In eerdere afleveringen over systeemdenken zijn de theezakjes (circulaire economie) en de NS-Prorail discussie (onbedoelde tegenstrevers) aan de orde gekomen. Ditmaal weer een simpel voorbeeld uit het dagelijkse leven, ‘meer theezakjes dan NS’ dus.
Fietsen
Fietsen is hier genomen als voorbeeld. Het had ook kunnen gaan over schaatsen of over hardlopen of over sport in het algemeen. Ik hoop/denk dat de paradox voor veel mensen herkenbaar is.
Het begint vaak bij mannen op een iets gevorderde leeftijd. Een combinatie van ‘een buikje willen wegwerken’ en ‘financieel wat te verhapstukken hebben’. Op een gegeven moment constateer je dan dat je een buikje begint te krijgen en dat je meer aan sport moet gaan doen. Bewegen is goed. Je besluit je oude fiets uit de garage af te stoffen en gaat lekker op de zondagmorgen een uurtje of wat trappen. In het begin valt het niet mee, maar zoetjesaan begin je er toch lol in te krijgen. Je ziet je ‘rondetijden’ verbeteren en praat er ook met collega’s en vrienden over. Voor je het weet rij je mee met een van die clubjes die je op zondagochtend altijd voorbij ziet rijden.
Soms kun je lekker meerijden met het clubje maar soms ook moet je gewoon toegeven dat je het tempo niet bij kan houden. Dat komt natuurlijk omdat die anderen uit dat clubje al langer fietsen. Of omdat ze jonger zijn. Of … omdat ze betere spullen hebben. Jij fietst nog op dat oude ding immers. Omdat je zo lekker bezig bent, vind je dat je jezelf mag belonen met een betere fiets. De techniek staat immers niet stil! Je gaat boekjes lezen, weet inmiddels steeds meer over aerodynamica en veiligheid en energiedrank. Na vele prijsvergelijkingen op internet en het bezoeken van wat specialistische beurzen in het land, stap je naar de dealer om die ene fiets met accessoires te bestellen.
Zo, dat gaat lekker zeg, met die nieuwe fiets. Je raakt nog enthousiaster, je telt weer helemaal mee. Totdat je er na een paar maanden achter komt dat ook met die nieuwe fiets het toch op fysieke inspanning aankomt. En soms kun je toch een zondag niet. Hoe houd ik het ritme vast?
De paradox
De paradox die ik zie is dat het je uiteindelijk om meer beweging en inspanning te doen is. Natuurlijk mag het ook leuk zijn en als je met vrienden fietst geeft dat een sociale verplichting. Allemaal prima. Het basisprincipe is en blijft dat je lichaam inspanning moet leveren. En een oude fiets betekent meer inspanning. Toch is er de escape van een steeds betere en lichtere fiets. Maar dat betekent juist minder inspanning! Bij topsporters die een wereldprestatie willen/moeten neerzetten gaat het om de laatste onsjes en dan is de nieuwste techniek van belang. Dan gaat het om die ene honderste van een seconde sneller. Maar bij onze buikjes-man is dat helemaal niet aan de orde. Soms zie ik zelfs dat de duurste spullen worden aangeschaft nog voordat er serieus is gefietst op wat voor fiets dan ook. Vaak eindigt zo’n actie al na een paar maanden en komt een prima fiets op marktplaats terecht.
In een plaatje
In een systeemplaatje krijg ik dan zoiets:
Ik wil aan beweging gaan doen en ga dus wielrennen. Dat is de cirkel van ‘veel inspanning’. Er is een escape door via betere en vooral duurdere spullen juist minder aan inspanning te gaan doen. Dat is de cirkel van ‘weinig inspanning’. Van Guus hebben we geleerd meer het onderscheid te maken in ‘bovenstroom’ en ‘onderstroom’. Het plaatje hierboven gaat over de bovenstroom, over wat je feitelijk kan zien of constateren. Hij gaat meer wielrennen, hij koopt een betere fiets etc.
Onderstroom
Hoe zou de bijbehorende onderstroom eruit zien? Wat denkt of gelooft deze man-met-buikje? Tja, ik heb daar geen onderzoek naar gedaan maar kan natuurlijk makkelijk de plaats van deze man innemen :-). Ik kom dan tot zoiets:
Ik wil van mijn buikje af. Dat valt nog niet mee. Het ligt niet aan mij maar aan de spullen. Betere spullen is inderdaad fijner maar nog steeds is het niet makkelijk (en het went zo snel). Tja, fietsen is ook maar een manier om af te vallen. Beter is het om gewoon minder te eten. (en nu komt weer een nieuwe dynamiek over eten en duurdere voeding en wel/geen uitzonderingen etc).
Het lijkt er op dat de oplossing centraal komt te staan. In ‘no-time’ gaat het niet meer om het echte probleem (afvallen, gezond leven) maar om de verleidelijke oplossing (je te verliezen in de techniek en het kopen van spullen). Hiermee is de dynamiek dat je het echte probleem uit de weg gaat en vlucht in oppervlakkige en niet-blijvende oplossingen.
Stijn voelt zich als fanatiek schaatser meteen aangesproken en is het hier niet mee eens. Ik zie uit naar zijn versie. Zelf ben ik een audio-nerd en daar ben ik slachtoffer van een soortgelijke valkuil. Ik ga in een andere blog in op deze zogenaamde ‘audio-paradox’.
Rudy van Stratum