Tag archieven: praktijkcasus

Voorbeelden circulaire economie (MMM04)

Voor deze aflevering ben ik op zoek gegaan naar mooie voorbeelden van de circulaire economie in de praktijk. Ik vond dat nog best wel lastig, voorbeelden zijn er genoeg, maar goede voorbeelden … Dat het lastig is goede voorbeelden te vinden komt waarschijnlijk vooral door mijn eigen beeld bij een circulaire economie, wat natuurlijk weer gebaseerd is op wat ik lees en hoor. Ik denk bij circulaire economie aan nieuwe ontwikkelingen, nieuwe concepten, mogelijkheden tot opschalen en vooral heel veel ontwikkelingen waar we nog niet van gehoord hebben. We hebben het hier immers over onze toekomst. Ik wil dat mijn oren gaan flapperen, ik wil van mijn stoel vallen. In dat opzicht ben ik wat teleurgesteld in de oogst van een enkele uur zoeken.

Criteria circulaire economie

Het zegt ook iets over de criteria die ik blijkbaar zelf onbewust hanteer. Ik heb ze uitgeschreven en het komt ongeveer hier op neer:

  • Tegengaan van verspilling
  • Sluiten van kringlopen (materialen, energie etc.) op allerlei niveaus
  • Hoogwaardig hergebruik van materialen
  • Anders omgaan met eigendom
  • Efficiency in processen
  • Producten die lang meegaan

Er zijn heel veel initiatieven die hier onder vallen. Maar een ander belangrijk criterium voor mij is het volgende:

  • We willen de wereld willen veranderen. Dat klinkt heel zwaar en dat is het ook. Maar laten we eerlijk zijn als je de stukken over circulaire economie leest dan gaat het daar wel om. Een nieuwe economie, een nieuwe manier van denken, in tweeduizendnogwat volledig circulair zijn. In mijn ogen helemaal geen gekke gedachte. Als dat dan het toekomstbeeld is dan hoop je dat er voorbeelden zijn die perspectief op die toekomst geven.

Met dit laatste criterium vallen er veel mooie projecten af. De Plastic Whale die we ook al bij de mythes tegenkwamen, mooi initiatief, maar wel heel klein. Kromkommer, raar gevormde groente toch gebruiken in plaats van weggooien, ik vindt het belangrijk. Rotterzwam, paddenstoelen kweken in een oud zwembad op de oude koffiedrap uit de horeca. Niks mis met deze projecten. Maar we hebben het over hele kleine niches, gaat dit de wereld veranderen? Ja, wellicht met een ingewikkelde u bocht, maar dan vooral doordat het mensen inspireert en zo een beweging op gang gebracht wordt. Ik ben echter ook bang dat het voor velen lastig is de relatie te leggen met bijvoorbeeld de auto, het eigen huis en dat soort zaken. De gunfactor van deze initiatieven is gewoon te groot. Ze zijn zo sympathiek en aaibaar dat het moeilijk is ze serieus te nemen. Het zijn leuke schattige buitenbeentjes die je graag steunt, maar waarna je gewoon weer over gaat met de orde van de dag.

Schattige buitenbeetjes?

Schattige buitenbeentjes of niet, dit zijn wel inspirerende initiatieven en ik maak er daarom ook graag even reclame voor.

    • Kromkommer, toch niet zo heel klein, de producten zijn inmiddels door het hele land te verkrijgen. Afgekeurde groente wordt verwerkt tot lekkere soep, maar vooral zet kromkommer zich in om deze groente gewoon in de winkel te verkopen. www.kromkommer.com.
    • Plastic Whale. Plastic dat wordt weggegooid inzamelen en verwerken tot nieuwe producten. Bijvoorbeeld een boot. Kijk op www.plasticwhale.com.
    • Rotterzam. Ik ben een keer bij dit bedrijf op bezoek geweest. Ze kweken oesterzwammen in een afgedankt zwembad in Rotterdam op koffiedik van de plaatselijke horeca. Daarnaast dragen zij de boodschap van de circulaire economie uit. www.rotterzwam.nl.

