Vooraf is het goed te stellen dat Greco niet zomaar een onderzoeker of wetenschapper is. Onder een wetenschapper versta ik dan iemand die ‘gewoon’ naar de feiten kijkt en daar dan conclusies uit trekt (ik denk niet dat die bestaan, maar dat terzijde). Greco is iemand met een missie, iemand die met een passie de verschijnselen van geld en krediet bestudeert met als doel de democratisering van financiering en de economie. Het gaat hem niet alleen om het begrijpen maar ook om het veranderen, het gaat hem om economische gelijkheid, persoonlijke vrijheid, wereldvrede en ecologisch herstel. Het is maar dat u het weet.
Het mooie of uitzonderlijke van dit boek (van Greco) is dat het oplossen van het geldprobleem geen onderdeel is van een bredere aanpak, nee, het is de werking van de huidige economie en het huidige bankwezen die een andere, betere, duurzamere, rechtvaardigere inrichting van onze samenleving fundamenteel in de weg staat. Banken als veroorzaker van de diepe crises en wortel van het kwaad dus. De ondertitel van het boek luidt dan ook: ‘.. en de toekomst van onze samenleving’. Als het financiële stelsel niet fundamenteel anders wordt ingericht zullen wereldoorlogen over de schaarse hulpbronnen (energie, water, voedsel, grondstoffen) onvermijdelijk zijn en zitten we nu aan de vooravond van een ‘new dark age’.
Waarom is het nu dan fout geregeld? De oorzaak van het kwaad ligt volgens Greco in het bestaan van rente. Rente op rente geeft een exponentieel verloop in de tijd. We komen daardoor onvermijdelijk terecht in een zich verergerende schuldsituatie die op den duur moet barsten (‘a money bomb’). De staat en banken spelen daarbij onder een hoedje. De staat heeft het monopolie op de uitgifte van geld (bepaalt hoe het geld eruit moet zien om geaccepteerd te worden als finale kwijting van bijvoorbeeld belastingschulden). De staat geeft exclusieve licenties uit aan een beperkt aantal instellingen (banken) die kredieten mogen verlenen op basis van de hen toevertrouwde middelen. De staat ontdekt vervolgens dat zij zelf ook gebruik kan maken van de kredietfaciliteiten van de banken om meer uit te geven dan ze aan belastingen binnen krijgt. De gevolgen zijn uiteindelijk meer inflatie en bij gebrek aan aflossingscapaciteit het afstempelen van de schulden.
Waar deze redenering van Greco in feite op neer komt is dat de staat via haar geldverschijnings monopolie er naast rechtstreekse belastingheffing instrumenten bij krijgt om tot grootscheepse herverdeling van macht en rijkdom over te gaan. Want zowel inflatie als afstempelen betekent een gedwongen herverdeling van bezit. Ondertussen garen de bankinstellingen er garen bij want zij bepalen tot op zekere hoogte wat ze spaarders aan rente vergoeden en wat ze bij kredieten aan rente opeisen. Het monopolie surplus van de banken vloeit in de tussentijd weg naar te grote en luxe gebouwen, naar te hoge niet marktconforme salarissen, naar bonussen en naar dividenden. De enige uitweg uit dit systeem is alsmaar blijven groeien, alsmaar extra productie en extra verkopen, om de rentelasten te kunnen bijbenen. Maar dat systeem leidt volgens Greco tot een uitputting van grondstoffen en dus tot huidige ecologische crisis. Bankiers en politici zitten onderling in een financieel complot en houden elkaar de hand boven het hoofd. Bankiers hebben een sterke lobby richting politieke besluitvorming en beloven interessante banen en privileges aan politici voor ná hun bestuursperiode. In de woorden van Greco is er geen sprake van een scheiding van geld en staat.
Wordt vervolgd
Rudy van Stratum