In dit derde en laatste artikel bespreken we de afzonderlijke verdienmogelijkheden. Zoals we in de grafiek (vorige artikel) lieten zien zijn er verdienmogelijkheden die in grote delen van Nederland toegepast kunnen worden, bijvoorbeeld oogsten en samenwerken. Maar hoe zit het dan met mogelijkheden die maar op een beperkt aantal plekken werken? Onder welke condities kunnen deze nou wel en niet en wat levert het dan vervolgens op voor een terreineigenaar?
In grote lijnen hebben we onderscheid gemaakt tussen drie typen verdienmogelijkheden:
- Markt, kort door de bocht commerciële activiteiten die tot winst leiden die in het gebied gestoken kan worden. Een voorbeeld is horeca.
- Donaties, activiteiten waarbij je een beroep doet op het belang dat mensen aan natuur hechten.
- Efficiency, besparen in de uitgaven en daardoor meer doen met minder
In onderstaande figuur is het overzicht van de 7 eerder genoemde verdienmogelijkheden opgenomen. We hebben het hier over extra verdienmogelijkheden, dus bovenop wat er nu al verdiend wordt. Als voorbeeld, de verdienmogelijkheid horeca betekent in deze studie dus méér inkomsten voor de natuur uit de horeca halen. Per verdienmogelijkheid geven we een vuistregel en komt kort aan de orde wanneer deze kansrijk is. Ik licht er een aantal toe, voor het overige en voor een onderbouwing van de cijfers verwijs ik naar ons essay op de site van InnovatieNetwerk.
Efficiency en samenwerking. Tegelijkertijd met ons onderzoek heeft McKinsey onderzoek uitgevoerd naar de natuursector. In het voorjaar van 2013 is hierover diverse malen gepubliceerd in de media. De cijfers die naar buiten kwamen komen overeen met de cijfers die onze gesprekspartners noemden, een besparing van 10% door efficiency en samenwerking binnen de sector is goed mogelijk. Deze verdienmogelijkheid is wellicht niet altijd even leuk, kijk nog eens naar onze discussie over de schaapsherder op de Veluwe. Maar, het is wel de verdienmogelijkheid die in onze ogen het meeste oplevert.
Entree en parkeergeld. Gaandeweg het onderzoek kwam de vraag op waarom er geen entree wordt gevraagd voor natuurgebieden? Een belangrijke reden is dat de beheerssubsidie die veel terreinen ontvangen als voorwaarde heeft dat het terrein gratis en openbaar toegankelijk is voor wandelaars en fietsers. Voor bijzondere activiteiten als mountainbiken of paardrijden zou je wel entree kunnen vragen. De vraag is natuurlijk of deze subsidie opweegt tegen de inkomsten die je uit entree zou kunnen krijgen. Als voorbeeld, voor een bosgebied is de subsidie ongeveer € 200,= per ha. per jaar. Als het je dus lukt om per hectare meer dan 100 betalende bezoekers (á € 2,=) te krijgen dan wordt entree heffen een serieuze optie. Lastig punt is natuurlijk de kaartverkoop en de handhaving maar hier zijn creatieve oplossingen voor te bedenken. Uiteindelijk is er vaak een beperkt aantal dagen waarop heel veel mensen een terrein bezoeken, dat is het moment om te handhaven en wellicht ook om meteen een seizoenskaart te verkopen. Parkeergeld is een bijzondere vorm van entree heffen omdat dit wel is toegestaan binnen de beheerssubsidie.
Over een aantal verdienmogelijkheden wordt veel gesproken, ze lijken het ei van Columbus. Maar helaas, onze conclusie is dat deze relatief weinig opleveren.
Crowdfunding. Hierover hebben we op deze site al veel geschreven. Natuurlijk zijn er ook in de natuursector succesvolle voorbeelden van crowdfunding. Misschien heeft de natuursector bij de aankoop van de eerste natuurgebieden, ca. 100 jaar geleden, crowdfunding wel zelf uitgevonden. Maar, crowdfunding moet concreet zijn en tot iets tastbaars leiden (inderdaad bijvoorbeeld de aankoop van een stuk natuur) en we hebben het hier over het financieren van langdurig beheer. Komt bij dat de doelgroep voor crowdfunding in de natuur voor een deel al lid of donateur is van een natuurorganisatie. Onze conclusie is, een aardige mogelijkheid om incidenteel voor iets concreets geld mee in te zamelen maar geen structurele bron van inkomsten voor beheer van gebieden.
Horeca. Ook horeca wordt wel eens gepresenteerd als hét verdienmodel voor de natuursector. Maar, laten we los van allerlei cijfers over winstmarges en dergelijke eens door de oogharen naar de horeca in Nederland kijken. Die heeft de grootste moeite haar hoofd boven water te houden. Wil de horeca een serieuze verdienmogelijkheid zijn, dan moet je nog een deel van de winst die de horeca eventueel maakt afromen om in een gebied te stoppen. Overigens we hebben ons in de cijfers verdiept en ook dan blijken de extra inkomsten voor de natuursector gering.
Tot zover de verdienmogelijkheden voor de groene sector. Als laatste volgt binnenkort nog een kort nawoord.
Stijn van Liefland