Categoriearchief: Rendement

Over prijs en waarde

Vanmorgen trof ik in mijn in-bakje een lezenswaardig artikel aan onder de titel ‘5 misvattingen bij waarderen’. Het origineel van de hand van beroepsvaluator dr Jan Vis is hier te vinden:
5 misvattingen bij waarderen

En om meer te doen dan gewoon een link naar een ander artikel opnemen, voeg ik er mijn eigen samenvatting bij. Ik lees het artikel als een setje vooronderstellingen (die niet zo expliciet worden benoemd) en met een aantal daarbij horende gevolgtrekkingen. Die gevolgtrekkingen worden als mogelijke misvattingen gepresenteerd. Misvattingen die natuurlijk bedoeld zijn als tips bij eigen handelen.

Vooronderstellingen:

  1. Binnen de onderneming werken ondernemers met causale rationele verbanden (gokken doen ze in het casino).
  2. Door het handelen van ondernemers wordt via combineren van productiefactoren (middelen) naar verwachting resultaat opgeleverd.
  3. Resultaat = economische waarde.
  4. Economische waarde wordt berekend door toekomstige verwachte kasstromen contant te maken (de zogenaamde ‘discounted cash-flow’ methode).
  5. De omgeving waarin dit gebeurt kenmerkt zich door transparante markten, volledige mededinging en volledige informatie voor alle deelnemers.

Gevolgtrekkingen:

  1. De prijs is niet de waarde. De waarde is zoals gezegd de stroom toekomstige (meer-) ontvangsten. De prijs is wat uiteindelijk in de transactie tussen koper en verkoper wordt betaald. Je zou kunnen zeggen dat voor een geslaagde transactie de prijs lager moet zijn dan de waarde voor de kopende partij maar hoger dan de waarde voor de verkopende partij. Deze laatste wordt ook wel de opgeofferde waarde genoemd. Dus: opgeofferde waarde < prijs < economische waarde (voor koper). Een transactie is pas geslaagd als die voor beide partijen een meerwaarde oplevert. Impliciet is hiermee ook gezegd dat economische waarde subjectief (=afhankelijk van het subject dat waarde toekent) wordt bepaald. En dat is te verklaren vanuit een verschillende positie en een verschillende situatie van de waarderende partijen.
  2. Het verleden speelt maar een bescheiden rol bij de waarderingen van de verschillende partijen. Of beter gezegd: zou een bescheiden rol moeten spelen. Welke kasstromen in het verleden allemaal gerealiseerd zijn is niet bepalend voor de nieuwe eigenaar. Het gaat zoals gezegd om de toekomstige kasstromen. Als metafoor wordt wel gebruikt: als je een wijngaard koopt dan is het mooi als die jaren lang veel druiven heeft geleverd (wijngaard = te kopen object, druiven = kasstromen). Maar de boom kan ziek worden, de grond vervuild zijn geraakt en misschien had de vorige eigenaar wel een bijzondere gave voor hoge oogsten die bij de verkoop verloren gaat. Omgekeerd zou ik zeggen: als de wijngaard nog nooit druiven heeft geleverd is dat wel degelijk relevante informatie. De rol die het verleden speelt zit daarmee meer in de vooronderstellingen: je hebt bij koop het recht om alle relevante informatie te kennen.
  3. Winsten hebben nauwelijks relatie met de waarde. Uiteraard wordt hier bedoeld: winsten uit het verleden. Het gaat immers om de winsten van de toekomst. De verwachte winsten, beter gezegd. Nee, nog correcter: verwachte kasstromen. Winsten zijn een fictief boekhoudkundig iets, door allerlei regels en afspraken (van de belastingdienst, van de beroepsgroep accountants etc) ‘mag’ je bepaalde dingen niet zomaar in je schriftje zetten. Als je een grote investering doet (=veel geld uitgeeft = een grote negatieve kassstroom) mag je niet zomaar je boekhoudkundige winst drukken. Daartoe hebben we afgesproken dat we dat over een aantal jaren uitsmeren via de fictie van ‘afschrijvingen’. Door dit soort constructies lopen kasstroom en winst niet meer in de pas. Geeft niks: gewoon naar kasstroom blijven kijken. De praktijk leert echter dat de winsten uit de boekhouding toch serieus worden genomen, en daarbij vergeten kopers wel eens dat winsten tot op grote hoogte manipuleerbaar zijn en dus weinig zeggen over de echte economische waarde van de toekomst.
  4. De vierde tip lijkt een spiegelbeeld van de vorige tip. Sommige valuators die het licht hebben gezien knopen dat in hun oren: het gaat om toekomstige kasstromen. En die moeten netjes worden berekend in een spreadsheet. En dat doe je door de correcte disconteringsvoet te hanteren. Jan Vis stelt dat het geen uitzondering is dat valuators deze discontovoet tot 3 cijfers achter de komma hanteren. Maar dan sla je dus door. Dat kan helemaal niet, het gaat over toekomstige verwachte kasstromen en die zijn per definitie met veel onzekerheid omgeven. De ruis om de bedragen is al zo groot dat het exacte percentage waarmee je contant maakt niet zo relevant is, sterker nog: tot schijnzekerheid leidt.
  5. De 5e tip is misschien nog wel de meest wijze. Waarde kan alleen worden vastgesteld rondom een specifieke transactie. We hadden al geconstateerd dat waarde aan een subject is verbonden (iemand moet immers verwachtingen hebben en gaan handelen). Maar dat doe je niet in het luchtledige, dat doe je rondom een specifieke invulling van de aankoop, oftewel in een specifieke context of transactie. Als iets er dus zomaar ligt of staat dan is het zonder specifieke vraagstelling (en zonder concrete subjecten koper en verkoper) onmogelijk tot een waardering te komen.

Dit zijn overigens mijn 5 conclusies, niet die van Jan Vis (hoewel ik zijn redeneerlijn wel stevig volg, maar om te voorkomen dat ik een opmerking krijg van: Jan Vis noemt bij punt 5 een andere conclusie (dat klopt dus)).

Waardevolle inzichten. Maar, en daar zal Vis vast anders over denken, het is echt wel denken vanuit een bepaalde school. Toen ik de dikke handboeken van Weston & Copeland (en zo zijn er nog honderden) bestudeerde was dit revolutionair gedachtegoed. Je kon er op promoveren en hele mooie modellen van maken. Inmiddels weten we dat de wereld vaak zo niet werkt. We hebben niet de volledige informatie, we handelen niet altijd rationeel, er zijn transactiekosten en zo verder en zo verder. Hebben de valuators zitten slapen de afgelopen 10 jaar? Hoe de prijs écht tot stand komt is een oneindig meer genuanceerd verhaal, zo complex dat de economische wetenschap nog decennia nog zal hebben om tot nieuwe generaties modellen te komen. Dus ‘moderne waardering’ is eigenlijk al oud denken.

Rudy van Stratum

Financieringsvragen bij ruimtelijk planproces

Regelmatig geef ik cursussen en workshops over een duurzame ruimtelijke ordening. Centrale vraag, hoe zorg je dat ambities tot realiteit komen. Financiering is daarbij een belangrijk aspect dat vaak onderbelicht blijft. Al lange tijd loop ik daarom met het idee rond te komen tot een soort checklist die laat zien wat je nou in welke fase van het proces moet organiseren. Met andere worden, welke financieringsvragen zijn nou op welk moment van belang?

In het onderstaande overzicht heb ik financieringsvragen gekoppeld aan een veel gebruikelijkte fasering en tevens aangegeven welke financiële denkfouten op de loer liggen. De nummers bij de denkfouten verwijzen naar de artikelen (die deels nog moeten verschijnen).

Wat voor het ruimtelijk planproces geldt gaat natuurlijk ook op voor heel veel andere processen. Het is dan ook onze ambities vanuit dit eerste overzicht in een aantal stappen te komen tot een defnitief overzicht met fasering, vragen en denkfouten dat in verschillende vakgebieden gebruikt kan worden. Een beetje dezelfde aanpak als met onze beslisboom, daar hebben we ook een aantal voorlopers van gepubliceerd. Wij gaan er verder over nadenken en houden ons aanbevolen voor verbeteringen, suggesties etc.. (klik op afbeelding voor pdf) financiering planproces-01

 Stijn van Liefland

Crowdfunding in de praktijk 3, de initiatiefnemer

In het kader van mijn zoektocht naar de mogelijkheden van crowdfunding heb ik vorige week een gesprek gehad met Peter Dubois, één van de initiatiefnemers van het product “Lost in Time”. Ik heb daarin geïnvesteerd en zo kwamen we met elkaar in contact. We hebben het vooral gehad over crowdfunding maar afgesproken om elkaar ook nog een keer te spreken over de rol van een game, als Lost in Time, bij ruimtelijke kwaliteit. Wat er verder van komt weet je natuurlijk pas achteraf. Maar het is al de eerste positieve spin off van een investering, nieuwe contacten, nieuwe netwerken. Ons gesprek ging over de ervaringen van de initiatiefnemer met crowdfunding.

