Categoriearchief: Financieringsconstructies

Verdienmogelijkheid: Peerby

Omschrijving

Met dank aan een artikel in de Volkskrant van vandaag worden we gewezen op een nieuwe verdienmogelijkheid. Het gaat om Peerby. Wat is het en hoe zit het in elkaar? Het gaat om een internetsite waarop je spullen kunt vragen waar je (soms tijdelijk) behoefte aan hebt. Vaak gaat het om wat duurdere spullen als een zware boormachine waar je alleen maar wat gaten mee hoeft te boren bijvoorbeeld. Het past naadloos in een tijd van economische crisis maar ook in een tijd waarin sociale contacten in een buurt blijkbaar niet meer volstaan.

De vraag of behoefte is bij deze site het uitgangspunt. De andere kant wordt bepaald door de eigenaren en aanbieders van de spullen die blijkbaar bereid zijn al dan niet tijdelijk afstand van die spullen te doen. Heel kort door de bocht zou je kunnen zeggen dat het een marktplaats is voor het lenen van spullen ergens bij je in de buurt. Maar soms vinden eigenaren het ook prima als je de spullen houdt, ze kunnen er toch niks meer mee of hebben het dubbel. Of dat je er een klein bedragje voor betaalt.

Caire.nu

Het initiatief doet me ergens denken aan het eerder besproken caire.nu. Ook daar gaat het om een lokale aangelegenheid waar je onderling zorgdiensten uitruilt. Zo heeft iemand behoefte aan vervoer naar het ziekenhuis en is er altijd wel iemand bij je in de buurt die bereid is voor je op en neer te rijden. Bij caire bouw je punten (credits) op waar je op termijn eigen zorgbehoefte mee kunt inkopen. Maar de kern blijft toch wel onderlinge hulp en vrijwilligheid. Bij caire zit er wel degelijk een groter verdienmodel achter: de ouderenzorg is op de reguliere manier op termijn financieel onhoudbaar geworden, en dit initiatief kan gezien worden als een laagdrempelige manier om in ieder geval de simpele zaken onderling te regelen. Kostenbesparing en ‘zelf hulp’ zijn hier dus leidende principes.

Verdienmodel?

Hoe dat bij Peerby zit is niet geheel duidelijk. Het initiatief is ontstaan vanuit een duurzaamheidsgedachte: waarom zou je iets kopen als je het bij een buurman kan lenen? Elkaar helpen, sociale cohesie, allemaal woorden die in het artikel terug komen. Wat is dan het verdienmodel? De oprichter had het idee om van elke transactie een klein percentage te vragen, maar in de praktijk worden de transacties vaak gratis onderling uitgewisseld, dus van inkomsten is geen sprake.

Maar het opmerkelijke is dat er toch makkelijk (? dat is de indruk die het artikel wekt) financiers zijn te vinden. Grote marktpartijen die een aardige som geld inleggen. Dus is de vraag: waarom doen die partijen dat? Het antwoord is in het artikel niet goed terug te vinden. Ik zie twee mogelijkheden:

1. Het is een initiatief á la facebook of zelfs marktplaats. Aanvankelijk is het niet geheel duidelijk waar het geld mee verdiend moet worden maar het kan wel eens heel groot worden. Hier is blijkbaar wat aan de hand en nu kun je hier relatief makkelijk instappen. Op termijn wordt het bedrijf dan verkocht en deel je mee in de opbrengst. Maar nog steeds is niet duidelijk waar ‘in the end’ geld mee kan worden verdiend. Bij facebook is dat nog steeds niet duidelijk, maar de meest voor de hand liggende reden is toch inkomsten uit advertenties en de beschikbaarheid van een groot vertrouwenswaardig netwerk.

2. Niemand weet het eigenlijk. Er hangt bij deze crisis iets in de lucht dat het ‘oude’ verdienmodel deuken oploopt. Je zult als grote marktpartij overal je neus in moeten steken, gevoel krijgen welke kant het allemaal uit kan gaan. Blijkbaar is dit iets wat aanspreekt: een sfeer van duurzaamheid, sociale cohesie, vrijwilligerswerk, lokale warme contacten. Wat er allemaal uit gaat komen, we weten het niet, maar als het iets wordt dan wil je er bij zijn en in ieder geval er nu iets van leren als het niks wordt. Misschien levert deze site wel bruikbare inzichten op hoe je als bedrijf vertrouwen terug kunt winnen en is dat inzicht geld waard?

Rudy van Stratum

Crowdfunding TEDx-Leiden

In deze lezing tijdens de TEDx-Leiden geeft Ronald Kleverlaan een heldere uitleg over wat crowdfunding inhoudt. Hij geeft een mooi kader van drie manieren om iets terug te krijgen voor je investering. Daarnaast een aantal aardige voorbeelden van crowdfunding. Snel meer weten over crowdfunding, kijk dan naar deze film van ca. 15 minuten die van zijn lezing is gemaakt. Nog meer weten, lees verder in ons dossier.

 

Crowdfunding in de praktijk 2, projecten en investeren

Tweede aflevering van crowdfunding in de praktijk. De eerste aflevering was wat teleurstellend, vandaag wat mij betreft een wisselend beeld, soms word ik zeer enthousiast, maar vaak ook weer erg teleurgesteld. Inmiddels heb ik wel geld in vier projecten geïnvesteerd. In dit artikel het volgende: nog een platform met projecten; wat voor projecten worden er aangeboden; mijn investeringen en ik sluit weer af met wat conclusies. Nog even voor de duidelijkheid, ik wil weten wat ik met crowdfunding kan. Misschien ben ik op de verkeerde weg, laat het me weten dan breid ik mijn speurtocht verder uit. In deze aflevering ga ik wat dieper in op de projecten die aangeboden worden en de “investeringen” die ik gedaan heb.

Nog een crowdfundingsplatform met projecten

Ik heb toch nog een platform gevonden dat mogelijk interessant is: Oneplanetcrowd. Reden om hier nog even bij stil te staan is allereerst inhoudelijk, het platform richt zich op duurzame en innovatieve ideeën. Als tweede, hierop staan 9 projecten waar ik in kan investeren. Dat is een stuk meer dan bij veel anderen. Wel is ook hier iets opmerkelijks aan de hand. Alle projecten hebben een looptijd van nog 47 dagen. Dat wil zeggen de periode om geld te werven is nog 47 dagen, de totale periode was bij alle projecten 90. Blijkbaar zijn alle projecten tegelijkertijd op de site gezet en zijn ze pas onlangs begonnen. Dat blijkt ook wel als je wat verder rondkijkt op de site. Op zich niets mis mee. Maar, blijkbaar is het niet gelukt om in die 43 dagen (de periode dat de projecten online staan) nieuwe projecten te werven. Eigenlijk een beetje hetzelfde stramien als bij de andere sites, er is iets mis met het aanbod, blijkbaar is er niet zo veel behoefte aan crowdfunding of het loopt via andere kanalen.