Kleine initiatieven en in mijn ogen niet de voorbeelden voor de gevestigde industrie, maar ze doen tenminste wat.

Er vallen ook projecten af omdat ik ze gewoon niet nieuw vindt. Greenwheels bijvoorbeeld, prachtig project, maar dat is toch niet de verdienste van de circulaire economie. Dat was er al of is een beetje gelijk opgetrokken. Zo kwam ik meer projecten tegen waarbij de initiatiefnemers zelf zeggen dat ze het al jaren zo doen. Daar is niets mis mee, dat zijn misschien juist de pareltjes die we zoeken, de mensen die het al jaren zo doen en het er niet over hebben. Dan zijn er ook nog casussen die totaal nog niet uitontwikkeld zijn, de plastic road is zo’n initiatief. Er wordt nog gezocht naar kennis van wegenbouwers en naar kennis over kunststof, dan weet je wel zo’n initiatief staat.

Goed lange inleiding, zoals beloofd 8 voorbeelden die voldoen aan mijn criteria.

  1. Fairphone

fairphoneDe telefoon is een product geworden dat we na een jaar of 2 vervangen. Soms geven we hem door aan onze kinderen en wordt de telefoon langer gebruikt. Vaak is het repareren van een telefoon niet te doen en daar komt bij dat telefoons al snel weer verouderd zijn. De fairphone is een telefoon die door de gebruiker zelf gerepareerd kan worden. Op de website van het bedrijf zijn verschillende onderdelen te koop en worden eenvoudige instructies gegeven om je telefoon te repareren. Ook een upgrade is mogelijk door een bestaand onderdeel te vervangen door een verbeterd onderdeel. Niet onbelangrijk is natuurlijk waar de grondstoffen vandaan komen en hoe de oude telefoon verwerkt worden. Meer info hier.

Mooi voorbeeld want: gaat over een product dat we allemaal gebruiken.

  1. De markt op perron 9

Dit is me samen met het volgende voorbeeld uit het hart gegrepen. Hoe vaak horen we niet dat iemand iets heel duurzaams gaat bouwen (duurzaamste van …) maar dat vervolgens met maagdelijk materiaal doet. Ik het al vaker betoogt, het gaat er niet alleen om dat je iets maakt dat hergebruikt kan worden, maar ook dat je juist iets met bestaande stromen doet. En die zijn er genoeg. De markt op perron 9 is een overkapping voor een markt op een plein in de nieuwbouwwijk Leidsche Rijn in Utrecht. De oude perronkappen van het station Utrecht centraal zijn gebruikt om deze overkapping te maken. Het is niet alleen duurzaam maar ziet er ook meteen bijzonder uit.

Mooi voorbeeld want: gaat over een afvalstroom die heel groot is en een beroepsgroep (architecten) die vooral nieuwe dingen willen maken.

  1. Villa Welpeloo 2005 + oogstkaart

welpelooDit lijkt een beetje op het vorige voorbeeld maar gaat nog een stap verder. Bij villa Welpeloo is men voor de ontwerpfase op zoek gegaan naar materialen die in de directe omgeving beschikbaar zijn, 60% van het materiaal is gebruikt en komt uit de directe omgeving. Het staal is afkomstig van een oude machine uit de textielindustrie, het hout is afkomstig van oude kabelhaspels. Vervolgens is de kwaliteit van dit materiaal verbeterd. Eigenlijk niet echt nieuw, de Earthship houses kennen we ook. Huizen gebouwd van oude flessen of autobanden, maar daarmee ook extreem in ontwerp en niet iets dat de meeste mensen willen. Villa Welpeloo ziet er ook apart uit, maar is tegelijkertijd ook een gewoon huis. Naar aanleiding van dit project is de oogstkaart ontwikkeld, een kaart waarop mensen gebruikte materialen aan kunnen bieden. Zo staan er bijvoorbeeld oude ruiten van treinen op.

Mooi voorbeeld want: gaat over een afvalstroom die heel groot is en een beroepsgroep (architecten) die vooral nieuwe dingen willen maken.