Waarom crowdfunding?

Tempeest is een samenwerking van een aantal zelfstandige ondernemers dat is ontstaan om gezamenlijk het idee voor de game “lost in time” uit te werken (Location Based Game). Omdat er geen omzet is en het samenwerkingsverband nieuw, was het lastig geld bij een bank te lenen. Er zijn diverse fondsen aangesproken voor financiering maar dat heeft geen resultaat gehad. In eerste instantie is daarom door middel van eigen uren en een beperkte subsidie (voor inhuur van specifieke diensten) een eerste versie van het spel ontwikkeld. Deze eerste versie kan inmiddels gespeeld worden in de oude binnenstad van Utrecht. Met een aantal aanpassingen kan de game ook in andere oude binnensteden gespeeld worden, zo’n 25 steden in Nederland komen hiervoor in aanmerking.

Tempeest wil nu een marketing campagne opzetten om de game bekendheid te geven bij gezinnen met kinderen die bij de VVV een iPad kunnen huren of het spel kunnen kopen in de app-store. Om de marketing professioneel aan te pakken is een geld nodig voor de onder andere de inhuur van een bureau, drukkosten en reclamekosten. In het voorjaar van 2012 kwam het idee op om door middel van crowdfunding de benodigde € 40.000,= bij elkaar te krijgen. Symbid sprak daarbij het meeste aan, investeerders worden aandeelhouder van het bedrijf en de hoop is dat ze daarmee ook ambassadeur van het bedrijf worden. De gezamenlijke investeerders worden voor 6% aandeelhouder.

Campagne

Maar hoe werkt dat nou zo’n crowdfunding campagne? Je meld je aan bij Symbid, dient een plan in en al vrij snel staat het idee op de site. Dat gaat eigenlijk heel gemakkelijk. Vreemd is dat een aantal keuzes door Symbid worden gemaakt. Bijvoorbeeld de looptijd van de crowdfunding periode, deze is met ca. 400 dagen erg lang. Daar kan vast wat aan gedaan worden maar Tempeest heeft dat zo gelaten maar hoopt het bedrag eerder bij elkaar te krijgen.

Veel mensen investeren kleine bedragen, maar een aantal komt met grote investeringen (ca. € 1000,=). Vooral bij de grotere investeringen komen er ook vragen over het businessplan. Investeerders zijn kritisch en willen weten waar het geld aan besteed wordt en hoe er uiteindelijk een positief rendement ontstaat. Peter geeft aan dat reclame maken belangrijk is. “Als we veel publiciteit maken rondom onze crowdfunding zien we dat in korte tijd relatief veel nieuwe investeerders komen. Als we niets doen komen er geen of weinig investeerders bij. Je moet dus actief blijven en dat kost weer een hoop tijd.” Flauw gezegd, er gaat dus een hoop tijd zitten in de marketing van een crowdfunding campagne die uiteindelijk de marketing (door een gespecialiseerd marketingbureau) moet financieren.

Op dit moment is ruim de helft van het benodigde bedrag binnengehaald (€ 22.600,= van de € 40.000,=). Dit is bij elkaar gebracht door ruim 100 investeerders, gemiddeld dus zo’n 200 euro. Maar niets is zeker, op Symbid kunnen investeerders zich ook weer terugtrekken en dat is ook bij Tempeest gebeurt. Dat betekent dus dat campagne voeren tot het einde nodig blijft.

(Verborgen) kosten

Al eerder noemde ik de tijd die in de crowdfunding campagne gestopt wordt. Feitelijk een grote kostenpost die niet erg zichtbaar is omdat het gewoon eigen onbetaalde uren zijn. Maar er zijn er meer, 5% van het opgehaalde bedrag gaat naar Symbid voor de geleverde diensten. Ook het oprichten van een investeringscoöperatie (waarin alle aandeelhouders vertegenwoordigd zijn) kost geld. Andere kosten die samenhangen met de crowdfunding zijn onder andere het onderhouden van de pagina’s op Symbid, het beantwoorden van vragen, het toelichten van het investeringsplan etc. Ook in de toekomst is er nog wat te verwachten, informatieverstrekking naar de aandeelhouders, het organiseren van een ‘evenement’ voor de wat grotere investeerders etc. Maar het is eigenlijk wel helder. Tempeest heeft wel tijd maar geen geld en kiest ervoor deze tijd in te zetten om aan financiële middelen te komen. Dat geld (in echte Euro’s) is nodig om het project van de grond te krijgen, crowdfunding is hiervoor een oplossing die lijkt te werken.

Overigens zijn er natuurlijk ook allerlei verborgen baten. De crowdfunding campagne geeft bekendheid aan de game, er ontstaan nieuwe contacten en netwerken en er ontstaat een groep van ambassadeurs. Op termijn levert dat wellicht veel meer op dan de hele financiële kant van crowdfunding.

Reflectie en conclusie

Tot slot een kritische kanttekening en weer een voorlopige conclusie. Uit het gesprek wordt duidelijk dat een crowdfunding campagne niet vanzelf gaat. Er wordt tot nu toe aardig wat geld opgehaald maar het kost ook tijd en een deel van de opbrengst gaat naar Symbid en ‘randgebeuren’. Een interessante vraag is nu hoe de opbrengst van de campagne zich verhoudt ten opzichte van kosten en of er een slimmere manier is om het geld bij elkaar te krijgen. Tempeest voert ook allerlei betaalde projecten uit. De vraag is dus vooral of in de tijd die nu aan crowdfunding wordt besteed middels extra werk voldoende geld verdiend kan worden. Het gaat hier om een flink bedrag dat je niet zo maar bij elkaar krijgt met betaalde opdrachten en het betekent ook weer een hoop tijd, acquisitie, uitvoering etc.Een tweede idee zou zijn om tot een urenruil te komen (immers het gaat niet echt om geld maar om de inzet van een bepaalde expertise). Kan Tempeest als creatief bedrijf niet diensten aanbieden aan een marketingbureau in ruil voor een marketingcampagne?

Ik neem me bij deze voor om na afloop van de crowdfunding campagne nog eens met Tempeest in gesprek te gaan over de vraag of de kosten en baten een beetje met elkaar in verhouding zijn geweest. Mijn hypothese is dat dit wel goed uitpakt want het gaat om een flink bedrag. Als het je een jaar lang één dag in de week kost om zo’n bedrag binnen te halen is dat niet slecht.

Voorlopige conclusie: Een inspirerend idee, een flinke campagne en een hoog bedrag leiden gezamenlijk tot rendabele crowdfunding. Als één van die drie pijlers onvoldoende is dan keldert het rendement en zijn er waarschijnlijk betere manieren om aan geld te komen.

En, als allerlaatste, lezer, ga kijken op de site van Symbid en bekijk het filmpje van lost in time. Ik vind het echt een geweldig initiatief (ben inmiddels natuurlijk wel belanghebbend en stel me dus bewust op als ambassadeur). Kijk wat je er van vindt en overweeg om ook te investeren.

Stijn van Liefland

 

Verdienmogelijkheid: Peerby

Omschrijving

Met dank aan een artikel in de Volkskrant van vandaag worden we gewezen op een nieuwe verdienmogelijkheid. Het gaat om Peerby. Wat is het en hoe zit het in elkaar? Het gaat om een internetsite waarop je spullen kunt vragen waar je (soms tijdelijk) behoefte aan hebt. Vaak gaat het om wat duurdere spullen als een zware boormachine waar je alleen maar wat gaten mee hoeft te boren bijvoorbeeld. Het past naadloos in een tijd van economische crisis maar ook in een tijd waarin sociale contacten in een buurt blijkbaar niet meer volstaan.

De vraag of behoefte is bij deze site het uitgangspunt. De andere kant wordt bepaald door de eigenaren en aanbieders van de spullen die blijkbaar bereid zijn al dan niet tijdelijk afstand van die spullen te doen. Heel kort door de bocht zou je kunnen zeggen dat het een marktplaats is voor het lenen van spullen ergens bij je in de buurt. Maar soms vinden eigenaren het ook prima als je de spullen houdt, ze kunnen er toch niks meer mee of hebben het dubbel. Of dat je er een klein bedragje voor betaalt.

Caire.nu

Het initiatief doet me ergens denken aan het eerder besproken caire.nu. Ook daar gaat het om een lokale aangelegenheid waar je onderling zorgdiensten uitruilt. Zo heeft iemand behoefte aan vervoer naar het ziekenhuis en is er altijd wel iemand bij je in de buurt die bereid is voor je op en neer te rijden. Bij caire bouw je punten (credits) op waar je op termijn eigen zorgbehoefte mee kunt inkopen. Maar de kern blijft toch wel onderlinge hulp en vrijwilligheid. Bij caire zit er wel degelijk een groter verdienmodel achter: de ouderenzorg is op de reguliere manier op termijn financieel onhoudbaar geworden, en dit initiatief kan gezien worden als een laagdrempelige manier om in ieder geval de simpele zaken onderling te regelen. Kostenbesparing en ‘zelf hulp’ zijn hier dus leidende principes.