Wat voor crowdfundingsprojecten zijn er te vinden?

Als eerste, zoals gezegd, bij de meeste sites is de keuze gering. Maar alles bij elkaar wordt het toch wel een aardig lijstje, een webwinkel voor verduurzaming van je woning, een bloemenzaak, werkkapitaal voor een bedrijf, investering in een machine, een re-integratiebedrijf dat na financiële problemen een doorstart maakt en geld nodig heeft om schulden af te lossen, ook wat duurzame projecten, een eenvoudig waterfilter voor drinkwaterzuivering in Afrika, elektrische taxi’s, autodelen, games etc. Best wel wat keus en diversiteit.

Maar van een groot aantal projecten wordt ik niet echt blij. Veel projecten vind ik niet echt inspirerend (investeren in bedrijfsmiddelen) anderen krijgen niet mijn vertouwen (doorstart bedrijf). Maar, wat me vooral tegenstaat is de hele opzet. Het komt er in het kort op neer dat er (kijkend door de oogharen) twee soorten projecten zijn:

  • Projecten die nog een lange crowdfunding periode voor de boeg hebben (50 – tot soms meer dan 300 dagen) en nog weinig geld binnen hebben gehaald.
  • Projecten die een korte crowdundingperiode voor de boeg hebben (50 of minder dagen) en die ook nog maar weinig geld binnen hebben gehaald.

Voor beide soorten geldt dat ik niet veel zin heb er in te investeren. Bij de eerste duurt het te lang voordat er wat gebeurt. Bij de tweede heb ik er weinig vertrouwen in dat het benodigde bedrag binnen wordt gehaald. Maar uiteindelijk zijn er wel wat leuke projecten te vinden, ik kom er zo op terug.

Dan is er ook nog de inhoud en onderbouwing van de projecten. Die vind ik over het algemeen ook niet echt overtuigend. Er worden wel hoge rendementen in het vooruitzicht gesteld, maar dat is een mogelijk of verwacht rendement. Komt bij dat het lastig is snel inzicht te krijgen in rendementen en investeringen. Omdat de meeste mensen kleine bedragen investeren is snel inzicht gewenst.

Hoe zit dat dan bij projecten die wel gefinancierd zijn? Daar zitten soms best aardige bij. Een succesvol horecabedrijf zoekt € 125.000,= om de succesformule ook in andere steden te kunnen exploiteren. Veel investeerders hebben gezamenlijk met kleine bedragen dit grote bedrag bij elkaar gekregen. Wellicht de eigen klanten, waarom niet, als je er lekker kunt eten heb je waarschijnlijk wel vertrouwen in deze opschaling.

Maar er zijn ook rare projecten, mensen die € 3.000,= zoeken voor de verbouwing van een woning en dat tegen een rendement van 10% willen lenen op geldvoorelkaar.nl. “Mijn vrouw en ik hebben beide een goede baan met een vast dienstverband. Terugbetalen zal dus geen problemen zijn. Geldvoorelkaar.nl sprak ons aan omdat het een goed initiatief is dat er geen bank aan te pas komt en de rente naar de investeerders gaat. Ik hoop dat wij mede door uw hulp ons droomhuisje af kunnen maken.” Ik zou er geen vertrouwen in hebben, allebei een goede baan, dan moet je toch € 3.000,= kunnen sparen? Maar, het is wel gefinancierd door 6 investeerders (vrienden en familie?).

Mijn investeringen in crowdfunding

Ik heb de afgelopen dagen 4 projecten financieel ondersteund. De komende tijd ga ik kijken wat er gebeurt, gaan mijn projecten door, ga ik geld verdienen, of gebeuren er andere spannende dingen?

Mijn eerste investering via Crowdaboutnow is in mijnwoningduurzaam.nl, een webwinkel waar je artikelen kunt kopen voor het verduurzamen van je woning. Ik vind het een sympathiek project. Het geld wordt gebruikt om de bestaande webwinkel beter te promoten. Daarvoor is € 10.000,= nodig. Met nog 6 dagen te gaan is ongeveer een kwart binnen. Een dubbel gevoel dus, enerzijds dit zal wel geen succes worden, er moet in korte tijd nog relatief veel geld worden binnengehaald. Als er niet voldoende geld binnenkomt gaat de investering niet door en krijg ik mijn geld terug. Anderzijds, ik weet in ieder geval wel snel waar ik aan toe ben. En, omdat ik op alle sites succesvolle projecten zie staan zou het zomaar kunnen dat de laatste paar dagen het bedrag bij elkaar gehaald wordt, je moet het in ieder geval niet uitsluiten. Wat overigens leuk is, als investeerder krijg ik 10% korting op alle artikelen uit de webwinkel. Je zou denken dat alleen dat al een enorme stimulans voor alle klanten zou moeten zijn om te investeren.

Mijn tweede investering, is in een online WineNetwork (via Symbid). Idee, informatie over wijn online delen met vrienden zodat je beter weet wat je koopt. De ondernemers willen uiteindelijk met dit netwerk ook marktaandeel in de verkoop van wijn te krijgen. Ik hou van wijn maar met zo’n netwerk heb ik niet zoveel, maar goed, best een aardig idee dat zou best wat kunnen worden. Het voorspelde rendement is enorm, tot 5 maal mijn inleg. Wat ze precies gaan doen en hoe dat rendement tot stand komt is in mijn ogen een wat warrig verhaal. Standaardisatie, een formulier o.i.d. zou hier op z’n plek zijn. Ondanks dat zijn er nu (incl. mijzelf) 15 investeerders en die hebben 20% van de beoogde € 47.000,= bij elkaar gebracht. Met 37 dagen voor funding te gaan kan dit nog wel een succes worden.