  1. Philips en turntoo

Het idee is volgens mij al vrij oud, maar nooit echt aangeslagen, licht verkopen in plaats van lampen. De vraag kwam van Thomas Rau, architect die voor zijn kantoor gewoon licht wilde. Hoe dat licht daar komt is van ondergeschikt belang. Omdat Rau betaalt voor licht in plaats van voor lampen komen ook andere oplossingen in beeld zoals het gebruik van daglicht. Ja, een enorme open deur, maar blijkbaar doen we dit te weinig. De verlichting is gekoppeld aan sensoren die de hoeveelheid licht meten en op basis daarvan bepalen hoeveel kunstlicht er nodig is. De hele installatie blijft eigendom van Philips zodat Rau geen omkijken meer heeft naar onderhoud en vervanging. Philips kan vervolgens een mooie oplossing zoeken voor de gebruikte materialen. Voor Philips is er een prikkel om zo min mogelijk elektriciteit te gebruiken, immers Rau betaalt voor licht, Philips voor de elektriciteit en apparatuur. Meer info hier

Mooi voorbeeld want: grote multinational die poging doet om met een alledaags product een andere werkwijze toe te passen.

  1. ReFil: circulair 3d-printing

Eigenlijk een heel simpel initiatief. Maak de kunststof die 3d printers gebruiken voor het printen van reststromen en zorg dat de producten die geprint worden weer als grondstof kunnen dienen. Hier hebben we echt iets dat een grote verandering kan betekenen. Hoe leuk zou het zijn als je zelf je kunststofafval fijn hakt en in je printer gooit om nieuwe spullen te maken? Voorlopig wordt er nog gebruik gemaakt van grootschalige afvalstromen die vrijkomen bij het verwerken van bijvoorbeeld afgedankte auto’s (dashboards).

Mooi voorbeeld want: dit kan wel eens de toekomst zijn. Oude spullen omsmelten, nieuwe spullen uitprinten.

  1. Urban Mining: Oud hout als basis voor een nieuwe vestiging

Een beetje vergelijkbaar met de voorbeelden 2 en 3. Ook hier gaat het om het gebruik van reststromen voor het maken van een nieuw gebouw waarbij de beschikbare reststroom als input voor het ontwerp wordt gebruikt.

Mooi voorbeeld want: uitgangspunt moet zijn, wat is er beschikbaar en wat kunnen we daarvan maken. In plaats van wat wil ik maken en waar haal ik vervolgens mijn spullen vandaan.

  1. Mud jeans

mud jeansBij Mud jeans kan je een spijkerbroek en andere kleding leasen. Voor een vast bedrag per maand maak je gebruik van de broek, na gebruik neemt de winkel de broek terug. Dan wordt de broek nog een keer gebruikt als vintage broek en vervolgens vermalen en weer verwerkt tot nieuwe katoen. Het is een manier om de kringloop te sluiten. Het blijkt wel moeizaam te gaan, vandaar dat de broeken nu ook gewoon te koop zijn. Je vraagt je af of een regeling met statiegeld niet veel handiger zou zijn, voor 2 tientjes zullen mensen die broek echt wel terugbrengen.

Mooi voorbeeld want: Laat zien dat je ook bij een alledaags gebruiksvoorwerp anders met eigendom om kunt gaan.

  1. Desso

Desso produceert tapijt en tapijttegels en heeft enkele jaren besloten dat het roer om gaat. Het bedrijf wil dat alle producten in 2020 volledig volgens cradle to cradle principes gemaakt worden. Het mooie is dat we het hier niet over een klein bedrijf hebben dat een eigen niche heeft maar een bedrijf dat wereldwijd opereert en bekende klanten heeft zoals banken, hotelketens (Hilton) en de KLM. Kijk dat is een voorbeeld waar we wat aan hebben.

Mooi voorbeeld want: Internationaal bedrijf dat 100% circulair wil gaan werken en grote klanten heeft. Daarmee verspreid het de boodschap.

Tot slot, wat is circulaire economie?