Verdienmodel?

Hoe dat bij Peerby zit is niet geheel duidelijk. Het initiatief is ontstaan vanuit een duurzaamheidsgedachte: waarom zou je iets kopen als je het bij een buurman kan lenen? Elkaar helpen, sociale cohesie, allemaal woorden die in het artikel terug komen. Wat is dan het verdienmodel? De oprichter had het idee om van elke transactie een klein percentage te vragen, maar in de praktijk worden de transacties vaak gratis onderling uitgewisseld, dus van inkomsten is geen sprake.

Maar het opmerkelijke is dat er toch makkelijk (? dat is de indruk die het artikel wekt) financiers zijn te vinden. Grote marktpartijen die een aardige som geld inleggen. Dus is de vraag: waarom doen die partijen dat? Het antwoord is in het artikel niet goed terug te vinden. Ik zie twee mogelijkheden:

1. Het is een initiatief á la facebook of zelfs marktplaats. Aanvankelijk is het niet geheel duidelijk waar het geld mee verdiend moet worden maar het kan wel eens heel groot worden. Hier is blijkbaar wat aan de hand en nu kun je hier relatief makkelijk instappen. Op termijn wordt het bedrijf dan verkocht en deel je mee in de opbrengst. Maar nog steeds is niet duidelijk waar ‘in the end’ geld mee kan worden verdiend. Bij facebook is dat nog steeds niet duidelijk, maar de meest voor de hand liggende reden is toch inkomsten uit advertenties en de beschikbaarheid van een groot vertrouwenswaardig netwerk.

2. Niemand weet het eigenlijk. Er hangt bij deze crisis iets in de lucht dat het ‘oude’ verdienmodel deuken oploopt. Je zult als grote marktpartij overal je neus in moeten steken, gevoel krijgen welke kant het allemaal uit kan gaan. Blijkbaar is dit iets wat aanspreekt: een sfeer van duurzaamheid, sociale cohesie, vrijwilligerswerk, lokale warme contacten. Wat er allemaal uit gaat komen, we weten het niet, maar als het iets wordt dan wil je er bij zijn en in ieder geval er nu iets van leren als het niks wordt. Misschien levert deze site wel bruikbare inzichten op hoe je als bedrijf vertrouwen terug kunt winnen en is dat inzicht geld waard?

Rudy van Stratum

Crowdfunding in de praktijk 2, projecten en investeren

Tweede aflevering van crowdfunding in de praktijk. De eerste aflevering was wat teleurstellend, vandaag wat mij betreft een wisselend beeld, soms word ik zeer enthousiast, maar vaak ook weer erg teleurgesteld. Inmiddels heb ik wel geld in vier projecten geïnvesteerd. In dit artikel het volgende: nog een platform met projecten; wat voor projecten worden er aangeboden; mijn investeringen en ik sluit weer af met wat conclusies. Nog even voor de duidelijkheid, ik wil weten wat ik met crowdfunding kan. Misschien ben ik op de verkeerde weg, laat het me weten dan breid ik mijn speurtocht verder uit. In deze aflevering ga ik wat dieper in op de projecten die aangeboden worden en de “investeringen” die ik gedaan heb.

Nog een crowdfundingsplatform met projecten

Ik heb toch nog een platform gevonden dat mogelijk interessant is: Oneplanetcrowd. Reden om hier nog even bij stil te staan is allereerst inhoudelijk, het platform richt zich op duurzame en innovatieve ideeën. Als tweede, hierop staan 9 projecten waar ik in kan investeren. Dat is een stuk meer dan bij veel anderen. Wel is ook hier iets opmerkelijks aan de hand. Alle projecten hebben een looptijd van nog 47 dagen. Dat wil zeggen de periode om geld te werven is nog 47 dagen, de totale periode was bij alle projecten 90. Blijkbaar zijn alle projecten tegelijkertijd op de site gezet en zijn ze pas onlangs begonnen. Dat blijkt ook wel als je wat verder rondkijkt op de site. Op zich niets mis mee. Maar, blijkbaar is het niet gelukt om in die 43 dagen (de periode dat de projecten online staan) nieuwe projecten te werven. Eigenlijk een beetje hetzelfde stramien als bij de andere sites, er is iets mis met het aanbod, blijkbaar is er niet zo veel behoefte aan crowdfunding of het loopt via andere kanalen.

Wat voor crowdfundingsprojecten zijn er te vinden?

Als eerste, zoals gezegd, bij de meeste sites is de keuze gering. Maar alles bij elkaar wordt het toch wel een aardig lijstje, een webwinkel voor verduurzaming van je woning, een bloemenzaak, werkkapitaal voor een bedrijf, investering in een machine, een re-integratiebedrijf dat na financiële problemen een doorstart maakt en geld nodig heeft om schulden af te lossen, ook wat duurzame projecten, een eenvoudig waterfilter voor drinkwaterzuivering in Afrika, elektrische taxi’s, autodelen, games etc. Best wel wat keus en diversiteit.

Maar van een groot aantal projecten wordt ik niet echt blij. Veel projecten vind ik niet echt inspirerend (investeren in bedrijfsmiddelen) anderen krijgen niet mijn vertouwen (doorstart bedrijf). Maar, wat me vooral tegenstaat is de hele opzet. Het komt er in het kort op neer dat er (kijkend door de oogharen) twee soorten projecten zijn:

  • Projecten die nog een lange crowdfunding periode voor de boeg hebben (50 – tot soms meer dan 300 dagen) en nog weinig geld binnen hebben gehaald.
  • Projecten die een korte crowdundingperiode voor de boeg hebben (50 of minder dagen) en die ook nog maar weinig geld binnen hebben gehaald.

Voor beide soorten geldt dat ik niet veel zin heb er in te investeren. Bij de eerste duurt het te lang voordat er wat gebeurt. Bij de tweede heb ik er weinig vertrouwen in dat het benodigde bedrag binnen wordt gehaald. Maar uiteindelijk zijn er wel wat leuke projecten te vinden, ik kom er zo op terug.

Dan is er ook nog de inhoud en onderbouwing van de projecten. Die vind ik over het algemeen ook niet echt overtuigend. Er worden wel hoge rendementen in het vooruitzicht gesteld, maar dat is een mogelijk of verwacht rendement. Komt bij dat het lastig is snel inzicht te krijgen in rendementen en investeringen. Omdat de meeste mensen kleine bedragen investeren is snel inzicht gewenst.

Hoe zit dat dan bij projecten die wel gefinancierd zijn? Daar zitten soms best aardige bij. Een succesvol horecabedrijf zoekt € 125.000,= om de succesformule ook in andere steden te kunnen exploiteren. Veel investeerders hebben gezamenlijk met kleine bedragen dit grote bedrag bij elkaar gekregen. Wellicht de eigen klanten, waarom niet, als je er lekker kunt eten heb je waarschijnlijk wel vertrouwen in deze opschaling.

Maar er zijn ook rare projecten, mensen die € 3.000,= zoeken voor de verbouwing van een woning en dat tegen een rendement van 10% willen lenen op geldvoorelkaar.nl. “Mijn vrouw en ik hebben beide een goede baan met een vast dienstverband. Terugbetalen zal dus geen problemen zijn. Geldvoorelkaar.nl sprak ons aan omdat het een goed initiatief is dat er geen bank aan te pas komt en de rente naar de investeerders gaat. Ik hoop dat wij mede door uw hulp ons droomhuisje af kunnen maken.” Ik zou er geen vertrouwen in hebben, allebei een goede baan, dan moet je toch € 3.000,= kunnen sparen? Maar, het is wel gefinancierd door 6 investeerders (vrienden en familie?).

Mijn investeringen in crowdfunding

Ik heb de afgelopen dagen 4 projecten financieel ondersteund. De komende tijd ga ik kijken wat er gebeurt, gaan mijn projecten door, ga ik geld verdienen, of gebeuren er andere spannende dingen?

Mijn eerste investering via Crowdaboutnow is in mijnwoningduurzaam.nl, een webwinkel waar je artikelen kunt kopen voor het verduurzamen van je woning. Ik vind het een sympathiek project. Het geld wordt gebruikt om de bestaande webwinkel beter te promoten. Daarvoor is € 10.000,= nodig. Met nog 6 dagen te gaan is ongeveer een kwart binnen. Een dubbel gevoel dus, enerzijds dit zal wel geen succes worden, er moet in korte tijd nog relatief veel geld worden binnengehaald. Als er niet voldoende geld binnenkomt gaat de investering niet door en krijg ik mijn geld terug. Anderzijds, ik weet in ieder geval wel snel waar ik aan toe ben. En, omdat ik op alle sites succesvolle projecten zie staan zou het zomaar kunnen dat de laatste paar dagen het bedrag bij elkaar gehaald wordt, je moet het in ieder geval niet uitsluiten. Wat overigens leuk is, als investeerder krijg ik 10% korting op alle artikelen uit de webwinkel. Je zou denken dat alleen dat al een enorme stimulans voor alle klanten zou moeten zijn om te investeren.