Mijn derde project komt ook via Symbid maar is een verhaal op zich, ik hou het kort. Ik schreef n.a.v. de Volkskrant een stuk over crowdfunding en mijn idee om bij wijze van onderzoek wat geld te investeren. Naar aanleiding daarvan kreeg ik een mail van één van de projecten die daar in genoemd worden. Of ik daar dan ook in wilde investeren en er tevens iets over wilde schrijven. Ik had het project, “Lost in Time”,  al op Symbid zien staan, maar omdat het om een ‘spannende game’ gaat had ik het project niet verder bestudeerd (ook daar heb ik niet zoveel mee). Naar aanleiding van het mailtje heb ik dat wel gedaan en ik ben overtuigd, wat een ontzettend leuk idee. Eerlijk, ik raad iedereen aan om even te gaan kijken (www.lostintime.eu).
Dit project maakt twee zaken duidelijk.  Als eerste het gaat het om reclame je moet je idee uitdragen en iedereen die mogelijk geld in het project wil stoppen benaderen. Dat werkt dus blijkbaar. Het tweede leerpunt, het gaat om emotie. Ik vind het een heel leuk idee en dus heb er in geïnvesteerd. Maar wat is nou het verwachtte rendement, wat krijg ik er voor terug? Helemaal vergeten naar te kijken. Wat blijkt, ik krijg helemaal geen rendement, ik krijg “een uitnodiging voor de Sneak Preview op 20 augustus of een speciale investeerdersbijeenkomst met de makers op een later moment”. Maar het mooiste is, ik vind het helemaal niet erg, het is gewoon een leuk idee, ik ben in contact gekomen met de initiatiefnemer en het is leuk om daar een bijdrage aan te leveren. En zie hoe het werkt, ik ben nu zelf ook reclame aan het maken.

Het laatste project is de ontwikkeling van een app (Toogethr, via oneplanetcrowd) die helpt bij het carpoolen. Nog 47 dagen voor de funding, slechts 3% van het benodigde geld is binnen. Ik krijg geen rendement op mijn investering, wel een tegoedbon ter waarde van mijn investering om met andere te carpoolen. Ook hier dus een tegenprestatie in natura.

Voorlopige conclusies crowdfunding

Symbid en Oneplanetcrowd hebben de meeste projecten om in te investeren en daar zitten ook leuke inspirerende projecten bij. In de andere sites ben ik gewoon zeer teleurgesteld.

Crowdfunding is marketing, dat is tenminste mijn conclusie. Ik verwacht niet dat veel mensen op zoek gaan naar leuke projecten om in te investeren zoals ik nu doe. De weg zal eerder zijn dat ze op de een of andere manier in aanraking komen met een leuk project en besluiten te investeren. Dat kan doordat de initiatiefnemer bestaande klanten benadert, familie en vrienden inzet, sociale media gebruikt etc. Dat betekent dat de platforms er niet zozeer zijn voor investeerders die geld kwijt willen maar voor mensen die een idee hebben en een medium zoeken dat de administratieve rompslomp afhandelt. Het gebrek aan aanbod hoeft dan ook niet zo erg te zijn. Blijkbaar is er niet zoveel behoefte aan crowdfundingof in ieder geval niet via een platform. Mijn zoektocht heeft wat dat betreft een beetje de verkeerde invalshoek.

Uiteindelijk gaat het bij mij toch voor een groot deel om emotie. Je zou kunnen zeggen dat crowdfunding op een hele slimme manier gebruikt maakt van allerlei denkfouten die wij steeds maken (zie onze serie). Het idee is leuk, iemand is sympathiek, het is een bekende etc. eigenlijk hele slechte argumenten voor een investering.

Als laatste een praktisch punt, de investeringstermijnen. Daar knelt het wat mij betreft. Wie heeft er nou zin om 300 dagen te wachten voordat duidelijk is of een project doorgaat? Juist als je ‘emotioneel’ betrokken bent wil je toch snel resultaat? En, als het in 100 dagen niet lukt om het geld bij elkaar te krijgen, lukt het dan wel in 200 of 300 dagen?

 

Stijn van Liefland

Crowdfunding in de praktijk 1, eerste indrukken

Naar aanleiding van ons laatste artikel over crowdfunding heb ik besloten er wat meer studie van te maken. Met het idee middels crowdfunding geld te investeren in een aantal interessante projecten heb ik (op maandag 19 november 2012) een aantal crowdfundingplatforms bezocht. Ik hoop dat dit weer inzichten oplevert in de vraag hoe we crowdfunding kunnen gebruiken bij het type projecten waar wij in de dagelijkse praktijk mee te maken hebben (onze fysieke leefomgeving). We gaan hier meerdere artikelen aan wijden en verzamelen alles in het dossier crowdfunding, vandaag de eerste indrukken.

Ik heb verschillende sites bezocht op zoek naar investeringsmogelijkheden. Dat klinkt heel stoer, maar mijn budget is beperkt en vooral bedoeld om te kijken wat er mogelijk is. Vijf algemene sites:

En twee specifieker:

Hierbij heb ik me beperkt tot Nederlandse sites met het idee dat als je met crowdfunding iets wilt doen aan onze leefomgeving je op lokaal of regionaal niveau moet opereren.

Algemene platforms

Hier kunnen alle soorten projecten zich aanmelden voor financiering. Dit loopt uiteen van investeringen in nieuwe productiegoederen, een bloemenzaak en een persoonlijke lening voor het verbouwen van een woning. Je zou denken, daar moeten leuke projecten bijzitten, maar er is iets raars aan de hand. Op vrijwel alle sites is slechts een heel beperkt aantal projecten waar op ingeschreven kan worden. Crowd about now heeft twee projecten, geld voor elkaar heeft er vier en Share 2 Start  en Seeds hebben er beide ook slechts twee. Uitzondering is Symbid, hierop zijn 27 projecten te vinden (overigens staat in ieder geval één project er twee keer op, maakt dus 26). Deze zijn voor een groot deel in het Engels wat doet vermoeden dat het buitenlandse projecten zijn die ook in Nederland aangeboden worden. Op de site wordt niet duidelijk of Symbid internationaal opereert of niet.

Waar ik dacht te kunnen kiezen uit een stuwmeer van initiatieven wacht hier dus een eerste teleurstelling, weinig aanbod. Een tweede teleurstelling is de inhoud van de projecten, maar meer daarover in de volgende aflevering. Opvallend is dat de sites wel allerlei successen laten zien. Zo is bij geld voor elkaar een project van € 125.000,= gefinancierd, het gaat hier om de opschaling van een succesformule (horeca). Ik zie twee rare zaken. Ten eerste hoe kan het dat het aanbod aan projecten zo klein is als er zoveel succesvolle projecten zijn afgerond? Heb ik iets gemist, kijk ik op de verkeerde sites, is iedereen naar een ander platform gegaan? Ik ben natuurlijk relatief nieuw, maar het zou me verbazen als ik het belangrijkste platform gemist heb.