Allereerst, bij alle 8 de voorbeelden zijn wel kanttekeningen te plaatsen. Maar dat doe ik nu dus even niet. Het zijn in mijn ogen allemaal voorbeelden die opschaalbaar zijn en te kopiëren naar andere sectoren of branches. Het is interessant te na te gaan wat je ziet als je door de oogharen naar de voorbeelden kijkt (en alle voorbeelden die ik hier niet noem), wat is de circulaire economie dan? Ik concludeer dat de circulaire economie een vergaarbak is van allerlei ideeën en concepten die een aantal zaken met elkaar gemeen hebben. Mijn lijstje helemaal bovenaan dekt het aardig denk ik. Het maakt daarbij niet uit of iets nieuw is of al bestaat, of het groot is of klein, we kunnen het nu een naam geven. Belangrijkste waarde is dan dat we het vanaf nu allemaal dezelfde naam geven, circulaire economie. En dat we daarmee een belangrijk signaal afgeven aan iedereen die er anders over denkt. Ik vind dat wel mooi. Op deze manier wil ik de circulaire economie wel omarmen. Er zijn vast mensen die vinden dat ik hiermee het begrip circulaire economie tekort doe, maar ga zelf eens kijken naar de voorbeelden, bijvoorbeeld op circulairondernemen.nl/casussen of www.ellenmacarthurfoundation.org/case_studies en kijk of je tot een ander oordeel komt.

 

Stijn van Liefland

Brochure, financiering frisse scholen

Onlangs is een boekje verschenen met “praktijkvoorbeelden financiering verfrissing scholen“. Om meerdere redenen een interessant boekje voor ons. Als eerste natuurlijk omdat het hier om praktijkvoorbeelden gaat en uit de praktijk valt wellicht het meeste te leren. Als tweede was een project over frisse scholen voor ons een van de aanleidingen om met slimmefinanciering.nl te beginnen. Inmiddels al weer een jaar of drie geleden liepen we er tegenaan dat frisse scholen een enorm rendement hebben, zowel financieel als maatschappelijk, maar dat de financiering moeizaam ging. Dit voorbeeld wordt ook al aangehaald in onze serie over rendement.

Vanuit het rijksprogramma energie en gebouwde omgeving is er geen ondersteuning meer voor  maatregelen bij scholen. Marktpartijen moeten het daarom oppakken. De brochure laat15 voorbeelden zien van succesvolle financiering van frissen scholen. Financiering blijkt namelijk één van de belangrijkste barrières te zijn bij het verfrissen van scholen.

Om maar meteen de knuppel in het hoenderhok te gooien, ik ben teleurgesteld in deze brochure. Dat komt niet zozeer door de brochure als wel door de projecten. Van de 15 projecten zijn er twee door marktpartijen gefinancierd en is er bij één constructie met marktpartij bedacht maar uiteindelijk niet toegepast. En die andere 12? Daarvan hebben er 6 rijkssubsidie gekregen (maar die valt weg) en hebben er 5 aanvullende financiering gekregen van gemeenten. Overigens geldt voor de projecten met rijkssubsidie dat ook hier een paar projecten financiering van de gemeente kregen. Blijft er nog één over, daar hebben ze de bestaande budgetten (ook gemeente en schoolbestuur) slim aangewend.

Kort samengevat blijven er m.i. drie interessante projecten over:

  • Financiering door marktpartij (weliswaar 2 projecten maar vallen onder dezelfde stichting)
  • De mislukte financiering door een marktpartij
  • Slim gebruiken van bestaande budgetten

Financiering door een marktpartij. Allereerst is een beheermaatschappij opgericht die het gebouw heeft gekocht, deze B.V. is verantwoordelijk voor het beheer, onderhoud etc.. De B.V. heeft geld geleend van een bank voor de financiering van groot onderhoud en verfrissing. Het schoolbestuur betaalt vervolgens huur aan de B.V., een vast bedrag gedurende de looptijd. Hierin is alle verdisconteerd, huur, onderhoud, energielasten etc..