Mijn tweede investering, is in een online WineNetwork (via Symbid). Idee, informatie over wijn online delen met vrienden zodat je beter weet wat je koopt. De ondernemers willen uiteindelijk met dit netwerk ook marktaandeel in de verkoop van wijn te krijgen. Ik hou van wijn maar met zo’n netwerk heb ik niet zoveel, maar goed, best een aardig idee dat zou best wat kunnen worden. Het voorspelde rendement is enorm, tot 5 maal mijn inleg. Wat ze precies gaan doen en hoe dat rendement tot stand komt is in mijn ogen een wat warrig verhaal. Standaardisatie, een formulier o.i.d. zou hier op z’n plek zijn. Ondanks dat zijn er nu (incl. mijzelf) 15 investeerders en die hebben 20% van de beoogde € 47.000,= bij elkaar gebracht. Met 37 dagen voor funding te gaan kan dit nog wel een succes worden.

Mijn derde project komt ook via Symbid maar is een verhaal op zich, ik hou het kort. Ik schreef n.a.v. de Volkskrant een stuk over crowdfunding en mijn idee om bij wijze van onderzoek wat geld te investeren. Naar aanleiding daarvan kreeg ik een mail van één van de projecten die daar in genoemd worden. Of ik daar dan ook in wilde investeren en er tevens iets over wilde schrijven. Ik had het project, “Lost in Time”,  al op Symbid zien staan, maar omdat het om een ‘spannende game’ gaat had ik het project niet verder bestudeerd (ook daar heb ik niet zoveel mee). Naar aanleiding van het mailtje heb ik dat wel gedaan en ik ben overtuigd, wat een ontzettend leuk idee. Eerlijk, ik raad iedereen aan om even te gaan kijken (www.lostintime.eu).
Dit project maakt twee zaken duidelijk.  Als eerste het gaat het om reclame je moet je idee uitdragen en iedereen die mogelijk geld in het project wil stoppen benaderen. Dat werkt dus blijkbaar. Het tweede leerpunt, het gaat om emotie. Ik vind het een heel leuk idee en dus heb er in geïnvesteerd. Maar wat is nou het verwachtte rendement, wat krijg ik er voor terug? Helemaal vergeten naar te kijken. Wat blijkt, ik krijg helemaal geen rendement, ik krijg “een uitnodiging voor de Sneak Preview op 20 augustus of een speciale investeerdersbijeenkomst met de makers op een later moment”. Maar het mooiste is, ik vind het helemaal niet erg, het is gewoon een leuk idee, ik ben in contact gekomen met de initiatiefnemer en het is leuk om daar een bijdrage aan te leveren. En zie hoe het werkt, ik ben nu zelf ook reclame aan het maken.

Het laatste project is de ontwikkeling van een app (Toogethr, via oneplanetcrowd) die helpt bij het carpoolen. Nog 47 dagen voor de funding, slechts 3% van het benodigde geld is binnen. Ik krijg geen rendement op mijn investering, wel een tegoedbon ter waarde van mijn investering om met andere te carpoolen. Ook hier dus een tegenprestatie in natura.

Voorlopige conclusies crowdfunding

Symbid en Oneplanetcrowd hebben de meeste projecten om in te investeren en daar zitten ook leuke inspirerende projecten bij. In de andere sites ben ik gewoon zeer teleurgesteld.

Crowdfunding is marketing, dat is tenminste mijn conclusie. Ik verwacht niet dat veel mensen op zoek gaan naar leuke projecten om in te investeren zoals ik nu doe. De weg zal eerder zijn dat ze op de een of andere manier in aanraking komen met een leuk project en besluiten te investeren. Dat kan doordat de initiatiefnemer bestaande klanten benadert, familie en vrienden inzet, sociale media gebruikt etc. Dat betekent dat de platforms er niet zozeer zijn voor investeerders die geld kwijt willen maar voor mensen die een idee hebben en een medium zoeken dat de administratieve rompslomp afhandelt. Het gebrek aan aanbod hoeft dan ook niet zo erg te zijn. Blijkbaar is er niet zoveel behoefte aan crowdfundingof in ieder geval niet via een platform. Mijn zoektocht heeft wat dat betreft een beetje de verkeerde invalshoek.

Uiteindelijk gaat het bij mij toch voor een groot deel om emotie. Je zou kunnen zeggen dat crowdfunding op een hele slimme manier gebruikt maakt van allerlei denkfouten die wij steeds maken (zie onze serie). Het idee is leuk, iemand is sympathiek, het is een bekende etc. eigenlijk hele slechte argumenten voor een investering.

Als laatste een praktisch punt, de investeringstermijnen. Daar knelt het wat mij betreft. Wie heeft er nou zin om 300 dagen te wachten voordat duidelijk is of een project doorgaat? Juist als je ‘emotioneel’ betrokken bent wil je toch snel resultaat? En, als het in 100 dagen niet lukt om het geld bij elkaar te krijgen, lukt het dan wel in 200 of 300 dagen?

 

Stijn van Liefland

Gevaren van crowdfunding?

Wij hebben al een aantal maal over crowdfunding geschreven, het blijft een interessant fenomeen. Afgelopen zaterdag stond er in de Volkskrant een groot artikel over “de gevaren van crowdfunding”. Het prikkelde mij wel, de gevaren van crowdfunding, ik dacht aan verminderde belastinginkomsten voor de staat of allerlei onbedoelde (negatieve) neveneffecten. Gelukkig het blijkt allemaal mee te vallen.

Als eerste gaat het artikel in op de bedragen die in crowdfunding omgaan. De afgelopen tijd hoor ik er steeds meer over maar het gaat vooralsnog niet om grote bedragen. Totaal gaat het om 2 miljoen die daadwerkelijk geïnvesteerd wordt en 4 miljoen in de vorm van donaties (samen dus 6 miljoen). Eerlijk gezegd was ik nogal verrast, ik had verwacht dat het om veel grotere bedragen zou gaan. Eén project is er buiten gehouden, de bouw van twee windmolens, een initiatief van Greenchoice, hiermee werd 7 miljoen opgehaald. Mijn eerste conclusie, crowdfunding is echt nog heel marginaal, maar het maakt het wel mogelijk om een groot kapitaal bij elkaar te krijgen (zie Greenchoice).

Het is interessant te kijken hoe dat succes van Greenchoice tot stand is gekomen. Het gaat hier om het project winddelen (inschrijven niet meer mogelijk). Een winddeel kost € 351,=, de jaarlijkse kosten zijn € 16,=. Het verwachtte rendement bij gelijkblijvende energieprijzen is 4,2%, bij stijgende energieprijzen wordt het rendement uiteraard hoger, met dalende energieprijzen wordt geen rekening gehouden. (kijk hier om de berekeningen te volgen) Een aardig rendement en tegelijk een bijdrage aan een betere wereld. De site vermeldt tevens: “MilieuCentraal heeft de berekeningen geverifieerd en bevestigt dat investeren in Winddelen gunstig is”.

Om wat verder in de materie te duiken ben ik mij gaan aanmelden en op zoek gegaan naar de kleine lettertjes. Drie zaken vallen me op. Als eerste, ik moet starten met aanmelden om statuten en voorwaarden te vinden, op een andere mannier kom ik er niet bij. Ten tweede moet ik ook stroom gaan afnemen van Greenchoice, zolang als ik aandeelhouder ben. Eigenlijk best raar, als ik aandelen koop van Philips kan ik toch ook gewoon producten van Sony blijven kopen? Komt bij, op de achtergrond speelt een ideële doelstelling, zoveel mogelijke duurzame energie in Nederland. Dan is het volgens mij beter om aandelen bij Greenchoice te kopen en vervolgens groene stroom bij een ander. Zo stimuleer ik immer twee partijen, maar dat terzijde. Als derde valt op dat ik nergens iets lees over calamiteiten. Wat als de windmolen defect raakt, omwaait etc. Moet ik dan opnieuw investeren, heb ik dan geen rendement meer? Na snelle lezing kom ik hier niet uit.