Een tweede punt, waarom lees ik niets over projecten die niet zijn gefinancierd? De investeerders krijgen dan hun geld terug, maar waar zijn deze projecten gebleven. Kennelijk worden ze zo snel mogelijk van de sites gehaald of ze worden allemaal gefinancierd. Dat laatste lijkt mij onwaarschijnlijk maar daarover meer in het volgende artikel. Ik vind dat weinig transparant. Ik zou graag willen weten welke projecten wel en niet geslaagd zijn en daarmee welke meer en minder kansrijk zijn. Als ik immers geld investeer in een project en we weten pas over 100 dagen of er voldoende geld binnenkomt dan staat mijn geld 100 dagen vast. In die periode kan ik het niet ergens anders in investeren of er wat leuks mee doen. Dat betekent dat je dus beter kunt wachten tot tegen het einde van de crowdfunding periode. Ook voor de ondernemer die een project inbrengt is het leerzaam te zien welke projecten wel en niet gefinancierd worden.

Specifieke platformen

Deze richten zich op een bepaald domein, Tenpages.com voor het uitgeven van een boek en Cinecrowd voor het produceren van films. Internationaal is er Kickstarter voor alle creatieve ideeën maar die laat ik hier even buiten. Opvallend, hier zijn wel volop mogelijkheden om te investeren, tientallen boeken en zo’n 15 films. Eigenlijk niet zo gek, crowdfunding komt uit de culturele hoek en dat is te zien. Het ziet er goed en toegankelijk uit. Bij Tenpages wordt nog de schijn opgehouden van financieel rendement (ik twijfel daaraan, maar ook daarover later meer) bij Cinecrowd krijg je gewoon iets leuks. Een DVD van de film, een bezoek aan de set, een workshop met acteurs en regisseurs, bijwonen van de première etc. Eigenlijk heel aantrekkelijk, ook hier gaan we in een latere aflevering verder op in.

Voorlopige conclusie

Los van de inhoud, bij de algemene platformen toch een hele grote teleurstelling. Blijkbaar stelt crowdfunding nog niet zo veel voor of werkt het gewoon niet. Anders zou je verwachten dat de projecten staan te dringen om op zo’n site te mogen. De twee specifieke platformen werken blijkbaar wel.  Wat de succesfactor is, blijft voor mij gissen, een trouwe groep investeerders, emotionele binding, de fun factor? Blijft de vraag over of ik dan toch iets gemist heb. Waarschijnlijk zijn er ook aardig wat projecten die buiten dit soort platformen om zelf aan crowdfunding werken. Daar moeten we dus ook naar op zoek gaan.

Volgende aflevering meer over de inhoud van de aangeboden projecten op de genoemde platformen.

 

Gevaren van crowdfunding?

Wij hebben al een aantal maal over crowdfunding geschreven, het blijft een interessant fenomeen. Afgelopen zaterdag stond er in de Volkskrant een groot artikel over “de gevaren van crowdfunding”. Het prikkelde mij wel, de gevaren van crowdfunding, ik dacht aan verminderde belastinginkomsten voor de staat of allerlei onbedoelde (negatieve) neveneffecten. Gelukkig het blijkt allemaal mee te vallen.

Als eerste gaat het artikel in op de bedragen die in crowdfunding omgaan. De afgelopen tijd hoor ik er steeds meer over maar het gaat vooralsnog niet om grote bedragen. Totaal gaat het om 2 miljoen die daadwerkelijk geïnvesteerd wordt en 4 miljoen in de vorm van donaties (samen dus 6 miljoen). Eerlijk gezegd was ik nogal verrast, ik had verwacht dat het om veel grotere bedragen zou gaan. Eén project is er buiten gehouden, de bouw van twee windmolens, een initiatief van Greenchoice, hiermee werd 7 miljoen opgehaald. Mijn eerste conclusie, crowdfunding is echt nog heel marginaal, maar het maakt het wel mogelijk om een groot kapitaal bij elkaar te krijgen (zie Greenchoice).

Het is interessant te kijken hoe dat succes van Greenchoice tot stand is gekomen. Het gaat hier om het project winddelen (inschrijven niet meer mogelijk). Een winddeel kost € 351,=, de jaarlijkse kosten zijn € 16,=. Het verwachtte rendement bij gelijkblijvende energieprijzen is 4,2%, bij stijgende energieprijzen wordt het rendement uiteraard hoger, met dalende energieprijzen wordt geen rekening gehouden. (kijk hier om de berekeningen te volgen) Een aardig rendement en tegelijk een bijdrage aan een betere wereld. De site vermeldt tevens: “MilieuCentraal heeft de berekeningen geverifieerd en bevestigt dat investeren in Winddelen gunstig is”.

Om wat verder in de materie te duiken ben ik mij gaan aanmelden en op zoek gegaan naar de kleine lettertjes. Drie zaken vallen me op. Als eerste, ik moet starten met aanmelden om statuten en voorwaarden te vinden, op een andere mannier kom ik er niet bij. Ten tweede moet ik ook stroom gaan afnemen van Greenchoice, zolang als ik aandeelhouder ben. Eigenlijk best raar, als ik aandelen koop van Philips kan ik toch ook gewoon producten van Sony blijven kopen? Komt bij, op de achtergrond speelt een ideële doelstelling, zoveel mogelijke duurzame energie in Nederland. Dan is het volgens mij beter om aandelen bij Greenchoice te kopen en vervolgens groene stroom bij een ander. Zo stimuleer ik immer twee partijen, maar dat terzijde. Als derde valt op dat ik nergens iets lees over calamiteiten. Wat als de windmolen defect raakt, omwaait etc. Moet ik dan opnieuw investeren, heb ik dan geen rendement meer? Na snelle lezing kom ik hier niet uit.

Terug naar de Volkskrant en de gevaren van crowdfunding. Op de Nederlandse economie zal het nog weinig invloed hebben daarvoor gaat er te weinig geld in om. Wat is dan wel het gevaar? Het voorbeeld van Greenchoice illustreert het eigenlijk wel aardig. Ik heb best vertrouwen in het project van Greenchoice gezien de partijen en de mensen die er achter staan. Maar, er blijft veel onduidelijk. Dat is ook het geval bij veel andere crowdfunding initiatieven. Krijg je, je geld terug als er te weinig deelnemers zijn? Hoe wordt het rendement berekend? Hoe groot zijn de risico’s? In geval van Greenchoice, wat gebeurt er bij dalende energieprijzen of als de molen defect raakt? In de Volkskrant wordt dan ook terecht opgemerkt, dat je het als risicodragend kapitaal moet beschouwen en je alleen moet investeren als je het kunt missen. Geen groot gevaar dus, wel goed opletten als je wilt investeren. Maar eigenlijk is het een pleidooi voor een soort keurmerk en een financiële bijsluiter.

