Vanmiddag was ik te gast bij een bijeenkomst op het provinciehuis van Gelderland. Onderwerp van de conferentie was ‘Samenwerking en financiering in gebiedsontwikkeling’. Daar sprak (onder andere) Tom Bade van Triple E over zijn visie op ‘getting things done when the going gets tough’ (mijn woorden).
Pre-ambule
Er was natuurlijk meer te horen vanmiddag maar het verhaal van Tom was anders en een voorbeeld van dwars tegendenken. Een bevlogen spreker met nogal afwijkende en boude stellingen over financiering van kwaliteit. Laten we zijn betoog eens langs lopen. Is het nieuw? Hoe werkt het? Kan het werken?
(In het volgende parafraseer ik op de uitspraken van Bade. Als het een eigen mening of toevoeging is zal ik dat markeren.)
Tom als ondernemer. Stoppen met dat gepraat over duurzaamheid, van denker naar doener. Hij heeft zelf een aantal ‘projecten’ gekocht en is nu als ondernemer verantwoordelijk voor de exploitatie. Hoe dat gaat zien we zo dadelijk (zonder een Euro op zak namelijk!).
Tom als anti-geograaf. Als het over duurzaamheid gaat, dan komen altijd maar weer die vermaledijde geografische kaarten op tafel. Het gaat altijd over ruimte want kaarten zijn sexy, dat is smullen voor de vakmensen. Maar, beste mensen, duurzaamheid gaat niet over ruimte maar over TIJD. Duurzaamheid is een kwestie van lange-slagen maken. Van korte termijn denken naar lange termijn denken.
Tom als marketeer. En ophouden nu met al die bullshit van ‘de 3 P’s’ en hoe het ook allemaal mag heten. Al die afkortingen dat is gewoon het gevolg van het bestaan van ‘powerpoint’. (Als econoom zou ik zeggen: dat is de wet van Say, elk aanbod schept zijn eigen vraag). Dus heb je powerpoint dan maak je mooie plaatjes met mooie bolletjes, in dit geval met Planet, People, Profit.
Het gaat dus niet over ruimte en niet over leuke intellectuele spelletjes met afkortingen. Het gaat naast tijd over economie. En, beste mensen, hoe ontstaat economie? Economie ontstaat door goede mensen met goede ideeƫn. Bill Gates kwam met een besturingssysteem en hielp zo miljoenen mensen aan een baan. En weet je hoe Bill is begonnen: in een garage! En toen de garage te klein werd, toen werd er een stukje bijgebouwd, makkelijk zat. Ruimte volgt economie en niet andersom!
Tom als tegenaan-schopper. We hebben het de laatste decennia omgedraaid. We zagen een verband tussen economische groei en gebouwen (Bill Gates!). En toen dachten de mensen die van zichzelf niets kunnen: we gaan gebouwen neerzetten dan volgt de economie vanzelf. NOT. Bill Gates kon wat en daar danken we groei aan. Projectontwikkelaars, bankiers, bestuurders, die kunnen niks en daar hebben we dus de crisis aan te danken.
En mensen, laten we nu ook eens ophouden met al die braaftaal. Ophouden met ‘van onderop’, ‘samenwerken’, ‘invullen van de regie-functie’! Nogmaals, het gaat om ondernemerschap en om lange slagen in de tijd. En lang niet altijd ‘samen’ dus: soms gebeurt het gewoon zoals ik zeg, helder en duidelijk.
Hoe pakken we dat dus aan?
Hoe gaan we dan duurzaam ondernemen zonder prietpraat? Economen snappen er ook al niets van, want de oplossing die nu gaat komen, daar is in de economische literatuur niets over te vinden (sic!).
Voorbeeldje. Ik koop een leegstaand pand voor een appel en een ei in een achterstandsbuurt. Ik jaag daar een aantal kunstenaars in. Die kunnen daar gratis wonen en werken zolang ze maar aan onderhoud en leuke dingen doen. Je ziet dan vanzelf dat er na een tijdje een volgende slag volk interesse krijgt. Dat zijn dan de hipsters en die gaan natuurlijk wel wat betalen. En dat gaat net zolang door tot op een gegeven moment de advocatenkantoren hun plek innemen.