Terug naar de Volkskrant en de gevaren van crowdfunding. Op de Nederlandse economie zal het nog weinig invloed hebben daarvoor gaat er te weinig geld in om. Wat is dan wel het gevaar? Het voorbeeld van Greenchoice illustreert het eigenlijk wel aardig. Ik heb best vertrouwen in het project van Greenchoice gezien de partijen en de mensen die er achter staan. Maar, er blijft veel onduidelijk. Dat is ook het geval bij veel andere crowdfunding initiatieven. Krijg je, je geld terug als er te weinig deelnemers zijn? Hoe wordt het rendement berekend? Hoe groot zijn de risico’s? In geval van Greenchoice, wat gebeurt er bij dalende energieprijzen of als de molen defect raakt? In de Volkskrant wordt dan ook terecht opgemerkt, dat je het als risicodragend kapitaal moet beschouwen en je alleen moet investeren als je het kunt missen. Geen groot gevaar dus, wel goed opletten als je wilt investeren. Maar eigenlijk is het een pleidooi voor een soort keurmerk en een financiële bijsluiter.

Hoe dan ook, het blijft een interessant fenomeen. Ik heb me voorgenomen om een aantal crowdfunding projecten te gaan ondersteunen om zelf maar eens te ervaren hoe dat werkt.

Wordt vervolgd.

 

Stijn van Liefland

 

 

De waarde van natuur: mag dat wel (2)? (Financiering van landschap 10)

Dit is het tweede deel naar aanleiding van de vraag of je natuur wel op een financieel-economische manier mag waarderen. Het eerste deel ging in op een aantal principiële bezwaren met betrekking tot het waardebegrip. Dit deel kijkt naar een aantal aangevoerde praktische bezwaren.

Artikel 2007

Op zoek naar een bron vanuit de ‘natuur-hoek’ kwam ik uit op een artikel uit 2007. De auteurs vinden dat de pogingen om de waarde van de natuur te bepalen hun doel voorbij schieten en sterker nog: fundamenteel de aandacht van de kern van de zaak afleiden. Een mooi voorbeeld-artikel dus voor deze uiteenzetting over de waarde van natuur.

Het artikel uit 2007 is hier te vinden: Hoe bepaal je de waarde van natuur?.

Kort de strekking van het artikel. De auteurs, Flip Witte en Arthur Meuleman, zijn niet onverdeeld gelukkig met recente pogingen een waarde toe te kennen aan natuur. De kern van hun betoog houdt verband met een in mijn ogen niet geheel consistente manier van het gebruik van de termen waarde en baten. Baten hebben in hun ogen een relatie met financieel gewin. Waarden zijn soms dermate belangrijk dat ze van levensbelang zijn en dus los staan van baten. De redenering van de auteurs lijkt een beetje op: baten = geld = plat, waarde = belangrijk = hoog.

Door toch zoveel mogelijk geldbedragen (dus ‘baten’ in de termen van het artikel) aan natuur te hangen lijkt natuur financieel profijtelijk maar is het dat in de praktijk niet (de auteurs stellen gekscherend: waarom gaan we als natuur dan zo profijtelijk is niet als de wiedeweerga overals de ecologische hoofdstructuur versterken?). Verder wordt hiermee in hun ogen het begrip natuur uitgehold. Dit zijn hun principiële bezwaren.

Naast principiële bezwaren zijn er nog praktische bezwaren als je dan toch (met tegenzin dus) aan het rekenen slaat met natuur. Dit blog gaat nader in op die geopperde praktische bezwaren.

Bezwaar 1: vermeden kosten zijn geen baten. Voorbeeld: als je een bos in stand houdt dan scheelt dat de waterzuiveringsinstantie kosten die ze anders wel hadden moeten maken. Natuur-rekenaars boeken dit in als een voordeeltje op de rekening van ‘natuur’.

Praktische bezwaar nummer 2 is: je mag niet de baten van allerlei verschillende partijen bij elkaar optellen. En vaak is het voordeel van de een het nadeel van de ander (een hogere huizenprijs betekent dan wel meer OZB voor de gemeente, maar weer minder inkomsten bij het Rijk vanwege een hogere hypotheekrenteaftrek).

Praktisch bezwaar nummer 3 luidt: er is vaak sprake van verdringing, baten op de ene plek leiden soms tot lagere baten op een andere plek (hier meer pannenkoekenrestaurantjes betekent dat er ergens anders minder pannenkoeken worden verkocht).

Bezwaar 1

De auteurs stellen dat je je rijk rekent door te kijken naar zogenaamde alternatieve kosten. Het meest aansprekende voorbeeld is het berekenen van de waarde van onze duinen (waterkering). Alternatieve kosten zijn dan de kosten die je zou moeten maken als je die duinen weg zou halen. Je moet dan een alternatief voor tegengaan van overstroming bedenken zoals het aanleggen van nieuwe dijken aan de kust met een lengte van 110 kilometer. Daar komen dan nog jaarlijkse onderhoudskosten bij die je bij natuurdijken niet hebt. En zo kom je op een bedrag van ruim 1 miljard Euro uit voor de waarde van de bestaande natuurduinen. Onzin zeggen de auteurs, zo kun je helemaal niet rekenen.

Hoe zou een econoom naar zoiets kijken? Een econoom kijkt naar de verschillende alternatieve mogelijkheden die je hebt om een stuk grond te benutten. Je start dus met het inventariseren van wat je allemaal met de onderliggende grond van die dijken kunt doen. Als willekeurige opsomming:

  • Je laat ze gewoon staan.
  • Je haalt ze weg en maakt er een pretpark van.
  • Je haalt ze weg en legt er een snelweg op.
  • Je laat ze staan en zet er nog een pretpark bovenop.

En zo verder. Het is gewoon een opsomming van wat je er allemaal mee zou kunnen. Vervolgens ga je die mogelijkheden een voor een uitdiepen. Wat zijn de voor- en nadelen van al deze opties? Welke partijen zijn er allemaal bij betrokken die er last of juist voordeel van hebben? En is het mogelijk er Euro’s aan te hangen? Of moeten we hier meer kwalitatieve plussen en minnen bij noteren? Per mogelijke invulling ontstaat dan een beeld van de ‘waarde’ van het alternatief, vaak een samenstel van een redelijk harde Euro-waarde en van een wat zachter (maar daardoor niet minder belangrijk) kwalitatief oordeel. Als je alles netjes doet en er een goede discussie over hebt (rekening houdt met partijen en met de wat langere termijn) dan kies je voor het meest waardevolle alternatief.

Hoe zit het dan met de miljarden-kosten van het moeten aanleggen van nieuwe dijken? In bovengenoemde alternatieven 2 en 3 (waar je de bestaande natuurdijken weghaalt) zul je gaan zien dat er betrokken partijen zijn die iets moeten verzinnen om bescherming tegen overstroming te bieden. Misschien zijn dat wel hele nieuwe en ingenieuze oplossingen overigens. Maar hoe dan ook: de kosten die daarvoor gemaakt moeten worden komen wel degelijk op het conto van die twee alternatieven. Omgekeerd zou je dus wel degelijk kunnen stellen: het eerste alternatief van het laten staan van de dijken werpt door zijn hoge ‘vervangingswaarde’ een forse drempel op voor nieuwe alternatieven. Je moet wel met een hele creatieve oplossing komen om die ene miljard Euro te kunnen goedmaken.

Dus ik zie niets verkeerds in zo’n waarderingsaanpak. Maar betekent dat dan dat je jaarlijks (ik noem maar een getal) 100 miljoen Euro baten hebt omdat je die dijken nu eenmaal hebt? Ja en nee. Niet letterlijk in financiële zin natuurlijk, een dijk keert namelijk geen dividend in Euro’s uit. Maar een dijk heeft wel degelijk een jaarlijkse positieve bijdrage aan de maatschappij vanwege de geleverde bescherming. En had die dijk er niet gelegen dan hadden de bewoners inderdaad jaarlijks minder te besteden aan andere dingen omdat ze dan toch eerst die dijk of bescherming zelf hadden moeten aanleggen. Noem dit een veiligheidsdividend dat ons door de natuur is geschonken.

Bezwaar nummer 2

Dit zijn eigenlijk twee verschillende bezwaren. Je mag de voor- en nadelen van verschillende partijen niet bij elkaar optellen is het eerste element. Deze is zonder plaatje lastig te beantwoorden. Maar in zoverre voordelen in harde Euro’s zijn uit te drukken mag je die natuurlijk gewoon optellen. Bij meer kwalitatieve afwegingen is dat een stuk lastiger, maar onmogelijk is het niet. Een genuanceerd antwoord dus, maar ik wil daarvoor verwijzen naar onze beslisboom slimme financiering. Eerst moet het totaalrendement worden bepaald en pas daarna wordt er onderhandeld over een passende herverdeling van de netto baten over partijen en tijd.

Het andere element van dit bezwaar is het OZB-verhaal. We bouwen ergens huizen, we doen er wat groen omheen, de huizen worden meer waard, dus het groen heeft een waarde. Dus de bewoners worden rijker want hun huis is meer waard. So far so good. De auteurs hebben er moeite mee dat de gemeente hier een voordeel krijgt ingeboekt omdat ze hogere OZB-inkomsten krijgen. Want, zo stellen zij, een hogere prijs voor een woning leidt tot gemiddeld een hogere hypotheekschuld en dus tot een hogere hypotheekrente-aftrek en dus tot minder inkomsten bij het Rijk.