Hoe dan ook, het blijft een interessant fenomeen. Ik heb me voorgenomen om een aantal crowdfunding projecten te gaan ondersteunen om zelf maar eens te ervaren hoe dat werkt.

Wordt vervolgd.

 

Stijn van Liefland

 

 

Financiering van landschap 11, Streekfonds (voorlopig slot)

Dit is voorlopig de laatste aflevering in de reeks over financiering van het landschap. Gaandeweg in onze zoektocht is het wellicht meer over natuur en landschap gegaan dan alleen landschap. Tja voor een deel bepalen we de inhoud naar aanleiding van vragen die bij ons leven, voor een ander deel door wat er op onze weg komt. We hebben het gehad over de vraag waarom er geld naar het landschap moet, wat je kunt verdienen met het landschap, wat de waarde is van het landschap en over een zakelijke aanpak. Als we de komende tijd verrassende zaken tegenkomen vullen we het dossier verder aan (suggesties of bijdragen zijn altijd welkom).

Wat mij betreft mist er in de serie nog één onderwerp en dat zijn de financieringsconstructies. In mijn ogen zijn in de kern de financieringsconstructies voor het landschap en natuur niet wezenlijk anders dan voor welk ander thema. Een belangrijk verschil is wel dat er een enorme persoonlijke betrokkenheid is bij natuur en landschap, veel meer dan bij andere thema’s. Er is een aantal constructies dat specifiek hier van uit gaat. Ik wil er in deze aflevering drie behandelen: het streekfonds, de streekrekening en nieuwe Malebossen.

Het vakblad Landwerk heeft in 2011 een special uitgebracht over landschapsfondsen. Kort door de bocht een landschapsfonds is een rekening waar allerlei partijen, burgers, ondernemers, overheden etc. geld op kunnen storten en waar de ontwikkeling of het beheer van een bepaald gebied uit gefinancierd wordt. Het gaat feitelijk om het samenvoegen van geld dat al bestemd was voor het landschap (vanuit de overheid) met donaties van verschillende partijen (daar kan ook de overheid weer bij zitten). De eerste indruk is dat het hier niet om heel grote bedragen gaat. Voor het landschapsfonds Amstelland doneren 1100 mensen €  20,=, dat lijkt weinig. Maar, het interessante is dat een fonds het mogelijk maakt om allerlei potjes bij elkaar te brengen. Zo is er een streekrekening gekoppeld aan het landschapsfonds en dat leverde €  15.000,= aan rentedonaties op. Snel rekenend kom je dan al op € 37.000,=. Of dat veel is kan ik eigenlijk niet beoordelen, het is maar net de vraag wat je voor elkaar wilt krijgen. Het landschapsfonds kan ook een belangrijke rol spelen in de communicatie, een duidelijke betrouwbare plek waar geld heen kan en garantie voor goed beheer van dit geld. De landschapsfondsen bestaan nog niet zo lang, mogelijk gaat het meer leven en nemen daardoor de donaties toe. Zeker iets om in de gaten te houden.

De streekrekening is ooit bedacht door de ASN-bank en overgenomen door de Rabobank. In het kort, geld dat op de rekening wordt gestort blijft van de inleggende partij, die ontvangt daarover ook een normale rente. De inlegger heeft de keuze om minimaal 5% (max. 100%) van de rente te doneren aan het streekfonds. De Rabobank doneert nog eens 5% van de inleg in het streekfonds. Alleen zakelijke partijen kunnen deelnemen aan de streekrekening. Persoonlijke mening, het klinkt mooi, is een goed initiatief, maar als je kijkt naar de bijdrage van de Rabobank is die wel erg mager (corrigeer me, ik wordt graag tegengesproken). Een streekrekening leidt vermoedelijk tot extra klanten voor de bank en dus meer winst en omzet.  5% van de gedoneerde rente is maximaal (als iedereen 100% van de rente doneert en het rentepercentage op een hoge 4% staat) 0,2% van het ingelegde kapitaal. Beetje zuinig van de Rabobank. Maar, na deze kritische noot, de streekrekening het Groene Woud leverde in 2010 een renteschenking van € 130.000,= op, de Rabobank kwam met € 30.000,= (is meer dan die eerdere 5%, mogelijk vonden ze het zelf ook wat mager). Met nog een aantal andere donaties kwamen de inkomsten in 2010 daarmee op € 190.000,=. Ik weet nog steeds niet wat je daar precies mee kunt doen, maar het lijkt mij voldoende voor een aantal leuke projecten (ondanks de enorme omvang van het Groene Woud), zeker als je deze inkomsten jaarlijks weet te behouden. Dus, ondanks kritiekpuntje toch een mooie constructie.

Een heel andere constructie is het idee van nieuwe Malebossen. Nog niet in de praktijk toegepast, maar als idee naar voren gebracht in een rapport van InnovatieNetwerk. Vroeger bestonden er Malebossen die in eigendom waren van de lokale gemeenschap. Iedereen kon daar, op basis van regels, gebruik van maken (jacht, houtkap, vruchten, noten etc.). Dit principe kennen we niet meer maar zou je nieuw leven in kunnen blazen. In feite betreft het een andere vorm van eigendom, in plaats van dat een bos in bezit is van de overheid of een natuurorganisatie is het (deels) in bezit van een groep mensen. Mede-eigenaar word je door je eenmalig in te kopen. Het gaat om een flink bedrag, orde van grote ca. € 1000,=, maar kan ook best meer of minder zijn. Vervolgens blijf je levenslang eigenaar en is het eigendom zelfs overerfbaar. Het bos blijft toegankelijk voor mensen die geen eigenaar zijn. Als mede-eigenaar heb je wel bepaalde voordelen, dat zou bijvoorbeeld kunnen zijn gratis kamperen in het bos, brandhout sprokkelen, in de toekomst profiteren van inkomsten uit het vastleggen van CO2 etc. Overigens geven de bedenkers aan dat deze constructie waarschijnlijk niet voldoende oplevert voor de aanleg en het beheer van bosgebieden. Maar er  zijn meer voordelen, zo is de verwachting dat mensen zich meer betrokken voelen bij het gebied. Dit kan zich bijvoorbeeld uiten door het vrijwillig deelnemen aan beheersactiviteiten waardoor de uitgaven voor beheer weer dalen.

Al deze constructies hebben gemeenschappelijk dat het op lokaal niveau speelt. Zowel burgers als ondernemers vinden het blijkbaar interessant zich te verbinden met natuur en landschap op juist dat lokaal niveau. Daar kunnen we wel wat van leren, ook op andere terreinen (wijkbeheer, zorg) zouden dit soort constructies op lokaal niveau mogelijk moeten zijn.

