De oplossing centraal
Zelf was ik ooit betrokken bij ontwikkelingen in de glastuinbouw. Eén van de concepten die toen werd ontwikkeld was de energieleverende kas. In de zomer raakt een kas oververhit, die warmte verdwijnt met de ventilatielucht, als je die warmte kunt afvangen en in de bodem opslaat kan je die warmte in de winter gebruiken om woningen te verwarmen. Op een symposium kwam dit concept aan orde. Nadat alle voordelen besproken waren ging het om de toepassing. Ondanks vele pogingen was het nog nergens gelukt. Maar, zo zei de spreker, we hebben nu echt een heel kansrijk project, woningen en kassen helemaal perfect gepositioneerd. Als het hier niet lukt, dan weet ik het ook niet meer.
Een typisch geval waarbij de oplossing (kas – woning) centraal staat en niet (de oplossing van) het probleem (hoge energierekening, CO2 uitstoot, klimaatverandering etc.).
Tegendenken: terug naar het probleem
Als wij aan tegendenken doen is dat meestal omdat er een probleem is. Onze ervaring is precies als hierboven: te vaak staat de oplossing centraal zonder dat duidelijk is wat het probleem nu precies is en voor wie met name dat dan een probleem is. Pas dan kun je zien of de gekozen aanpak een bijdrage gaat leveren aan het verminderen van het probleem. En of er mogelijke alternatieven zijn die nóg beter (of goedkoper) werken. Je kunt dus niet vroeg genoeg beginnen met het stellen van de ‘waarom’-vragen. Een opbouwend gesprek hierover zou er zo uit kunnen zien:
V: Waarom willen jullie woningen aan kassen koppelen?
A: Omdat kassen in de zomer heel veel warmte produceren.
V: Is dat dan een probleem?
A: Nee, maar wel een kans, je zou die warmte kunnen gebruiken om woningen te verwarmen.
V: Waarom zou je dat willen?
A: Dan heb je minder fossiele brandstoffen nodig.
V: Waarom is dat belangrijk?
A: Fossiele brandstoffen zijn duur en vervuilend.
V: Dus het doel is een goedkope en schone energievoorziening?
A: Ja, klopt.
V: En voor wie is dat belangrijk?
A: Voor bewoners.
V: En wat zou er gebeuren als we het niet doen?
A: Dan gaat al die warmte in de zomer verloren.
V: Maar dat was toch niet het probleem?
A: Nee, dan hebben we fossiele brandstoffen nodig en die zijn duur.
V: Maar als ze zo duur zijn, dan gaan die bewoners toch zelf ook op zoek naar een oplossing?
A: Waarschijnlijk wel, maar de vraag is of die oplossing net zo goed is als die van ons.
V: Maar stel nou dat je niets doet, wat zou er dan gebeuren?
Etc.Het gaat er hier niet zozeer om of het plan nou goed of slecht is, maar wel om te achterhalen waarom je dit wilt en voor wie. Zo kom je achter de zwakke plekken van een plan. In dit geval: bewoners maakt het niet uit, zo lang het maar betrouwbaar, duurzaam en goedkoop is. Dat maakt het plan niet slecht maar vraagt mogelijk wel om aanscherping of een andere strategie.
Stijn van Liefland