De mislukte financiering. In deze casus was er de keuze tussen een dure en een goedkope variant. Waarbij de dure variant op lange termijn beter en goedkoper zou zijn door minder energiegebruik, maar met een hogere aanvangsinvestering. De voorgestelde oplossing was dat een installatiebedrijf eigenaar blijft van het nieuwe ventilatiesysteem en tevens het onderhoud uitvoert. Daarvoor ontvangt het bedrijf een jaarlijkse vergoeding van de school. Na tien jaar is de school eigendom van de installatie. Het betreft dus een vorm van eigendom afstaan om zo de uitgaven in de tijd te kunnen spreiden. Voordeel van deze constructie is tevens dat gebruik kan worden gemaakt van belastingmaatregelen zoals bijvoorbeeld de EIA (Energie InvesteringsAftrek). Belangrijkste reden dat de constructie niet is doorgegaan zijn personele wisselingen bij het schoolbestuur en het ministerie van OCW dat de constructie niet kon fiateren.

Slim gebruiken van bestaande budgetten. Hier heeft de scholengroep heel traditioneel gekeken hoe verfrissing gefinancierd kon worden. Kritisch zijn de onderhoudsplanning en budgetten onderzocht. Door te kijken of gepland onderhoud wel echt nodig is (niet altijd dus) komt geld vrij waarvan de rente gebruikt kan worden voor financiering van verduurzaming. Deze redenering is niet alleen in de tijd toegepast (uitstellen) maar ook tussen de verschillende locaties. De schotten die tussen de budgetten zitten zijn weggehaald en vervolgens is gekeken hoe het geld het beste ingezet kan worden. Traditioneel, niet innovatief maar wel heel slim en effectief.

Wat kunnen we hier nu van leren?

  • Als eerste dat het heel veel scholen en gemeenten blijkbaar niet is gelukt om verfrissing van een school duurzaam gefinancierd te krijgen. Er moet geld bij vanuit de overheid wat overigens prima te verantwoorden is als je alle maatschappelijke kosten en baten meetelt. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat de financiering vanuit de overheid maakte dat niet verder gezocht is naar andere constructies.
  • Als tweede dat de constructies die gebruikt worden niet revolutionair zijn. Ik bedoel dat positief, waarom iets nieuws bedenken als er al in de praktijk bewezen constructies zijn. We horen vaak dat het innovatief en vernieuwend moet zijn maar de brochure is haast een pleidooi om gebruik te maken van constructies die al jaren bestaan. Geld lenen en / of eigendom afstaan, zo simpel is het eigenlijk.
  • Als derde dat je bovenin onze beslisboom moet werken aan je doel en efficiency. Ik vind het vierde voorbeeld wat dat betreft erg mooi. Onderhoud is geen doel op zich maar doe je voor een ander doel, zo zijn ook de budgetten per gebouw geen doel op zich maar zijn ze er voor het hogere doel. Het gaat om een gebouwenvoorraad waar je goed onderwijs in kunt verzorgen, waar mensen niet ziek in worden, die niet tot onverwachte financiële uitgaven leidt (bijv. a.g.v. Achterstallig onderhoud), die je tot in lengte der jaren kunt financieren etc.. Wanneer het doel centraal staat en niet het middel blijkt er meer mogelijk. Of anders gezegd er blijkt minder noodzakelijk te zijn en zo ontstaat ruimte voor andere uitgaven.

Stijn van Liefland

 

 

Casus, financiering van onderaf

Pas achteraf realiseerde ik me dat we vandaag slimme financiering in de praktijk hebben gebracht. Financiering van onderaf zien we als één van de mogelijkheden om een wens gerealiseerd te krijgen. Wij  hadden ook een wens, ons verdiepen in een nieuwe instrument BREEAM-NL gebiedsontwikkeling. Het instrument is de afgelopen jaren ontwikkeld en hier te vinden. Wij wilden graag meer weten over het instrument, wat houdt het in, waar kan je het voor gebruiken en is het iets voor ons of onze opdrachtgevers?

