Tag archieven: website

Crowdfunding in de praktijk 1, eerste indrukken

Naar aanleiding van ons laatste artikel over crowdfunding heb ik besloten er wat meer studie van te maken. Met het idee middels crowdfunding geld te investeren in een aantal interessante projecten heb ik (op maandag 19 november 2012) een aantal crowdfundingplatforms bezocht. Ik hoop dat dit weer inzichten oplevert in de vraag hoe we crowdfunding kunnen gebruiken bij het type projecten waar wij in de dagelijkse praktijk mee te maken hebben (onze fysieke leefomgeving). We gaan hier meerdere artikelen aan wijden en verzamelen alles in het dossier crowdfunding, vandaag de eerste indrukken.

Ik heb verschillende sites bezocht op zoek naar investeringsmogelijkheden. Dat klinkt heel stoer, maar mijn budget is beperkt en vooral bedoeld om te kijken wat er mogelijk is. Vijf algemene sites:

En twee specifieker:

Hierbij heb ik me beperkt tot Nederlandse sites met het idee dat als je met crowdfunding iets wilt doen aan onze leefomgeving je op lokaal of regionaal niveau moet opereren.

Algemene platforms

Hier kunnen alle soorten projecten zich aanmelden voor financiering. Dit loopt uiteen van investeringen in nieuwe productiegoederen, een bloemenzaak en een persoonlijke lening voor het verbouwen van een woning. Je zou denken, daar moeten leuke projecten bijzitten, maar er is iets raars aan de hand. Op vrijwel alle sites is slechts een heel beperkt aantal projecten waar op ingeschreven kan worden. Crowd about now heeft twee projecten, geld voor elkaar heeft er vier en Share 2 Start  en Seeds hebben er beide ook slechts twee. Uitzondering is Symbid, hierop zijn 27 projecten te vinden (overigens staat in ieder geval één project er twee keer op, maakt dus 26). Deze zijn voor een groot deel in het Engels wat doet vermoeden dat het buitenlandse projecten zijn die ook in Nederland aangeboden worden. Op de site wordt niet duidelijk of Symbid internationaal opereert of niet.

Waar ik dacht te kunnen kiezen uit een stuwmeer van initiatieven wacht hier dus een eerste teleurstelling, weinig aanbod. Een tweede teleurstelling is de inhoud van de projecten, maar meer daarover in de volgende aflevering. Opvallend is dat de sites wel allerlei successen laten zien. Zo is bij geld voor elkaar een project van € 125.000,= gefinancierd, het gaat hier om de opschaling van een succesformule (horeca). Ik zie twee rare zaken. Ten eerste hoe kan het dat het aanbod aan projecten zo klein is als er zoveel succesvolle projecten zijn afgerond? Heb ik iets gemist, kijk ik op de verkeerde sites, is iedereen naar een ander platform gegaan? Ik ben natuurlijk relatief nieuw, maar het zou me verbazen als ik het belangrijkste platform gemist heb.

Een tweede punt, waarom lees ik niets over projecten die niet zijn gefinancierd? De investeerders krijgen dan hun geld terug, maar waar zijn deze projecten gebleven. Kennelijk worden ze zo snel mogelijk van de sites gehaald of ze worden allemaal gefinancierd. Dat laatste lijkt mij onwaarschijnlijk maar daarover meer in het volgende artikel. Ik vind dat weinig transparant. Ik zou graag willen weten welke projecten wel en niet geslaagd zijn en daarmee welke meer en minder kansrijk zijn. Als ik immers geld investeer in een project en we weten pas over 100 dagen of er voldoende geld binnenkomt dan staat mijn geld 100 dagen vast. In die periode kan ik het niet ergens anders in investeren of er wat leuks mee doen. Dat betekent dat je dus beter kunt wachten tot tegen het einde van de crowdfunding periode. Ook voor de ondernemer die een project inbrengt is het leerzaam te zien welke projecten wel en niet gefinancierd worden.