 

Casus, financiering van onderaf

Pas achteraf realiseerde ik me dat we vandaag slimme financiering in de praktijk hebben gebracht. Financiering van onderaf zien we als één van de mogelijkheden om een wens gerealiseerd te krijgen. Wij  hadden ook een wens, ons verdiepen in een nieuwe instrument BREEAM-NL gebiedsontwikkeling. Het instrument is de afgelopen jaren ontwikkeld en hier te vinden. Wij wilden graag meer weten over het instrument, wat houdt het in, waar kan je het voor gebruiken en is het iets voor ons of onze opdrachtgevers?

We hadden er voor gekozen de beoordelingsrichtlijn goed te lezen en vervolgens te bespreken in een team waar we veel mee samenwerken. Vervolgens kwam het idee daar anderen bij aan te laten sluiten en een uitnodiging te versturen voor deelname. Gevolg positieve reacties en een klein aantal geïnteresseerden. Uiteindelijk hebben we vandaag bij InHolland in Delft met twee docenten, twee ambtenaren en twee adviseurs een interessant gesprek gehad over BREAAM. Zie het als een leesclub die een boek leest en gezamenlijk probeert het boek beter te begrijpen. Het resultaat is wat mij betreft buitengewoon goed, niet alleen meer inzicht in het instrument maar ook meer inzicht in het nut dat het instrument kan hebben voor mij en voor anderen. Oké, er kwamen ook weer nieuwe vragen, maar dat getuigt m.i. eerder van een succes dan van falen.

Waarom is dit nu een vorm van SlimmeFinanciering? Slimme financiering draait wat ons betreft om het rendement, een doel behalen met zo min mogelijk middelen. In dit geval:

  • Het doel is ruimschoots gehaald
  • Het heeft niemand iets gekost (afgezien van reiskosten en tijd)
  • Iedereen is er wijzer van geworden
  • Overcapaciteit is benut / gebruikt (een leeg lokaal bij InHolland)
  • Het netwerk is versterkt, nieuwe contacten zijn ontstaan

Terugkijkend durf ik te beweren dat dit een veel efficiëntere mannier is om kennis van instrumenten, nieuwe nota’s en plannen te vergaren dan het bezoeken van allerlei symposia. Ons voornemen is in ieder geval om de komende tijd nog een paar keer van dit soort bijeenkomsten over andere onderwerpen te organiseren. Het model daarbij, klein gezelschap (maximaal 10 personen), iedereen is gelijkwaardig en levert een actieve inbreng, één persoon bereidt het ten behoeve van het gesprek wat beter voor. Maar, mijn advies, wacht niet op ons maar organiseer zelf wat! (en nodig ons eventueel uit ;-))

Stijn van Liefland

P.S. één van de deelnemers heeft aangeboden de bevinden kort in een verslagje te zetten, t.z.t. komen we terug op de inhoud van de bijeenkomst.

 

Financiële denkfout: intermezzo ‘Natuurlijk is er geld!’

Aanleiding voor dit intermezzo over financiële denkfouten is een artikel in de Volkskrant van 20 september 2012. Morgen spreekt hoogleraar Besturen en Veiligheid Ira Helsloot zijn inaugurale rede uit in Nijmegen. In het interview met hem staan een aantal interessante uitspraken.

Het aardige is dat het artikel rechtstreeks te koppelen is aan 1) onze beslisboom slimme financiering, en 2) aan onze reeks financiële denkfouten.

Les 1: Geld genoeg

De stelling van Helsloot is dat onze overheden irrationeel veel geld uitgeven aan relatief kleine verbeteringen. Als voorbeeld wordt de uitsluiting van mogelijke gezondheidsrisico’s genoemd van straling door hoogspanningsmasten. Mogelijk leidt de hoogspannings straling tot extra leukemie patiënten. Jaarlijks wordt in Nederland bij 110 kinderen leukemie vastgesteld. Uitsluiting van het stralingsrisico zou wellicht enkele gevallen op jaarbasis schelen. Maar de kosten hiervan zijn extreem hoog. In het artikel wordt een bedrag van 1,7 mrd Euro genoemd.

Het gaat dan niet alleen om de vraag of het uitsluiten van 1 of 2 gevallen per jaar 2 mrd Euro waard is (dus 1 mrd per geval) maar vooral ook om de vraag hoe je met datzelfde bedrag een nog veel groter effect had kunnen bewerkstelligen. Je kunt jarenlang gratis fruit uitdelen op alle basisscholen in Nederland en dat heeft aantoonbaar een groter positief effect op de gezondheid van kinderen dan uitsluiting van mogelijke stralingsrisico’s.

Een koppeling met de economische wetenschap. Ik denk aan de 80/20 regel. Je kunt een probleem voor een flink deel oplossen met 20% van je budget. Het helemaal perfect oplossen (uitsluiten van alle risico’s) kost je buitensporig veel geld, elke extra Euro levert je steeds minder op. Een andere belangrijke is hier het begrip ‘opportunity costs’. Het gaat niet om de absolute kosten en opbrengsten van een opgaaf. Het gaat om wat je nog meer of anders had kunnen doen en wat je dan had bereikt, het gaat om het afwegen van alternatieve aanwendingen van hetzelfde bedrag.

Zo beschouwd is hier sprake van een geweldige nieuwe verdienmogelijkheid, een geweldige financieringsconstructie, een bijzondere vorm van slimme financiering: houdt op met te gaan voor 100% perfectie en en neem genoegen met 80 of 90%. Ga niet voor het behoud van álle denkbare soorten maar beperk je tot de meest wezenlijke (zie verhaal van Bas Haring over biodiversiteit en Panda’s). In termen van onze beslisboom gaat het om het rendement van een investering en het inzichtelijk maken daarvan. Volgens Helsloot worden dergelijke expliciete calculaties nauwelijks gemaakt bij dit soort grote beslissingen.

Geld verdienen doe je dus door prioriteiten te stellen en door expliciet calculaties op hoofdlijnen te maken en de discussie daarover aan te gaan.

