Ik had deze aflevering willen beginnen met mijn eigen hobby, schaatsen en de aanschaf van een paar nieuwe dure schaatsen. Maar we hebben het in de vorige twee afleveringen over de schaapsherder gehad en het zal inmiddels duidelijk zijn, rendement gaat niet alleen over financiële kosten en baten. Rendement kan ook in andere kwaliteiten zitten, als het om mijn schaatsen gaat bijvoorbeeld meer comfort, betere bocht kunnen rijden, stabieler op het ijs, etc. Voor de schaapskudde zit dat in de hogere belevingswaarde van het landschap en een goed gevoel voor heel veel mensen.
De voorbeelden, Rudy zijn versterker (vorige aflevering), mijn schaatsen en de schaapskudde op de heide laten allemaal zien dat we niet uitsluitend investeren om er financieel beter van te worden. Soms is dat heel duidelijk zoals bij een paar schaatsen, maar soms is het schimmig. Stel we gaan een nieuwe woonwijk aanleggen en extra investeren in een groene omgeving. Waarom doen we dat dan? Vinden we het gewoon belangrijk dat er meer groen komt? Of is er een financieel motief, woningen in een groene omgeving leveren meer op en kunnen we dus met meer winst verkopen? In de praktijk loopt dit nogal eens door elkaar.
Zo starten projecten soms met het idee dat het financieel rendeert, als dat dan niet zo is dan halen we er allerlei argumenten bij om het idee er alsnog door te krijgen. De zonnepanelen zijn inderdaad niet rendabel, maar ze dragen wel bij aan het imago van uw bedrijf. Andersom gebeurt het ook, we willen iets omdat we dat gewoon belangrijk vinden (bijvoorbeeld natuur of een paar nieuwe schaatsen) en proberen er vervolgens een financieel kloppend verhaal van te maken. Daar zit natuurlijk een risico in, anderen zullen ook met financiële argumenten komen, je moet dus stevig in je schoenen staan. En, als je begint met financiële argumenten is het natuurlijk raar om aan het eind van de rit een negatief financieel rendement goed te praten door allerlei bijzondere waarden op te voeren.
Voorbeeld
Stel dat we een groot project hebben met meerdere partijen, bijvoorbeeld de uitkoop van een agrarisch bedrijf zodat de natuur meer ruimte krijgt. We kunnen dan eerst eens kijken wat dit voor alle partijen over een langere periode aan inkomsten en uitgaven betekent. Het uitkopen en de herinrichting kosten geld, inkomsten zijn er ook, agrariërs in de omgeving kunnen hun bedrijf juist uitbreiden en mogelijk is er een toename van recreanten door mooie nieuwe natuur. We kunnen dat allemaal in een grote tabel zetten en vervolgens net als in de tweede aflevering het totale resultaat over alle partijen berekenen. De kans is vrij groot dat we dan tot de conclusie komen dat dit financieel een slecht plan is. Maar, een deel van de partijen zijn nooit voor financieel rendement met dit project begonnen. In dit geval zal het doel eerder op het vlak van natuur en landschap liggen. Tijd dus om niet financiële waarden (of inkomsten en uitgaven) in beeld te brengen.
Even voor de vuist weg, aan de inkomstenkant zou kunnen staan een mooier uitzicht, meer biodiversiteit, een betere waterkwaliteit, een goed imago voor de streek, gezondere burgers etc.. Mogelijk zijn er ook uitgaven of kosten die we niet direct financieel doorrekenen. Mogelijk moeten mensen omrijden door nieuwe natuur en wordt een aantal ondernemers juist belemmerd in hun uitbreidingsmogelijkheden. Vervolgens kijken we of het bij deze kosten en baten om een van de deelnemende partijen gaat, of het om een nieuwe partij gaat of dat het om (een deel van) de maatschappij gaat. We kunnen dat vervolgens allemaal netjes in ons schema zetten. Daarmee hebben we in ieder geval transparant gemaakt wat de investering voor de diverse partijen oplevert.
Twee vragen zijn vervolgens van belang. Als eerste is het goed de vraag te stellen of het hier werkelijk om niet financiële kosten en baten gaat of dat het uiteindelijk toch gewoon om Euro’s gaat? Best lastig, maar ik noemde gezondere burgers. Die zullen zich prettiger voelen en dat is lastig te vertalen in euro’s. Maar, als ze minder vaak ziek worden dan wordt het een ander verhaal, minder ziekteverzuim, minder kosten voor medische zorg etc. Hier kunnen we wel degelijk een prijskaartje aan hangen. Ook een mooier uitzicht kunnen we financieel vertalen. Een woning met een mooi uitzicht is meer waard dan een woning zonder mooi uitzicht. Maar, lastig punt, iemand die helemaal niet van plan is de woning te verkopen zal er niets aan verdienen en moet het uitsluitend doen met de niet financiële baten, het mooiere uitzicht (mogelijk gaat deze persoon zelfs een hogere OZB betalen, maar dat terzijde). Uiteindelijk zijn veel van de niet financiële baten uiteindelijk toch te vertalen in concrete geldstromen. Dit even los van de vraag of dat altijd wenselijk is.
De tweede vraag is of alle ingrepen en investeringen voldoende bijdragen aan de realisatie van het doel. We hebben het hier in de eerste aflevering al over gehad, bij de start van een project is er als het goed is een duidelijk doel (harder schaatsen, mooier geluid, mooier landschap etc.). Als we het over rendement hebben draait het uiteindelijk om de vraag welke bijdrage de investering levert aan het realiseren van dit doel. Je zou het ook anders kunnen stellen als er rechts onderin de figuur een negatief getal staat, moeten de partijen gezamenlijk dat bedrag bij elkaar brengen om de waarden die in de tabel staan te realiseren. De vraag is dus eigenlijk, zijn al die gerealiseerde waarden me dat geld waard. In ons voorbeeld is het dus de vraag of het mooiere uitzicht, het beter imago, de gezondere burger etc. € 100.000 waard is.
Omgekeerd moet je dit natuurlijk ook doen bij een investering die wel financieel rendeert. Wat kost deze ingreep alle relevante partijen. In euro’s komt er een positief bedrag uit (het rendeert immers), maar weegt dat op tegen alle schade die deze ingreep veroorzaakt?