In de eerste helft van dit jaar hebben wij in opdracht van InnovatieNetwerk onderzoek uitgevoerd naar verdienmogelijkheden voor de natuursector. Aanleiding van dit onderzoek was allereerst het boek “Waardevol Groen”. Hierin wordt welliswaar een groot aantal verdienmogelijkheden benoemd maar ontbreekt het aan een waardering van deze mogelijkheden. Zo wordt niet duidelijk wat de verschillende mogelijkheden opleveren en op welke schaal deze toepasbaar zijn. Een tweede aanleiding zijn (dreigende) bezuinigingen voor de natuursector. Een belangrijke vraag waar de sector mee worstelt is hoe het beheer van natuurgebieden de komende jaren gefinancieerd kan worden. (Nieuwe) verdienmogelijkheden bieden wellicht een oplossing.
De opdracht was om door middel van een kort onderzoek meer richting te geven aan het grote aantal verdienmogelijkheden dat in diverse publicaties genoemd wordt. Belangrijkste 2 vragen:
- Wat kan een verdienmogelijkheid opleveren voor de natuursector als geheel in Nederland?
- Op welke schaal zijn de verdienmogelijkheden toepasbaar, vrijwel overal in Nederland of alleen op specifieke plekken?
Uitgangspunt bij het onderzoek is dat de verdienmogelijkheden moeten helpen bij de financiering van het beheer, bijvoorbeeld om een mogelijke bezuiniging op te vangen. Een jaarlijks terugkerende geldstroom is daarbij dus van belang. De resultaten van het onderzoek zijn te vinden op de website van Innovatienetwerk. In een serie van 3 artikelen gaan we hier kort op het rapport. In dit eerste artikel komen de geldstromen in de natuursector aan de orde, in de volgende twee artikelen komen de verdienmogelijkheden aan de orde.
Geldstromen
Gedurende het onderzoek ontstond er behoefte om meer duidelijkheid te krijgen over de geldstromen in de natuursector. Immers als we een verdienmogelijkheid vinden die zeg € 10 miljoen oplevert voor de natuursector, dan willen we graag weten of dat veel of weinig is. Het viel ons op dat een totaaloverzicht van de geldstromen in de natuursector niet te vinden is. Of laten we het zo stellen, wij hebben het niet kunnen vinden, als het er is, dan is het goed verstopt. Er zijn wel veel lijstjes met uitgaven, subsidiestromen, begrotingen etc. te vinden maar wij waren vooral geïnteresseerd in het totaalplaatje.
Het blijkt nog niet mee te vallen om al deze cijfers bij elkaar te krijgen en vervolgens met een consistent verhaal te komen. Om een voorbeeld te geven, er gaat vanuit de overheid veel geld naar de natuur, bijvoorbeeld in de vorm van subsidies voor aankoop en beheer van gebieden, voor natuurorganisaties en voor agrarisch natuurbeheer. Maar er gaat ook geld naar de natuur in de vorm van compensatie voor andere activiteiten zoals de aanleg van de tweede Maasvlakte of het uitdiepen van de Westerschelde. Dan gaat er ook nog geld naar natuur doordat natuurontwikkeling meelift op andere ontwikkelingen zoals waterveiligheid.
Wij hebben ons beperkt tot de gelden die als hoofdoel natuur en een min of meer structureel karakter hebben. Hierbij gaat het hoofdzakelijk om middelen voor de aankoop en het beheer van gebieden. Uiteindelijk ligt de focus bij de geld dat beschikbaar komen voor beheer. Ons onderzoek naar verdienmogelijkheden gaat immers ook over de financiering van het beheer van natuur. De belangrijkste geldbronnen zijn subsidies, charitas en economische activiteiten.
De cijfers hebben we vervolgens verwerkt tot onderstaande diagram dat een beeld geeft van de geldstromen.Hierin is ook een bezuiniging opgenomen en laten we zien hoe je deze bezuiniging op kunt vangen. Gezien de beperkte tijd die beschikbaar was zal er op details vast wat op aan te merken zijn, aan de grote lijn die deze figuur laat zien zal dat weinig afdoen.
Stijn van Liefland