan ervaren als ‘iets van TV’. Deze kinderen zijn de beleidsmakers van de toekomst. Zullen zij ‘De natuur’ zoals we die nu kennen ook zo waarderen als wij dat nu doen? Ik vermoed dat dit naar alle waarschijnlijk niet het geval zal zijn.
Om een lang verhaal kort te maken. Waar zijn we eigenlijk mee bezig? het in stand houden van een geldverslindende status quo? Ten koste van nota bene ‘Echte Natuur’. Zie de tropisch hardhouten beschoeiingen langs de watergangen, etc. Natuur als siertuin kost geld. Natuur als ‘Groenten tuin’ levert geld op en kan bevorderlijk zijn voor biodiversiteit. Neem de Kloostertuin even als metafoor. Een bij uitstek (financieel) zelfvoorzienend systeem van uitzonderlijk hoge schoonheid. Zie de biodiversiteit, de kleurenrijkdom, en de weelde. Niet alleen in de beeldkwaliteit maar ook op het ‘bord’ en in de portemonnee. Is de kloostertuin dat de ultieme natuur? Nee, zoiets bestaat niet. Wel pleit ik voor het slechten van definities rondom natuur. Zeker in een gecultiveerde samenleving als de onze. Natuur als resultaat van ons handelen,met de daarbij behorende verdienmodellen. Torenflats in de Biesbos? Tja, persoonlijk zou ik daar moeite mee hebben, maar waarom ook niet. Als we daarmee een duurzaam en financieel houdbare leefomgeving creëren.