Maar waarom handelen we dan toch op deze wijze, als het aantoonbaar irrationeel is? Dobelli spreekt hier van de ‘nulrisico’ denkfout. In onze reeks komt die onder nummer (14) uitgebreider aan de orde. Psychologisch zijn wij zo voorgeprogrammeerd dat we overmatig gefocussed zijn op het volledig uitsluiten van grote fouten. Verzekeraars maken handig gebruik van deze denkfout want we willen hier graag voor betalen maar kopen meestal een illusie (hoe hoog je de investering ook maakt, helemaal uitsluiten gaat gewoon niet lukken). Maar blijkbaar maken onze politici ook gebruik van deze denkfout door niet te verantwoorden hoge bedragen uit te trekken voor een schijnzekerheid en dat omdat onze burgers dat nu eenmaal willen.

Les 2: Het is een spel

Toch ligt dat laatste genuanceerder. Het zou suggereren dat burgers schreeuwen om het afdichten van alle risico’s ongeacht het gemoeide bedrag. Helsloot beweert dat de burger helemaal niet zo irrationeel is. In experimenten blijkt dat als je diezelfde burger vraagt in de schoenen van de wethouder of minister te gaan staan om de investerings afweging te maken hij snel beseft dat het om een onredelijke afruil gaat. Als je kind onder een hoogspanningsmast woont en speelt ga je als burger dus tot het uiterste want het gaat wel om jouw kind (en niet om jouw geld). Als je even afstand neemt dan zie je echter wel degelijk dat het bedrag buiten proportie is (maar dat weerhoudt je niet om je eigen belang gewoon overeind te houden).

De denkfout die hier mee samen hangt is de ‘incentive-superresponse neiging’, nog te behandelen onder nummertje (10) in de reeks financiële denkfouten. De les van deze denkfout is dat je elke uitspraak moet inwegen met het achterliggende belang. Ook hier noemt Helsloot weer een mooi voorbeeld. We stellen een speciale commissie in het leven om onze veiligheid te garanderen. De experts in de commissie gaan aan het werk en komen met voorstellen om de tunnel nog veiliger te maken. Nog een nooduitgang erbij, en inderdaad, de tunnel wordt nog veiliger. De expert gaat voor maximalisering van waar hij voor gevraagd wordt, dat is zijn opgaaf, dat is zijn belang. Als de tunnel later onveilig bleek te zijn krijgt hij het op zijn dak. Maar de expert wordt niet gevraagd hoe het zit met de balans tussen extra kosten van de maatregel en hoeveel veiligheid dat nog aan de marge oplevert. En al helemaal beantwoordt hij niet de vraag naar hoe je datzelfde geld op een andere manier kunt inzetten en een nog hogere veiligheid kunt krijgen.

Rudy van Stratum

Agrarische herbestemming Millheeze

Gisteren hoorde ik op BNR nieuwsradio een item over agrarische herbestemming in het Brabantse Millheeze. Aan het woord waren een varkensboer en zijn makelaar. De varkensboer was min of meer gedwongen op te houden met zijn bedrijf (zag dat zelf ook wel in, onvoldoende rendabel bij de huidige schaalgrootte en uitbreiding was geen optie) maar had dan geen pensioen. De gemeente ziet de boer ook het liefst verdwijnen en wil niet tegen leegstaande stallencomplexen aankijken.

Een variant op leegstand kantorenmarkt wellicht, maar dan in het klein en op de lokale agrarische markt.

De makelaar had een oplossing bedacht. Hij is naar de gemeente gestapt en heeft gevraagd of de agrarische bestemming eraf mocht zodat er huizen gebouwd zouden kunnen worden. De marktpartijen zouden dan verder zorg dragen voor de sloop en afvoer van gevaarlijke stoffen etc.

Ik was eens benieuwd naar hoe de constructie er uit ziet en hoe de financiële stromen ongeveer lopen. Ik heb er wat cijfers aangehangen. De casus gaat over Millheeze maar de getallen zijn verder fictief, puur ter illustratie en om het hopelijk duidelijker te maken. Het enige dat in het interview werd meegegeven was dat er 8 huizen op de lege stalruimte zouden komen.

Oude situatie

Ik ga ervan uit dat er stallen staan op een plak grond van 20 bij 80 meter, dus een oppervlakte van 1.600 vierkante meter. Laat de agrarische grondprijs nu eens € 25 per vierkante meter zijn. De gemeente zou de agrariër (ik gebruik hierna weer boer, is toch korter) dus kunnen compenseren voor de grond ter waarde van 1.600 x € 25 = € 40.000. Als de panden dan vervolgens gesloopt moeten worden dan kost dat nog eens (stel) € 40.000. De gemeente zou in dit geval kwijt zijn € 80.000 (€ 50 per vierkante meter) om de grond terug te geven aan de natuur. Nog los van de vraag of de boer bereid is voor € 40.000 zijn grond te verkopen want het probleem blijft dat hij dan nog steeds geen acceptabele pensioenvoorziening heeft. En zoals we al stelden: de gemeente zal geen € 80.000 ‘over’ hebben voor deze transformatie.

In een plaatje ziet het er als volgt uit:

Nieuwe situatie

Nu dan naar de oplossing waarvoor gekozen is. Er komen 8 huizen op de grond te staan. Laten we zeggen dat per huis een plak grond is gereserveerd van 10 x 20 meter, oftewel per huis een oppervlakte van 200 vierkante meter waarop huis en een stukje tuin komen. Ik ga ervan uit dat zo’n huis een prijs VON op de markt zal doen van € 200.000. Het bouwen van het huis (kosten van arbeid, materiaal en een winstmarge voor de bouwer) kost zeg € 140.000.

De residuele grondwaarde is dan € 200.000 – € 140.000 = € 60.000. Dit wil zeggen dat wil het huis voor de marktprijs verkocht kunnen worden, dat je dan maximaal € 60.000 voor de grond kunt/mag betalen. Per vierkante meter is de residuele grondprijs dan € 300. Wat blijft er dan aan geld  ‘over’ op deze lap grond met 8 huizen? In principe dus 8 keer € 60.000 maar daar gaan vanaf de kosten van sloop (€ 40.000) en de kosten van het bouwrijp maken (zeg voor het gemak ook € 40.000). De deal die hier wordt voorgesteld heeft dus een ‘windfall profit’ van € 400.000 (namelijk € 480.000 minus 2 keer € 40.000 voor sloop en bouwrijp maken).

In een plaatje:

Evaluatie

Deze deal heeft de situatie omgetoverd van een dreigend tekort van de gemeente van € 80.000 bij geen pensioenvoorziening van de boer, naar een situatie van een te verdelen overschot van € 400.000 waarbij ook nog winst wordt gemaakt door de bouwer en de toeleveranciers, werkgelegenheid ontstaat en woonruimte voor gezinnen beschikbaar komt.

De kernvragen zijn: waar komt de winst vandaan en wat is een redelijke verdeling van de ontstane winst?