Specifieke platformen

Deze richten zich op een bepaald domein, Tenpages.com voor het uitgeven van een boek en Cinecrowd voor het produceren van films. Internationaal is er Kickstarter voor alle creatieve ideeën maar die laat ik hier even buiten. Opvallend, hier zijn wel volop mogelijkheden om te investeren, tientallen boeken en zo’n 15 films. Eigenlijk niet zo gek, crowdfunding komt uit de culturele hoek en dat is te zien. Het ziet er goed en toegankelijk uit. Bij Tenpages wordt nog de schijn opgehouden van financieel rendement (ik twijfel daaraan, maar ook daarover later meer) bij Cinecrowd krijg je gewoon iets leuks. Een DVD van de film, een bezoek aan de set, een workshop met acteurs en regisseurs, bijwonen van de première etc. Eigenlijk heel aantrekkelijk, ook hier gaan we in een latere aflevering verder op in.

Voorlopige conclusie

Los van de inhoud, bij de algemene platformen toch een hele grote teleurstelling. Blijkbaar stelt crowdfunding nog niet zo veel voor of werkt het gewoon niet. Anders zou je verwachten dat de projecten staan te dringen om op zo’n site te mogen. De twee specifieke platformen werken blijkbaar wel.  Wat de succesfactor is, blijft voor mij gissen, een trouwe groep investeerders, emotionele binding, de fun factor? Blijft de vraag over of ik dan toch iets gemist heb. Waarschijnlijk zijn er ook aardig wat projecten die buiten dit soort platformen om zelf aan crowdfunding werken. Daar moeten we dus ook naar op zoek gaan.

Volgende aflevering meer over de inhoud van de aangeboden projecten op de genoemde platformen.

 

Update Toolbox Financieringsconstructies

In een eerder bericht zijn we ingegaan op de Toolbox Financieringsconstructies van AgentschapNL. We hebben toen al aangegeven dat het “work in progress” is. Inmiddels is het Agentschap weer een stap verder en staat er een nieuwe versie van de Toolbox online. Ook de plek waar deze gevonden kan worden is veranderd, kijk hier. Nog steeds is het streven van AgentschapNL de Toolbox verder te verbeteren. Een goede zaak, ik zie overal initiatieven ontstaan die met fianciering te maken hebben. Vaak zijn het welliswaar geen nieuwe constructies maar wel goede voorbeelden. En juist die voorbeelden kunnen heel waardevol zijn als je zelf met een financieringsprobleem zit.

Stijn van Liefland

Social Impact Bonds (1)

De laatste weken heb ik dit woord meerdere malen gehoord: Social Impact Bonds. Het gaat om een financiele constructie, dus interessant voor ons, zeker nu. Ik voorspel dat we er nog vaker van gaan horen. Wat houdt de constructie in en wat is de ware aard ervan (wat is de kern van het achterliggend verdienmodel)? Voor dit eerste deel een korte omschrijving, in het tweede deel volgen aanvullende vragen en een evaluatie.

Wat houdt het in?

Er moet sprake zijn van een maatschappelijk probleem, iets waar we met zijn allen last van hebben en wat we graag ander zouden zien. Dit mag van alles zijn maar als voorbeeld: criminelen worden gepakt, komen in de gevangenis, maar daarna vervalt een te groot deel weer in dezelfde fout. Dit kost de maatschappij handen vol geld, niet alleen de maatschappelijke schade van de criminaliteit zelf maar ook de kosten van een gevangene per dag als hij achter de tralies zit.

Dan is de aanname dat er hier iets te verdienen valt. Het moet slimmer en goedkoper kunnen. (Blijkbaar is de overheid daar zelf niet toe in staat en kan een ander dat beter, daarover meer in deel 2). De constructie behelst dat er een nieuw aanspreekpunt (organisatie, entiteit) komt die geld krijgt van:

  • Goede doelen fondsen of lobby bewegingen (anti-rook lobby, club tegen te hard rijden etc).
  • Private investeerders.
  • De overheid, dat kan regulier budget zijn maar ook extra geld uit bijvoorbeeld een staatsloterij.

Vervolgens maakt de overheid afspraken met de nieuwe entiteit. De afspraken zijn in duidelijk meetbare eenheden omschreven (dat is een voorwaarde voor de constructie). Er moeten minder mensen de gevangenis in, de kans op herhaling moet omlaag etc. Er wordt met andere woorden een prestatie-contract gemaakt tussen overheid en ‘service-instituut’. Dit instituut kan nu op eigen initiatief afspraken maken met uitvoerende partijen. Deze partijen voeren deeltaken uit in opdracht van het instituut en lopen in principe geen risico. Vanzelfsprekend kan bij minder goed functioneren wel voor een andere en beter presterende partij worden gekozen.