Helemaal correct. Het zal nog veel ingewikkelder zijn. Maar bij het beoordelen van je maatregel (en dus bij het waarderen ervan) moet je wel degelijk álle effecten bij álle partijen over zo veel mogelijk perioden in kaart brengen. En inderdaad als het Rijk daardoor minder inkomsten binnen krijgt dan gaat dat van de voordelen elders af. Praktisch een hele klus dit goed te berekenen, maar principieel helemaal terecht lijkt mij.

Bezwaar nummer 3

Dit is eigenlijk een variant op bezwaar nummer 2. Ik parafraseer de auteurs: groen is veel waard omdat er een pretpark kan worden aangelegd want dat betekent meer bezoekers die meer geld uitgeven. Klopt niet, stellen zij, want elders is er ook een pretpark of een restaurant en daar wordt het geld dus niet meer uitgegeven. Het is eigenlijk gewoon een verschuiving in je besteding. Economen spreken dan van een verdringingseffect.

Terecht punt van de auteurs. Maar geen principieel punt. Bij het beoordelen van je maatregelen (om een pretpark in dat groen te bouwen) moet je je inderdaad niet rijk rekenen. Er is blijkbaar sprake van een benadeelde partij (de restauranthouders in de wijde omgeving) die is betrokken in het spel. Je zult als je het goed wilt doen ook dit effect moeten meenemen/waarderen, waardoor dat pretpark inderdaad minder gunstig (waardevol) zal blijken dan aanvankelijk gedacht.

Samenvattend

Ik pleit voor transparantie bij de besluitvorming van duurzame projecten. Wat je in Euro’s kunt uitdrukken moet je ook in Euro’s uitdrukken. Je moet wel naar het hele plaatje kijken, dus ook naar de verdere toekomst en naar andere dan direct betrokken partijen. En waar niet in geld uit te drukken belangrijke zaken spelen moet je die ook op een kwalitatieve manier meewegen.

In de praktijk zie je wel eens dat een project naar een al genomen beslissing wordt toegerekend. Groen wordt dan al snel een overbodig pretpark terwijl de echte achterliggende waarde van dat groen grotendeels verloren gaat. Helaas moet ik zeggen dat ik daarin wel kan meevoelen met de auteurs. Dit is een persoonlijke mening en hoort daarom niet echt thuis op deze site. Maar als ik door de oogharen naar alle bijdragen van Stijn over het landschap kijk, wat zie ik dan? Ik zie dat er geen geld meer is en dat er dus slimmigheidjes moeten worden verzonnen om het groen in stand te houden. Als je al die slimmigheidjes op een rijtje zet (wat Stijn heeft gedaan) dan zie ik 2 hoofdstromingen. De ene hoofdstroming zet financieel gezien zoden aan de dijk en dat is bebouwing van groen (dus woningen, bedrijven neerzetten). Maar dat is precies het oude verdienmodel dat niet meer werkt (nog los van de vraag hoelang je dat nog volhoudt). De andere hoofdstroming is een verzameling van leukigheidjes (pretparken, restaurantjes) die én financieel geen zoden aan de dijk zetten én de oorspronkelijke doelstelling in het gedrang brengen.

Als die snelle constatering van mij klopt dan is er geen andere mogelijkheid: als je groen of natuur écht belangrijk vindt en niet wilt/kunt bebouwen of ‘verpretten’ dan moet je daarvoor gewoon belastinggeld inzetten want daar is dat voor bedoeld. Maar … en dit is een serieuze ‘maar’ en misschien wel de kern van mijn hele betoog …. als je daar belastinggeld aan spendeert dan concurreert dat wel degelijk met andere belangrijke zaken. Natuur heeft niet het monopolie op dat belastinggeld, je zult zorgvuldig en transparant moeten afwegen met zorg, onderwijs en andere belangrijke zaken die bij vrije marktwerking in het geding (kunnen) komen.

Rudy van Stratum

 

 

 

De waarde van natuur: mag dat wel (1)? (Financiering van landschap 9)

Het vorige deel van deze reeks over financiering van de natuur en landschap gaat in de kern over het waarde-begrip. Het lijkt me zeker voor een site als slimmefinanciering.nl van belang om hier nog eens iets uitgebreider bij stil te staan. Natuur en geld lijken vaak te botsen, met soms emotionele reacties tot gevolg. Soms denk ik dat sprake is van onnodige misverstanden. Ik probeer vanuit een economisch perspectief het begrip waarde van natuur nader te ontleden.

Artikel 2007

Op zoek naar een bron vanuit de ‘natuur-hoek’ kwam ik uit op een artikel uit 2007. De auteurs vinden dat de pogingen om de waarde van de natuur te bepalen hun doel voorbij schieten en sterker nog: fundamenteel de aandacht van de kern van de zaak afleiden. Een mooi voorbeeld-artikel dus voor deze uiteenzetting over de waarde van natuur.

Het artikel uit 2007 is hier te vinden: Hoe bepaal je de waarde van natuur?.

Kort de strekking van het artikel. De auteurs, Flip Witte en Arthur Meuleman, zijn niet onverdeeld gelukkig met recente pogingen een waarde toe te kennen aan natuur. De kern van hun betoog houdt verband met een in mijn ogen niet geheel consistente manier van het gebruik van de termen waarde en baten. Baten hebben in hun ogen een relatie met financieel gewin. Waarden zijn soms dermate belangrijk dat ze van levensbelang zijn en dus los staan van baten. De redenering van de auteurs lijkt een beetje op: baten = geld = plat, waarde = belangrijk = hoog.

Door toch zoveel mogelijk geldbedragen (dus ‘baten’ in de termen van het artikel) aan natuur te hangen lijkt natuur financieel profijtelijk maar is het dat in de praktijk niet (de auteurs stellen gekscherend: waarom gaan we als natuur dan zo profijtelijk is niet als de wiedeweerga overals de ecologische hoofdstructuur versterken?). Verder wordt hiermee in hun ogen het begrip natuur uitgehold. Dit zijn hun principiële bezwaren.

Naast principiële bezwaren zijn er nog praktische bezwaren als je dan toch (met tegenzin dus) aan het rekenen slaat met natuur.

Bezwaar 1: vermeden kosten zijn geen baten. Voorbeeld: als je een bos in stand houdt dan scheelt dat de waterzuiveringsinstantie kosten die ze anders wel hadden moeten maken. Natuur-rekenaars boeken dit in als een voordeeltje op de rekening van ‘natuur’.

Praktische bezwaar nummer 2 is: je mag niet de baten van allerlei verschillende partijen bij elkaar optellen. En vaak is het voordeel van de een het nadeel van de ander (een hogere huizenprijs betekent dan wel meer OZB voor de gemeente, maar weer minder inkomsten bij het Rijk vanwege een hogere hypotheekrenteaftrek).

Praktisch bezwaar nummer 3 luidt: er is vaak sprake van verdringing, baten op de ene plek leiden soms tot lagere baten op een andere plek (hier meer pannenkoekenrestaurantjes betekent dat er ergens anders minder pannenkoeken worden verkocht).

Mijn reactie is tweeledig. Eerst kom ik tot een voorstel voor een 4-deling in waardebegrippen, dat is dus het principiële antwoord. In een volgend artikel geef ik een reactie op de drie genoemde praktische bezwaren.

Mijn vertrekpunt hierbij: Een baat is een eenmalig positief effect voor een betrokken partij. Die baat kan soms in geld worden uitgedrukt en soms ook niet. Een waarde wordt berekend of bepaald door alle (netto) positieve effecten over een langere periode over meerdere partijen bijeen te nemen. Ook voor een waarde geldt: soms kan het in geld worden uitgedrukt maar soms ook niet. Een waarde is dus een optelling van (netto) baten.

1 Intrinsieke waarde

Intrinsieke waarde = niet meetbaar, niet kwantificeerbaar, hij is er gewoon. Deze hoogste vorm van waarde noemen we de intrinsieke waarde. Het is de waarde die er los van mensen of wat dan ook is. Een waarde buiten discussie dus. Je zou deze waarde ook de vóór-waarde kunnen noemen. Eerst komt dit, dan praat je pas verder over de andere waarden. Het is een ‘conditio sine qua non’, zonder dit valt er weinig meer te praten, zonder dit bestaat de rest ook niet.

Op zich is dit verdedigbaar denk ik. Maar dan moet er wel zo’n lijst van vóór-waarden komen. En geldt het echt voor álles van de natuur? Of zijn sommigen soorten dan toch belangrijker dan anderen? En hoe zit het dan met de natuurlijke dynamiek waarbij er soorten bijkomen en afgaan? Je komt in de discussie terecht die Bas Haring in zijn boek Plastic Panda’s heeft gevoerd (en die overigens een storm van kritiek over zich heen kreeg).