De winst ontstaat doordat de gemeente een (kunstmatige) beperking op de mogelijkheden van gebruik opheft waardoor nieuwe lucratieve aanwendingen van die grond mogelijk worden. Het instrument van het wijzigen van het bestemmingsplan (in handen van de gemeente) kan dus zomaar voor gratis geld zorgen. Verder is natuurlijk van belang dat de verkoopprijs van een huis van deze omvang op deze locatie een bepaalde prijs ‘doet’. In wezen is er sprake van een raar fenomeen, namelijk dat de kale bouwprijs van een object lager is dan wat men ervoor wil betalen. Dat is precies wat die residuele grondwaarde weergeeft.

Waar gaat die winst nu naar toe? Het antwoord weet ik natuurlijk niet feitelijk. Maar ik schat zo in dat de boer zijn pensioenvoorziening krijgt van € 300.000 en dat de makelaar in zijn rol als projectontwikkelaar de resterende € 100.000 toucheert (of dat geld verdeelt met een andere projectontwikkelaar die verder het risico van bouw en verkoop neemt). Mijn inschatting is dat de gemeente blij is van een probleem verlost te zijn (mooi huizen bouwen en geen € 80.000 kwijt zijn) en geen geld ontvangt voor deze wijziging in bestemming.

Feitelijk gaat het hier echter om een speltheoretisch concept waarbij de gemeente vooraf kan uitonderhandelen wat de optimale afroming van het surplus is zodat alle partijen aan de marge nog bereid zijn aan de deal mee te werken. Een gemiste kans? Of een goede zaak? BNR gaf de makelaar in ieder geval een platvorm zijn spullen nu al aan de man te brengen. Over de verdeling van de winst en waar die vandaan komt is met geen woord gesproken.

Rudy van Stratum

Social Impact Bonds (2)

Een maand of wat geleden werd hier voor het eerst melding gemaakt van het in de UK bekendere fenomeen (constructie) Social Impact Bonds, zie blog van 25 juni 2012. Ik heb daarin toegezegd nog nader in te gaan op wat in mijn ogen nu de kern van de constructie vormt.

Laten we daarvoor de spelers die bij dit spel betrokken zijn eens nalopen. Achtereenvolgens: de overheid, de contracterende partij, de uitvoerende dienstverleners en de consument.

De overheid

De overheid is op enig moment verantwoordelijk voor het oplossen van een probleem en biedt daarvoor bepaalde diensten aan. Bijvoorbeeld: het oppakken en veroordelen van criminelen en ze daarna voor een zekere periode opbergen. Resultaat: een veiligere samenleving. Aanleiding van de constructie is volgens mij tweeledig:

  • De maatschappij is niet tevreden over die dienstverlening
  • De kosten van het aanbieden van de dienst zijn (te) hoog

Oftewel: voor deze constructie moet er een besef bestaan dat het beter en/of goedkoper kan.

De contracterende partij

De onvrede over beter of goedkoper wordt vertegenwoordigd door een nieuwe coalitie van partijen. Het kan gaan om buurtcomité’s, goede doelen acties etc. Deze partijen laten zich vertegenwoordigen door een nieuwe (juridische en bestuurlijke) coalitie. Voor de hand ligt een stichting of een cooperatie. De overheid contracteert deze partij om de dienstverlening te verbeteren en te optimaliseren. Hiervoor worden precieze afspraken gemaakt over de meetbare kwaliteiten van de dienstverlening. Laten we zeggen dat dit de kenmerken van een SLA heeft (Service Level Agreement).

De contracterende partij laat zich door de overheid betalen op basis van de afgesproken prestaties in de SLA. Dat is win-win: de overheid is goedkoper af en de contracterende partij verdient geld. Hier staat tegenover dat de coalitie risico loopt bij het niet nakomen van de verplichtingen en afspraken. Niet onbelangrijk: de coalitie krijgt pas achteraf betaald. Vooraf moeten de achterbannen dus geld voorschieten.

Kenmerken voor deze constructie:

  • De achterbannen hebben een goede doelen achtergrond
  • En nemen genoegen met minder rendement en/of een langere tijdshorizon

Hier lijkt sprake te zijn van een soort afruil. Het lijkt een zwakte van de constructie dat er partijen genoegen moeten nemen met een lager rendement. Mogelijk is een sterkte dat ze een inhoudelijk of moreel commitment hebben met het onderwerp.

De uitvoerende partijen

In wezen is hier niet zo veel bijzonders aan de hand. De coalitie is vooral een bestuurlijk onderhandelings vehikel die het echte werk overlaat aan bijvoorbeeld marktpartijen en daar gewoon conform afspraak voor betaalt. De uitvoerende partijen lopen in principe geen risico. Hooguit kunnen ze bij gebleken ongeschiktheid vervangen worden door een andere uitvoerende partij. Uit de voorbeelden leid ik af dat ook bij de uitvoering overigens ideele partijen ingeschakeld worden.

De consument

De consument is hier de eindafnemer van de dienst. Dat kan hier gaan om de gevangene die effectiever wordt behandeld (en niet meer zo snel de fout in gaat na vrijlating) maar vooral ook de burger die kan genieten van meer veiligheid. De consument hoeft hier alleen maar van de betere dienst te genieten.

Outsourcing onder randvoorwaarden

Alles op een rijtje zettend gaat het hier om outsourcing van een overheidsdienst. Weliswaar outsourcing onder randvoorwaarden. De randvoorwaarden voor een succesvolle outsourcing zijn daarmee:

  • Het moet gaan om een bestaande dienst die door een overheid niet goed genoeg of te duur wordt uitgevoerd. Het gaat om besparingspotentieel van iets bestaands.
  • Er moeten ideele achterbannen bestaan die niet tevreden zijn, iets met de inhoud hebben en bereid moeten zijn geld voor te schieten en genoegen te nemen met een lager rendement.

Het lijkt me dat deze constructie niet geschikt is voor het financieren van iets nieuws waar nu geen geld voor beschikbaar is. Als voorbeeld: het groen in een wijk waar geen geld beschikbaar is voor het onderhoud. Als er geen geld beschikbaar is kan er ook niet op bezuinigd worden toch? Of zou het wel kunnen als je hier met een integrale bril naar kijkt? Als er een coalitie opstaat die zegt: wij willen dat groen wel aanleggen en onderhouden maar dan wel als we een deel van de bijbehorende ambtenarentaken (en salarissen) mogen overnemen. Uiteindelijk ga je dan de hele overheid naar de maatschappij terug plaatsen. Is toch iets vreemds aan de hand.

Rudy van Stratum