De kern van het verdienmodel

Het service-instituut krijgt nu betaald in overeenstemming met de afgesproken meetbare resultaten. Worden de resultaten gehaald dan volgt betaling, worden ze niet gehaald dan volgt geen of gedeeltelijke betaling (bonus/malus regeling). Bij goed presteren krijgen de inleggende financiële deelnemers (fondsen en investeerders) een rendement op hun investering (bij een looptijd van ongeveer 5-7 jaar die hoort bij dit soort constructies). Dit rendement wordt betaald uit het feit dat de overheid op de ‘andere’ oude manier meer kwijt zou zijn dan nu het geval is bij deze nieuwe constructie.

Het eind van het liedje in de ideale situatie is:

  • Overheid is minder geld kwijt dan voorheen (minder politie agenten, minder gevangenisbewaarders, kleinere gebouwen)
  • De maatschappij heeft minder schade of overlast (minder criminaliteit)
  • De fondsen en goede doelen zien meer van hun wensen gerealiseerd en eventueel rendement gaat weer terug in de pot voor verdere acties
  • Beleggers die wat met het onderwerp hebben zien een financieel rendement met een langere termijn horizon.

Daarmee is de kern van het verdienmodel dat samenwerkende partijen op afstand die directer bij de materie betrokken zijn (zowel op inhoud als op emotie) meer resultaten boeken met minder kosten dan als de overheid dat zelf (in haar eentje, van bovenaf) zou doen.

Rudy van Stratum

Toolbox Financieringsconstructies

Door een van de deelnemers aan ons symposium werd ik getipt over de toolbox financieringsconstructies, uitgegeven door Agentschapnl. Het is work in progress en moet de komende tijd verder ingevuld worden. Doel van deze publicatie: het bundelen, en ontsluiten van de creatieve wildgroei op het het gebied van financieringsconstructies. Dit leidt tot een overzicht van 49 constructies. Net als bij het overzicht van Nederland Boven Water ook hier weer een hele verzameling.

Bij nederland boven water ging het om verdienmogelijkheden, maar stonden er ook constructies tussen. Hier gaat het om constructies echter, ook verdienmogelijkheden staan er tussen. Misschien ben ik puriteins, maar volgens mij is het onderscheid wel belangrijk. Bij het een (de constructie) probeer je aan geld te komen voor de investering (en exploitatie en afdanking), bij het ander (de verdienmogelijkheid)  probeer je de investeringskosten zo laag mogelijk te krijgen. Hoewel de toolbox het allemaal constructies noemt wordt er wel een duidelijk onderscheid gemaakt en helpt het bij het structureren van alle constructies en verdienmogelijkheden. In de  gekozen structuur wordt onderscheid gemaakt in

  • Garantie   –   Subsidie   –   Fonds   –   Project-efficiency/maatwerk   –   enerzijds, en
  • Risicoverlagende constructies   –   prijsverlagende constructies   –   anderzijds

Daarnaast wordt nog onderscheid gemaakt in de deelnemende partijen (publiek, privaat en consument) en de vraag wie het geld verstrekt. Lees verder

Waarde van een museum

Een link naar een interessante studie over de waarde van onze Nederlandse musea. De titel is ‘De schat van de stad’ met als ondertitel ‘Welvaartseffecten van de Nederlandse musea’ link. Het is een recente studie uit 2011 en we moeten de studie zien in de context van de huidige bezuinigingen op kunst en cultuur. Ook niet onbelangrijk te vermelden dat de studie is verricht in opdracht van de Nederlandse Museumvereniging (een variant op ‘wij van wc-eend bevelen wc-eend aan’). De studie is interessant omdat het een voorbeeld is van hoe je op een gestructureerde manier kunt kijken naar of je een investering wel of niet wilt doen. In dit geval gaat het om een jaarlijkse subsidie van ongeveer € 370 mln en wat je daarvoor terug krijgt als maatschappij. Voor het beeld: we hebben in Nederland ruim 1.000 musea, die jaarlijks minstens 15 miljoen bezoeken door Nederlanders genereren bij € 80 miljoen aan entree-kaartjes. Lees verder