Principieel bezwaar dat ik heb bij deze vorm van intrinsieke waarde: het lijkt of je er niet over mag discussiëren, ze staan buiten elke orde, ze zijn door God gegeven. Wie bepaalt dan welke intrinsieke waarden er zijn? Waar staat dat dan? Mijn stelling is: ja, intrinsieke waarde kan zeker bestaan, maar discussie hierover is wel nodig.

2 Nutswaarde

Nutswaarde = meetbaar, maar niet optelbaar. Economen gaan ervan uit dat economische ‘subjecten’ of ‘actoren’ bepaalde dingen fijn vinden en ernaar streven die te bereiken. Die dingen, die ze fijn of belangrijk vinden, zitten in wat economen een nutsfunctie noemen (nutsfunctie is economenjargon en heeft niets te maken met nutsvoorzieningen oid). Het kan dan om echt van alles gaan: schone lucht, groene bossen, diversiteit, vrije tijd, vrede, vrijheid, consumptie van materiële goederen en zo verder. Een nutsfunctie is dan een wiskundig verband dat als input de dingen heeft die je belangrijk vindt en als output een bepaalde hoeveel ‘nutseenheden’. Deze nutseenheden gelden dan voor die ene persoon. Optellen van nut van de ene persoon bij die van een andere is niet zonder meer mogelijk. De totale nutswaarde van een bos laat zich op deze manier dus niet zonder meer in kaart brengen.

Het is een misverstand dat economen denken dat alles wat niet in geld uitgedrukt kan worden niet belangrijk is. Wat NIET in de nutsfunctie zit is bijvoorbeeld: geld, want geld geeft slechts toegang tot die dingen die belangrijk zijn, geld is een middel en niet iets wat op zichzelf waarde heeft. Ook niet in de nutsfunctie zit bijvoorbeeld: werk of arbeid. Arbeid is in de meeste economische modellen een productiefactor (met arbeid kun je dingen maken) die je kunt verkopen aan een producten van goederen. De verkoop van je arbeid levert je dan weer een inkomen op dat je in staat stelt de spullen die je van waarde acht te consumeren.

Het woord nut in relatie tot groen roept vaak een emotionele reactie op: ‘bah, sommige dingen zijn gewoon belangrijk, ook als ze geen nut hebben’. Maar dit mist het punt. Nut is misschien een ongelukkig gekozen woord. Noem het beestje dan anders. Spreek niet van nut en nutsfunctie maar noem het importantie en belangrijkheidsfunctie, als dat beter past bij je wereldbeeld.

Overigens zijn er in de praktijk wel degelijk manieren om erachter te komen wat mensen belangrijk vinden, daar zijn allerlei enquêtes en psychologische testen voor. Zeker niet perfect, maar wel prima voor de discussie en het zegt wel degelijk iets over wat er nu echt toe doet in de ogen van de ondervraagden.

3 Waarde in andere eenheden dan nut en geld

Waarde nummer 3 = meetbaar en ook optelbaar, uitgedrukt in vaste eenheden, maar niet in een abstract begrip als nut en ook niet in een concreet begrip als Euro. Dit waardebegrip heb ik maar even verzonnen omdat ik behoefte had aan een tussenstap tussen waardebegrip nummer 2 en 4. Economen hebben in de loop van de tijd allerlei verdeelsleutels en maatstaven bedacht waardoor je de dingen die echt belangrijk zijn alsnog kunt optellen. Een bekend voorbeeld is de arbeidswaarde-theorie van Marx waarin alle waarden worden herleid tot de arbeidsuren die gemaakt zijn om tot het ding van waarde te komen. Elk ‘ding van waarde’ is dus een potje met gemaakte arbeidsuren, zeg maar gestold bloed, zweet en tranen.

Onnodig te zeggen dat het berekenen van ‘gestolde uren’ ook problemen geeft omdat het ene uur weer niet het andere is. Echt grote geaccepteerde rekensystemen die op dit principe van waarde zijn gebaseerd ken ik niet. Maar of het nu gaat over knikkers, achterhoekers of noppes: in principe kun je hier afspraken over maken en ermee rekenen met alle voor- en nadelen die daar bij horen. Ruilsystemen a la ‘Noppes’ werken overigens vaak met een simpele urenadministratie. Je spaart uren door voor anderen te werken en je kunt jouw opgebouwde uren ruilen tegen uren van anderen.

4 Financiële waarde

Hier gaat het over wat in het algemeen spraakgebruik vaak onder waarde wordt verstaan: hoeveel is iets waard, wat brengt het op, wat schuift het, wat kost het. Financiële waarde of ook wel monetaire waarde genoemd. Het gaat om meetbaar, optelbaar en heel specifiek optelbaar, namelijk in Euro’s of dollars. Euro’s mogen bij Euro’s worden opgeteld, wat de herkomst van die Euro’s ook is.

Het is niet zo economen ervoor pleiten om maar zoveel mogelijk in Euro’s uit te drukken. En het is ook niet zo dat alles wat niet in Euro’s kan worden uitgedrukt dus niet van waarde is. Het is eerder een ingesleten patroon geworden vanuit de praktijk van alledag: omdat we het zo makkelijk of belangrijk vinden om met munten en biljetten te betalen (of alles in banksaldi uit te drukken) dat we zijn gaan denken dat de rest niet meer van belang, van waarde, is.

En laat het helder zijn: als je alles gaat terugbrengen tot Euro’s (baten) (en dat het enige is waar je naar kijkt) dan ga je onvermijdelijk hele belangrijke zaken missen of niet goed tot uitdrukking laten komen. Daar ben ik het dus helemaal eens met de auteurs. Maar omgekeerd: dingen boven de streep zetten (boven de streep: niet voor discussie vatbaar, tot intrinsieke waarde verklaren), dat is niet de oplossing. Dit is in mijn ogen een denkfout.

Denkfout: je maakt altijd keuzes ook als je ze niet wilt maken

Die denkfout is dat je denkt zaken boven de streep als intrinsiek waardevol weg te kunnen zetten zonder dat het iets kost. Maar we leven in een wereld waarin per definitie schaarste bestaat. Van de meeste bronnen is er geen oneindige voorraad, en voor veel dingen moet je moeite doen, sommige dingen sluiten elkaar uit, als je het ene doet kun je niet het andere doen.

Als je natuur belangrijk vindt, dan houdt dat onherroepelijk een keuze in. Je kiest dan namelijk niet voor andere dingen. Impliciet zeg je dan dat al die andere dingen minder belangrijk zijn (zorg, onderwijs etc). Een prachtige illustratie van deze denkfout is recent gegeven door Ira Helsloot in zijn inaugurale rede over doorgeschoten veiligheidsmaatregelen. Stralingsrisico van hoogspanningsmasten moet worden verbannen want het kan mensenlevens kosten. En: een mensenleven mag niet in geld worden uitgedrukt want is onbetaalbaar (hoort dus tot de hoogste waardecategorie, buiten discussie). Hoe zeer ik het ook eens wil zijn met de strekking: logisch denkend is het onmogelijk vol te houden. Als je 5 miljard Euro wil besteden aan het besparen van misschien 1 leven op jaarbasis, dan sluit je andere bestemmingen voor die 5 mrd uit. En daarmee gooi je dus de mogelijkheid weg om via een andere route meer levens te kunnen besparen. Hiermee maak je dat ene leven indirect toch meer waard dan x andere levens.

Afsluitend

Het stellen van prioriteiten, het transparant maken van wat je nu echt belangrijk vindt, is onvermijdelijk. Ook als je beslist over wel of niet (behoud van) natuur, groen of biodiversiteit, maak je de keuze om andere zaken niet te doen. En de auteurs hebben gelijk dat het rekenen aan natuur soms doorslaat en ons op het verkeerde been zet. Als je overal pannenkoeken restaurantjes neerzet om de natuur betaalbaar te maken dan is dat waarschijnlijk niet wat je wilt. Maar de poging om meer vat te krijgen op de waarde van natuur is daarmee niet verkeerd.

De auteurs hebben nog een drietal praktische bezwaren. Daar ga ik in een aparte vervolgblog op in.

Rudy van Stratum

 

 

 

 

Financiering van het landschap 8, waarden en baten

Tot nu toe hebben we erg op geld gefocust. Hoe kan ik geld verdienen aan groen en landschap en daarmee de kwaliteit in stand houden. Eén van de reacties die we daar op krijgen is dat de waarde van natuur en landschap niet alleen in geld is uit te drukken, dat het ook om andere waarden gaat. Vandaag gaan we in op dit soort waarden.

Welke niet financiële waarden zijn er en wat hebben we daar aan?

