Tag archieven: welvaart

TEDx-Leiden, Financing the Future, impressie

Afgelopen vrijdag nam ik deel aan de TEDxLeiden, financing the future. De TEDx in Leiden had als thema een robuust en duurzaam financieel systeem. Het programma bestond uit een groot aantal lezingen en een aantal films. Hier kort wat ik als de hoogtepunten heb beschouwd en mijn persoonlijke reflectie. Te zijner tijd is een video verslag te vinden op www.tedx-leiden.nl. Voor wie het niets zegt, TED staat voor Technology, Education en Design(1).

Tony Greenham, geld

Tony Greenham van the New Economics Foundation (NEF) (link) houdt een lezing over geld. Hij heeft drie vragen: Wat is geld? Waar komt geld vandaan? En wie maakt geld?

Wat is geld? Mijn conclusie naar aanleiding van deze eerste vraag, we zijn helemaal vergeten waarom we geld gebruiken. Typerend is wat er op een briefje van 20 pond staat, ‘de centrale bank geeft in ruil voor dit biljet 20 pond’. Maar wat krijg je dan? Een nieuw briefje, twee briefjes van 10? Geld is in de afgelopen eeuwen steeds meer een doel op zich geworden, een handelswaar. Terwijl het eigenlijk bedoeld is om waarden en vertrouwen uit te kunnen wisselen. Of zoals Tony Greenham het zegt, geld moet de maatschappij helpen bij enorme problemen.

Waar komt geld vandaan? Voor 97% is geld afkomstig van private banken. Deze kunnen uit het niets geld scheppen door leningen te verstrekken die niet gedekt zijn. Korte termijn winst is daarbij de drijfveer. Het geld kost de bank niets terwijl ze wel rente krijgen over de verstrekte lening, dat is makkelijk verdienen. Wij komen hier later nog een keer op terug want hadden al eerder besloten dit onderwerp verder uit t diepen.

Wie maakt geld? Volgens Tony Greenham kunnen we allemaal geld maken en moeten we ons dus vooral niet afhankelijk opstellen ten opzichte  van banken. Kort door de bocht is zijn recept, breng zaken bij elkaar, materialen, opgaven, mensen, tijd etc. en zorg voor vertrouwen. Wanneer je deze zaken onderling wilt uitwisselen dan kan je daar met elkaar iets voor bedenken. Dat heet dan geld. Zolang mensen elkaar vertrouwen werkt dit systeem en heb je geen bank nodig. Anders gezegd, zolang er voldoende grondstoffen, hulpmiddelen, mensen en tijd zijn en er is vertrouwen in elkaar, dan kan geld nooit het probleem zijn om iets voor elkaar te krijgen.

Mijn persoonlijke conclusie na het verhaal van Tony Greenham, geld is niet het probleem, maar hoe we er mee omgaan. Het is een middel om waarden uit te kunnen wisselen terwijl we het steeds meer als doel op zich zijn gaan zien.

Maria Scordialos, Griekenland

Meest indrukwekkende was de slotlezing door Maria Scordialos. We kunnen wel stellen dat het financieel systeem in Griekenland niet meer zo werkt als het ooit bedoeld was. Maria Scordialos laat ons zien wat voor gevolgen dit heeft en wat voor nieuwe initiatieven er ontstaan.

Zij is er uitgebreider op in gegaan, maar hier kort een aantal gevolgen.

  • Een enorme werkeloosheid, vooral onder jongeren
  • Veel daklozen
  • Medische zorg vooraf betalen
  • Voedsel wordt apart weggegooid zodat andere dat eventueel nog kunnen gebruiken
  • Trek van stad naar platteland

Dit gebeurt er dus als een financieel systeem instort. Maria Scordialos geeft aan dat mensen nu een keuze maken tussen liefde en angst. Angst leidt tot het aanhangen van extreem rechts en polarisatie. Liefde leidt tot allerlei nieuwe verbanden en initiatieven. En zo groeit in de crisis ook iets moois. Mensen werken samen, geven belangeloos onderdak aan elkaar, organiseren de keten zelf en schakelen zo de tussenhandel uit.

Ook ontstaat er een nieuwe vorm van crowdfunding. Hier gaat het niet om geld maar om zaken die écht nodig zijn om iets voor elkaar te krijgen. Mensen met tijd en vaardigheden, gereedschappen en materialen worden bij elkaar gebracht om in de openbare ruimte zaken voor elkaar te krijgen (laten we het maar crowdbuilding noemen). Een bevestiging van wat Tony Greenham eerder op de dag al zei, als je de grondstoffen en de juiste mensen hebt, dan kan geld het probleem niet zijn.