Nog een voorbeeldje. Ik koop een bijna failliete tent als ‘De kleine aarde’ in Boxtel. Uiteraard wederom voor een symbolisch bedrag. Ik krijg daarmee het recht om een aantal zaken ter plekke te doen (restaurant, speeltuin etc). En in ruil daarvoor neem ik de verplichting op me om het beheer van de plek op me te nemen.
Handel in rechten en plichten
Waarom snappen economen er niets van? Omdat die praten over wat er op de balans staat. En dat is voor een ondernemer volstrekt irrelevant. Het gaat om (de handel in) rechten en plichten.
Een overheid kan een park aan een ondernemer geven. Dat is dus het recht dat je aan die ondernemer overdraagt om daar iets mee te doen. En dat recht heeft een waarde. Dus ofwel betaalt die ondernemer voor dat recht (om te mogen verdienen) ofwel belooft die ondernemer het beheer over een lange periode op zich te nemen (een recht dat wordt geruild tegen een plicht).
Het is hierbij van belang dat rechten en plichten in een package door de overheid worden ‘verkocht’ (en daarna ook alleen maar in dezelfde samenstelling mogen worden doorverkocht).
(Tot zover de parafrasering).
Nieuw?
Het betoog van Tom Bade komt dus neer op een doordachte handel in ‘rechten + plichten’. Dit is zeker een interessante gedachte.
Hebben economen hier niets over te melden? Onzin natuurlijk. Een aandeel is in wezen een recht op het ontvangen van dividend in de toekomst. En aan een aandeel hangen natuurlijk ook plichten. Op zijn minst de plicht om je als (mede-) eigenaar van het bedrijf aan de wetten van het land te houden. Een aandeel zoals we dat kennen is in wezen al handel in rechten en plichten. Alleen zijn we vergeten de juiste plichten bij de eigenaren neer te leggen (of als we dat wel doen, dan zoeken die ondernemers een plek op aarde waar die plichten niet gelden, simpel zat).
Tom Bade bedoelt met economen waarschijnlijk boekhouders. Een financieel econoom zal een recht waarderen op basis van alle kasstromen die in de tijd aan dat recht kleven. Wat er op de balans staat is inderdaad van geen enkel belang. En inderdaad, dat heb ik al vaker beweerd, de overheid kent vaak rechten toe aan burgers en bedrijven zonder zich bewust te zijn van het feit dat dat recht een economische waarde vertegenwoordigt. Als je ergens iets mag dan is dat geld waard. Waarom mag je in Nederland onder toezicht van de Nederlandse Bank een bankbedrijf runnen? Dat kost je, behalve het doorlopen van een hele ingewikkelde papiercyclus, helemaal niets. Waarom wordt dat recht niet jaarlijks geveild tegen opbod? Zoals ook de rechten voor mobiele telefonie worden verkocht bij opbod? Wat zou het effect zijn van een flinke lobby-inspanning om de plichten (lees: wet- en regelgeving) te mitigeren? Lees het boek van Reich nog eens zou ik zeggen.
Maar het verhaal is pas compleet als je als overheid precies zoveel plichten weet ‘mee te onderhandelen’ dat er een win-win situatie ontstaat. De overheid heeft dan de kwaliteit van een publiek goed veilig gesteld, de ondernemer kan dan zijn ding doen (en ploegt in ruil daarvoor dus een deel van zijn winst terug naar die verplichtingen). Een ondernemer zal dus een economische afweging maken: wil ik dit pand/park voor 1 Euro overnemen als ik er een speeltuin/kantoor van mag maken en ondertussen gedurende x jaar bepaalde dingen voor terug moet doen? Hij maakt een afweging tussen de contante waarde van de voordelen (de rechten) en de contante waarde van de nadelen (de plichten).
Samenvattend: de constructie is helemaal niet zo uniek of nieuw, het is een financieel-economisch gedreven manier om rechten en plichten uit te onderhandelen. De ondernemer wordt door de inbouw van plichten door de overheid gestretched om een langere horizon in te nemen.