We hadden er voor gekozen de beoordelingsrichtlijn goed te lezen en vervolgens te bespreken in een team waar we veel mee samenwerken. Vervolgens kwam het idee daar anderen bij aan te laten sluiten en een uitnodiging te versturen voor deelname. Gevolg positieve reacties en een klein aantal geïnteresseerden. Uiteindelijk hebben we vandaag bij InHolland in Delft met twee docenten, twee ambtenaren en twee adviseurs een interessant gesprek gehad over BREAAM. Zie het als een leesclub die een boek leest en gezamenlijk probeert het boek beter te begrijpen. Het resultaat is wat mij betreft buitengewoon goed, niet alleen meer inzicht in het instrument maar ook meer inzicht in het nut dat het instrument kan hebben voor mij en voor anderen. Oké, er kwamen ook weer nieuwe vragen, maar dat getuigt m.i. eerder van een succes dan van falen.

Waarom is dit nu een vorm van SlimmeFinanciering? Slimme financiering draait wat ons betreft om het rendement, een doel behalen met zo min mogelijk middelen. In dit geval:

  • Het doel is ruimschoots gehaald
  • Het heeft niemand iets gekost (afgezien van reiskosten en tijd)
  • Iedereen is er wijzer van geworden
  • Overcapaciteit is benut / gebruikt (een leeg lokaal bij InHolland)
  • Het netwerk is versterkt, nieuwe contacten zijn ontstaan

Terugkijkend durf ik te beweren dat dit een veel efficiëntere mannier is om kennis van instrumenten, nieuwe nota’s en plannen te vergaren dan het bezoeken van allerlei symposia. Ons voornemen is in ieder geval om de komende tijd nog een paar keer van dit soort bijeenkomsten over andere onderwerpen te organiseren. Het model daarbij, klein gezelschap (maximaal 10 personen), iedereen is gelijkwaardig en levert een actieve inbreng, één persoon bereidt het ten behoeve van het gesprek wat beter voor. Maar, mijn advies, wacht niet op ons maar organiseer zelf wat! (en nodig ons eventueel uit ;-))

Stijn van Liefland

P.S. één van de deelnemers heeft aangeboden de bevinden kort in een verslagje te zetten, t.z.t. komen we terug op de inhoud van de bijeenkomst.

 

Update Toolbox Financieringsconstructies

In een eerder bericht zijn we ingegaan op de Toolbox Financieringsconstructies van AgentschapNL. We hebben toen al aangegeven dat het “work in progress” is. Inmiddels is het Agentschap weer een stap verder en staat er een nieuwe versie van de Toolbox online. Ook de plek waar deze gevonden kan worden is veranderd, kijk hier. Nog steeds is het streven van AgentschapNL de Toolbox verder te verbeteren. Een goede zaak, ik zie overal initiatieven ontstaan die met fianciering te maken hebben. Vaak zijn het welliswaar geen nieuwe constructies maar wel goede voorbeelden. En juist die voorbeelden kunnen heel waardevol zijn als je zelf met een financieringsprobleem zit.

Stijn van Liefland

Workshop slimme financiering

Vorige week hebben we een workshop slimme financiering voor de regio Haaglanden georganiseerd. Tijden het opleidingstraject duurzame gebiedsontwikkeling kwam het verzoek nog eens specifiek stil te staan bij de financieringsproblematiek.

Het doel van de workshop was vooral om bij de deelnemers meer bewustzijn te krijgen over hoe financiële besluiten worden genomen. Welke argumenten zijn van belang? Welke stappen doorloop je? Dit sluit goed aan bij de vraag van de deelnemers, die zitten voor een groot deel met hetzelfde probleem, we hebben ambitie, maar deze wordt bedreigd of sneuvelt zelfs op basis van financiële argumenten. Hoe pak je dat nou aan?

Na een schets van de context, duurzame gebiedsontwikkeling, stonden drie zaken centraal:

  • Het denken in rendement. In principe is het alleen bij voldoende rendement mogelijk de financiering voor elkaar te krijgen. Hierbij gaat het om zowel financieel als maatschappelijk rendement. De praktijk is weerbarstig, niet rendabele investeringen vinden soms wel plaats terwijl rendabele investeringen niet gedaan worden. Tijdens de workshop zijn we ingegaan op de mechanismes en de dynamiek die hier toe leidt.
  • Verdienmodellen. Hoe kan ik de uitgaven binnen mijn project (van initiatief tot beheer en mogelijk zelfs sloop) beperken en de inkomsten verhogen. Met andere woorden, hoe maximaliseer ik het rendement?
  • Financieringsconstructies. Als mijn investering rendabel is hoe regel ik dan de financiering? Welke constructies zijn er?