Uit de reacties die we kregen naar aanleiding van onze bijdrage in Trouw concludeer ik dat nogal wat mensen het niet eens zijn met het economisch waarderen van natuur en het landschap. Belangrijkste argument, de natuur heeft heel veel te bieden dat niet in geld is uit te drukken. Het is daarom voor ons belangrijk een overzicht te krijgen van deze waarden. Ik dacht snel een mooie lijst te kunnen vinden maar dat is niet gelukt (we houden ons aanbevolen voor suggesties). Daarom ben ik op basis van literatuur, gezond verstand en wat ik zoal hoor een lijst gaan maken. Belangrijke niet financiële waarden zijn:

  • Tot rust komen
  • Recreëren
  • Gevoel van ruimte
  • Gezonde lucht
  • Stilte
  • Opvang van emissies
  • Productie van zuurstof
  • Reiniging van water
  • Vastleggen van CO2
  • Bron van kennis
  • Bestuiving van gewassen
  • Waterregulatie
  • Plaagbestrijding
  • Nutriëntenkringloop
  • Voedsel (vis, jacht)
  • Intrinsieke waarde (de natuur heeft waarde van zichzelf, los van de mens)

Deze lijst is natuurlijk niet compleet maar geeft een aardig beeld waar we het over hebben. We kunnen deze waarden grofweg in drie categorieën indelen:

  • Intrinsieke waarde (de natuur heeft waarde van zichzelf, los van de mens). Je kunt hele discussies voeren of deze waarde wel of niet bestaat. Bas Haring betoogt in zijn boek Plastic Panda’s dat intrinsieke waard onzin is. Tegelijkertijd zijn er veel mensen die vinden dat het wel bestaat.  Wij gaan er verder niet op in, voor ons probleem (financiering) kunnen we er niet veel mee.
  • Economische waarde. Kort door de bocht, alles wat voor ons nut heeft vervult een economische waarde. Daar valt dus vrijwel alles uit bovenstaand lijstje onder. Tot rust komen, frisse lucht, schoon water etc. Dat wil nog niet zeggen dat ze meteen in geld uitgedrukt moeten worden.
  • Financiële waarde, het deel van de economische waarde dat we in geld uit kunnen drukken. Voor ons probleem vertaal ik dat maar snel in: hier zouden we geld mee kunnen verdienen. Dat staat los van de vraag of je dat ook echt wilt.

We begonnen met niet financiële waarden, maar kijkend naar het lijstje en de drie categorieën concludeer ik toch dat het in de meeste gevallen uiteindelijk toch gewoon over financiële waarden gaat. We zouden die ook kunnen berekenen. Wat heb je over voor rust? wat kost het reinigen van water? wat levert het bestuiven van gewassen ons op? Klinkt eenvoudig, in de praktijk natuurlijk verdraaid lastig.

Nu terug naar onze probleemstelling, financiering van landschap en natuur. Wat kan ik nou met deze waarden? Eigenlijk niet zo veel. Dat iets een (financiële) waarde heeft betekent nog niet dat er inkomsten zijn die je nuttig kunt gebruiken. Als ik een waardevolle gouden ring heb, dan is dat mooi, maar het levert me pas wat op als ik die verkoop, meer werk binnenhaal omdat ik er mooi uitzie of de ring kan verhuren aan anderen. In het licht van onze probleemstelling betekent dit dat er twee wegen zijn:

  1. Ik kan ze als argument in de strijd gooien en de politiek erop wijzen dat natuur en landschap heel belangrijk zijn, “kijk eens wat we er aan hebben”. Eigenlijk zeg ik dus, “kijk eens wat de natuur ons oplevert”.
  2. Ik kan proberen die waarden te kapitaliseren, iemand of een groep profiteert ervan en we moeten zorgen dat er voor betaald wordt.

Eigenlijk is er weinig verschil tussen beide punten, in het eerste geval vragen we de hele maatschappij om mee te betalen (middels belasting en subsidie), in het tweede geval bepaalde groepen.

Conclusie, dat natuur en landschap allerlei waarden hebben die lastig economisch zijn uit te drukken is helder. Als ik echter een concrete financieringsvraag heb (waar haal ik geld vandaan?) zal ik die waarden toch op de een of andere manier moeten vertalen in financiële cijfers.

Wel of niet economisch waarderen.

Los van onze vraag (ik heb geld nodig voor mijn gebied) is er een discussie over het al dan niet waarderen van natuur en landschap. Veel is geschreven over ecosysteemdiensten. Vrijwel alle bovengenoemde waarden zou je onder kunnen brengen in een aantal diensten die ecosystemen voor ons vervullen. Met name rondom ecosysteemdiensten speelt de vraag of je deze nu wel of niet economisch moet waarderen. Hieronder een aantal argumenten.

Voor:

  • Het helpt bij bewustwording
  • Het geeft het belang aan
  • Het helpt bij de besluitvorming
  • Het helpt bij het verkrijgen van financiële steun
  • Het is nodig om uiteindelijk in een of ander verdienmodel tot inkomsten te komen

Tegen:

  • Er is niet één duidelijke methode, alle methoden hebben beperkingen
  • Keuzes in waardering zijn soms arbitrair
  • Ecosystemen zijn complex, kan je alles wel goed waarderen?
  • Het laat kansen onbenut, bepaalde waarden komen niet terug

Met name de nauwkeurigheid / transparantie is een wezenlijk probleem. Wanneer je ecosysteemdiensten een plek wil geven in bijvoorbeeld een belastingsysteem (voor bepaalde grondstoffen, voor aantasting natuur, voor luchtvervuiling), dan moet er een heldere methode zijn. Daar kan je overigens ook weer over discussiëren, hoe accijnzen voor bijvoorbeeld tabak en alcohol bepaald worden is ook niet helder. Voor ons probleem vind ik dit echter minder relevant, wij zoeken financiering en kijken wie er profiteert van natuur en landschap. De opgave is dan niet zozeer om dat heel precies in beeld te brengen, maar wel om met elkaar te constateren dat er inkomsten zijn die wellicht op een andere / betere manier verdeeld kunnen worden. Een verdeling die uiteindelijk voor alle partijen meer waarde oplevert.

Tot slot, meer lezen:

Casus, financiering van onderaf

Pas achteraf realiseerde ik me dat we vandaag slimme financiering in de praktijk hebben gebracht. Financiering van onderaf zien we als één van de mogelijkheden om een wens gerealiseerd te krijgen. Wij  hadden ook een wens, ons verdiepen in een nieuwe instrument BREEAM-NL gebiedsontwikkeling. Het instrument is de afgelopen jaren ontwikkeld en hier te vinden. Wij wilden graag meer weten over het instrument, wat houdt het in, waar kan je het voor gebruiken en is het iets voor ons of onze opdrachtgevers?

We hadden er voor gekozen de beoordelingsrichtlijn goed te lezen en vervolgens te bespreken in een team waar we veel mee samenwerken. Vervolgens kwam het idee daar anderen bij aan te laten sluiten en een uitnodiging te versturen voor deelname. Gevolg positieve reacties en een klein aantal geïnteresseerden. Uiteindelijk hebben we vandaag bij InHolland in Delft met twee docenten, twee ambtenaren en twee adviseurs een interessant gesprek gehad over BREAAM. Zie het als een leesclub die een boek leest en gezamenlijk probeert het boek beter te begrijpen. Het resultaat is wat mij betreft buitengewoon goed, niet alleen meer inzicht in het instrument maar ook meer inzicht in het nut dat het instrument kan hebben voor mij en voor anderen. Oké, er kwamen ook weer nieuwe vragen, maar dat getuigt m.i. eerder van een succes dan van falen.

Waarom is dit nu een vorm van SlimmeFinanciering? Slimme financiering draait wat ons betreft om het rendement, een doel behalen met zo min mogelijk middelen. In dit geval:

  • Het doel is ruimschoots gehaald
  • Het heeft niemand iets gekost (afgezien van reiskosten en tijd)
  • Iedereen is er wijzer van geworden
  • Overcapaciteit is benut / gebruikt (een leeg lokaal bij InHolland)
  • Het netwerk is versterkt, nieuwe contacten zijn ontstaan

Terugkijkend durf ik te beweren dat dit een veel efficiëntere mannier is om kennis van instrumenten, nieuwe nota’s en plannen te vergaren dan het bezoeken van allerlei symposia. Ons voornemen is in ieder geval om de komende tijd nog een paar keer van dit soort bijeenkomsten over andere onderwerpen te organiseren. Het model daarbij, klein gezelschap (maximaal 10 personen), iedereen is gelijkwaardig en levert een actieve inbreng, één persoon bereidt het ten behoeve van het gesprek wat beter voor. Maar, mijn advies, wacht niet op ons maar organiseer zelf wat! (en nodig ons eventueel uit ;-))

Stijn van Liefland

P.S. één van de deelnemers heeft aangeboden de bevinden kort in een verslagje te zetten, t.z.t. komen we terug op de inhoud van de bijeenkomst.