Evaluatie
Kan dit werken? Zeker, ik zie (meer) mogelijkheden voor deze aanpak. Niet voor alles en altijd, maar toch. Een paar overwegingen zijn echter wel op zijn plaats:
- De ondernemer komt er wel uit. We gaan ervan uit dat die kan rekenen en kan ondernemen. Hoeven we weinig aan te doen.
- De overheid (publieke partij) moet ook gaan denken als een ondernemer. Dat betekent dus nadenken over: wat gaat die ondernemer hier doen? Hoeveel denken wij als overheid dat ie er aan over houdt? Wat kunnen/willen/moeten we in ruil daarvoor terug vragen?
- Het uitgangspunt is dus dat beide partijen aan tafel gelijkwaardig zijn. In wezen is het een onderhandelingsstrategie waarbij de eye-opener van Bade in mijn ogen is dat de overheid zich meer bewust moet zijn van de waarden die het in huis heeft.
- Impliciet neemt ook Bade aan dat ‘het goede’ (de lange termijn, de publieke zaak) niet vanzelf tot stand komt. De ondernemer zal in de regel niet zelf aanbieden bepaalde plichten op zich te nemen. De overheid moet dus donders goed weten wat ze wil. De overheid moet specialist worden in het ramen van verplichtingen. Hier is in gevallen wel nieuwe wet- en regelgeving voor nodig.
- Economen weten hier niets van? Zoek eens in de literatuur over verzekeringen. In wezen zou je dit probleem ook kunnen zien als een verzekeringsprobleem. De overheid wil de verzekering (van de ondernemer) dat ie gedurende x jaar bepaalde zaken goed regelt. De premie die de overheid daarvoor betaalt is het vrijgeven van een recht om .. (te bouwen, te exploiteren etc). Maar zoals het ook bij verzekeringen gaat: de kleine lettertjes! Je betaalt jarenlang elke maand een premie tegen diefstal, tot het moment komt dat er iets gestolen wordt, dan blijkt er in het contract te staan dat je moet kunnen bewijzen dat het gestolen is (en dat het dus niet gaat om verlies etc).
- Praktisch zal de bottle-neck van deze aanpak wel eens kunnen liggen in de kleine lettertjes, in de mogelijke scenario’s etc. Juist dan is het zaak dat de partijen over dezelfde informatie beschikken, elkaar ook op langere termijn kunnen vertrouwen en naar de geest van de afspraken handelen. Juristerij gaat hier niet werken. Vertrouwen dat het ook in lastige tijden wel goed komt? Hmm, het recente verleden geeft mij dat vertrouwen in ieder geval niet.
- Een niet onbelangrijk probleem is dat partijen bereid moeten zijn hun verlies te nemen als dat aan de orde is. Een kantoor kopen voor 1 Euro? Als het toch leeg staat? Zelfs super-commerciĆ«le partijen hebben hier moeite mee. Waarom komen vastgoed-partijen nu naar de overheid om te pleiten voor een ‘leegstandsfonds’?
- Laten we eens een praktische (maar fictieve) casus nemen. Een stuk bos waar mensen graag in wandelen maar waar geen geld meer beschikbaar is vanuit de overheid voor onderhoud. Hoe zal het dan gaan? De overheid geeft een concessie uit aan de ondernemer om het bos te exploiteren. Wat mag je daar dan doen? Parkeergeld heffen? Entreegeld heffen? Een restaurant openen? Kortom: er moet wel een business-case zijn. Als al die dingen niet mogen, ja, wat dan? In de woorden van Bade: het moet wel LLMM zijn, oftewel Lekker Leuk Mooi Makkelijk, anders valt er niets te verdienen.Wat te doen met gevallen die VVLM Vies Vervelend Lelijk Moeilijk zijn? Ja hoor, die komen ook voor. Oftewel: het kind met het badwater weggooien?
- En dan nog blijft een interessante vraag: als het die ondernemer lukt om er iets aan over te houden, waarom zou de overheid dat dan niet zelf kunnen organiseren? Omdat de overheid niet denkt als een ondernemer. Maar dat was juist wel nodig om de onderhandeling op een goede manier te laten verlopen ….
Ik wil het allemaal nog eens laten bezinken. Ik hoor het verhaal voor het eerst. Dit is in ieder geval wat er in de auto op de terugweg naar huis bij mij opborrelt.
Rudy van Stratum