Voor de hele workshop geldt dat het niet sec om de financiering gaat maar ook om de vraag hoe we omgaan met partijen en belangen. Die vormen immers de basis om tot een investering te komen.

Aan de hand van twee casussen die door de deelnemers waren aangedragen is de theorie toegepast en verder uitgediept.

Financiering van onrendabele maatregelen

Afgelopen maandag weer een interessante aflevering van de slag om Nederland, dit keer over een rondweg in Parkstad Zuid-Limburg. Interessant omdat het laat zien hoe je  onrendabele maatregelen toch voor elkaar krijgt. Conclusie, daar is iemand slim bezig, niet rendabel, toch doen. Onze vraag wat kunnen we hier nu van leren voor maatregelen die wel rendement opleveren.

Kort de situatie. Halverwege de jaren 90 kwam het idee om een rondweg aan te leggen rondom Parkstad-Limburg (Brunsum, Kerkrade, Heerlen en nog 5 gemeenten). Inmiddels is er 15 jaar over deze weg gesproken, maar is de wereld veranderd. Parkstad is een krimpregio waar steeds minder mensen wonen en we hebben nu een economische crisis. Deze veranderende omstandigheden hebben geen invloed op de bestuurders (provincie en gemeenten), de rondweg moet en zal er komen. Was deze in eerste instantie begroot op ca € 100 mljn, inmiddels blijkt er ruim € 400 mljn nodig te zijn.

Wat zijn nu de argumenten voor deze weg? Kort door de bocht, er zijn maar twee inhoudelijke argumenten. De rondweg is nodig om krimp tegen te gaan. Door een betere wegenstructuur wordt de regio aantrekkelijker om te wonen en te werken. Het tweede argument is dat de infrastructuur rommelig en niet herkenbaar is. Lastig voor bezoekers, maar als je er regelmatig komt (woont of werkt) kan dat niet echt een probleem zijn. Lees verder

Snelheidsverhoging, slimme investering?

Deze week heeft de minister besloten op een groot deel van de Nederlandse snelwegen de snelheid te verhogen naar 130 km per uur. Persoonlijk vind ik dit onzin (zie ook een eerder bericht op mijn persoonlijk weblog), het lijkt mij dat er belangrijkere zaken zijn waar de minister zich druk om moet maken. maar, los van mijn mening, wat zeggen de feiten? Heeft het zin de snelheid te verhogen? Levert het wat op? Of kost het alleen maar geld? Ik ben gaan spitten in de stukken (brief en bijlage) en probeer antwoord te vinden op drie vragen: waarom? wat levert het op? is dit zinvol?

Waarom?

Als eerste het doel of de aanleiding. Het wordt mij niet helemaal duidelijk waarom we 130 km per uur gaan rijden, of laat ik het zo zeggen in de brief van de minister en de bijlagen staan geen argumenten die mij overtuigen. Als eerste de minister wil ‘harder waar het kan en langzamer waar het moet’, daar kan je niet op tegen zijn, als het kan, waarom niet? De vraag is wel waarom dan de keuze op 130 kilometer valt, waarom niet 125, 140 of 150? Heeft de minister uitgezocht of dat wellicht ook kan, ik vermoed van niet.

Als tweede wil ze aansluiten bij de beleving van de automobilist. Die heeft kennelijk het gevoel dat er harder gereden kan worden. Lijkt mij geen sterk argument, zo ken ik er wel meer. Het is mijn beleving dat ik veel meer geld kan lenen, het is mijn beleving dat afvalscheiding geen zin heeft en het is mijn beleving dat er geen klimaatprobleem bestaat. We hebben nou juist een overheid om boven het niveau van ‘de beleving van de burger’ uit te komen. Lees verder

MKBA in duurzame gebiedsontwikkeling

Deze rapportage is opgesteld in opdracht van het RVOB, Rijks Vastgoed en OntwikkelingsBedrijf. Aanleiding is de constatering dat duurzame doelstellingen en ambities vaak niet gerealiseerd worden omdat de financiering niet geregeld kan worden. Een MKBA zou daarbij kunnen helpen. Door alle maatschappelijke kosten en baten in beeld te brengen en deze vervolgens over partijen te verdelen zou je tot financiering van een ambitie kunnen komen. Zo simpel ligt het niet volgens de auteurs, het toepassen van een MKBA bij duurzame gebiedsontwikkeling kent beperkingen. De vraag is dus hoe kan dit beter?

Waardedenken. Allereerst moeten we meer aandacht besteden aan het waardedenken. Wat zijn de financiële en maatschappelijke waarden van een ingreep. Pas als je hier duidelijkheid over hebt kan je werken aan verdeling van waarden en financieringsconstructies gaan bedenken. Een instrument dat daarvoor ontwikkeld is, is de MKBA arena. Het idee is om in een vroeg stadium in een workshop van drie uur met stakeholders de ingreep, de gevolgen en de waarden die dit oplevert te bespreken. Zo krijg je overzicht van het veld en neem je de betrokkenen mee in de gedachtengang. Als er een overzicht is van waarden kunnen deze aan partijen gekoppeld worden en kan gezocht worden naar financiering. Het interessante is natuurlijk dat je vroeg in het proces een overzicht krijgt van partijen, belangen en mogelijke bronnen van financiering. Lees verder

Kosten en baten van duurzaam bouwen

Ik werd bij een project gevraagd om iets te schrijven over de haalbaarheid van hoge ambities voor duurzaam bouwen (woningbouw). Veel barrières zijn er niet, technisch is het haalbaar en duurzame woningen kunnen heel aantrekkelijk zijn. We hebben het dus hoofdzakelijk over de economische haalbaarheid. Er was geen budget om hier een uitgebreid onderzoek naar te verrichten. Je zou denken dat op basis van eerder uitgevoerd onderzoek en vergelijkbare voorbeelden een onderbouwing te schrijven is. Mijn wens was dus een tabelletje met een aantal voorbeelden. Wat is er bereikt, welk type woning, wat waren de kosten en welke keuzes zijn gemaakt (bijv. kleiner bouwen). Dit dan afgezet  tegen gangbaar. Conclusie achteraf: het leverde niet op wat ik had verwacht. Hier een kort verslag van mijn speurtocht. Lees verder voor literatuur, discussiegroepen, praktische insteek en conclusies. Lees verder

Verdienmogelijkheden (‘Nederland boven water’)

Onlangs is een boekwerkje verschenen getiteld ‘Verdienmogelijkheden’ met als ondertitel ‘cahier gebiedsontwikkeling’. Het is een uitgave onder de vlag van innovatieprogramma ‘Nederland Boven Water’. Het gaat hier om een langjarig programma waar (denk ik) nogal wat geld achter zit  en waar ook zware mensen uit bedrijfsleven en overheid in allerlei gremia zijn vertegenwoordigd. Het thema verdienmogelijkheden heeft mijn aandacht en mijn verwachtingen waren hoog gespannen toen ik van dit boekwerkje hoorde. Om mijn verwachting vooraf te toetsen had ik al een powerpoint presentatie met de hoofdlijnen gedownload en dat smaakt naar meer. Je kent dat wel, je wordt lekker gemaakt en uiteraard moet je dan het boekje zelf bestellen. Voor 25 Euro heb ik dus het boekje bij bol.com besteld. Om maar met de deur in huis te vallen: toen ik het boekje uit de verpakking had geworsteld was de teleurstelling groot. Een flinterdun boekje met wat grote letter teksten en plaatjes. Eigenlijk de powerpoint presentatie maar dan op mooi papier afgedrukt en nog wat teksten ervoor en erna. En dat voor 25 Euro en voor zo’n groot en zwaar opgezet initiatief. Lees verder