Ik heb een belangrijke les geleerd uit het verhaal van Maria Scordialos en zie een parallel met de orkaan Sandy die vorige week over de oostkust van de VS raasde. Als het er echt op aan komt (een natuurramp of het in elkaar storten van een financieel systeem) dan heb je weinig aan geld. Je hebt dan veel meer aan goede relaties in de buurt en een goed sociaal netwerk dat elkaar helpt. Je kunt dat netwerk negatief zien als een soort verzekering tegen rampen maar veel mooier is dat deze verzekering je ook direct wat oplevert in de vorm van een boeiender sociaal leven.

Vele voorbeelden en inspiratie

Tijdens de dag werden verschillende films van eerdere TED-talks vertoond en kwamen diverse initiatieven ter sprake die laten zien hoe je op een andere manier aan maatschappelijke waarden kunt werken. Ik noem er een aantal verpakt in lezingen of als lezing op zichzelf:

  • www.wehelpen.nl (marktplaats voor het vinden en verbinden, organiseren en delen van hulp)
  • Brixton pound (lokale munt in wijk van London, bedoeld om de lokale economie te stimuleren)
  • Energiek Leiden (lokaal initiatief, helpt bij energiebesparing en duurzame energie, www.energiekleiden.nl, site vermoedelijk nog niet af)
  • Nudge(site om duurzame ideeën te delen, te bespreken en te ondersteunen, www.nudge.nl)
  • Crowdfunding (zie eerder artikel)
  • Singelpark Leiden (lokaal initiatief om met de gemeenschap een park aan te leggen langs de singel in Leiden www.singelpark.nl)

Het valt op dat het hier allemaal initiatieven zijn die van onderaf ontstaan. In een tijd dat de overheid zich terugtrekt en vooral bezuinigt is dit natuurlijk heel belangrijk. Maar, ligt hier werkelijk de sleutel voor een robuust financieel systeem?  Ik heb daar niet direct een antwoord op, maar weet wel dat er een hoop geld omgaat tussen bedrijven, financiële instellingen, multinationals en noem allemaal maar op. Bij een robuust financieel systeem moeten we zeker ook nadenken over de plek die deze partijen krijgen.

Tot slot, ik ben hier absoluut  niet volledig geweest en doe waarschijnlijk een hoop mensen te kort. Kijk daarom vooral over circa twee weken naar het videoverslag www.tedx-leiden.nl

Stijn van Liefland

 

(1).Deze organisatie organiseert meerdere keren per jaar evenementen waarop mensen inspirerende ideeën verspreiden. De TEDx is een lokale variant volgens een vaste formule, dat betekent, een aantal films van eerdere TED-talks, lezingen en wat vermaak.

 

 

Filosofisch intermezzo (1): duurzaamheid en groei

Twee dingen hebben mij afgelopen week getriggerd:

  • De column van Bas Haring in de Volkskrant over economie. Haring is filosoof én heeft besloten zich te gaan verdiepen in de achtergronden van het vak economie. Hij is nog maar net begonnen (pas op, daar zit weer een boekje aan te komen op termijn! Ga maar vast nadenken over een grappige titel á la Plastic Panda’s. Iets van ‘dure economen’, ‘groei in de uitverkoop’?). Ik ben nog niet heel enthousiast maar afgelopen week trof ik een eye-opener bij Haring aan (waarover zo dadelijk meer).
  • Mijn 2 vorige blogs over de waarde van natuur (mag dat wel?) waar ik bij wat literatuur-onderzoek aanliep tegen toch wel wat misverstanden over het vak economie. Het lijkt soms wel of economie het tegengestelde wil doen van wat duurzaamheid beoogt. Dat is volgens mij niet of slechts ten dele het geval.

Ik heb geen doortimmerd verhaal maar een paar kleine elementjes die onderling samenhangen en wellicht wat discussie kunnen stroomlijnen over de relatie tussen economie en duurzaamheid.

De kern

De eerste vraag die ik mezelf stelde was: waar gaat het nu écht om in het leven? Dat is natuurlijk dat je kunt (over-) leven. Dat betekent dat je voldoende eten hebt en in goede gezondheid verkeert. Dit is een minimum. Maar alleen eten en in goede gezondheid, dat kan niet het hele verhaal zijn. Je wilt ook kunnen genieten, fun hebben, leuke dingen doen en vrije tijd hebben.

Is dat het dan? Lekker eten en leuke dingen doen klinkt leeg. Mensen willen worden gewaardeerd. Om in goede gezondheid te leven moet je jezelf accepteren en waarderen en het is nog mooier als je ook waardering krijgt van anderen (of andersom). Dit lijkt een beetje op een afgeslankte vorm van de Maslow-piramide.

Met wat goede wil zou je kunnen zeggen: dit zijn de ingrediënten van wat economen de nutsfunctie noemen. Er zit in wat wij waarderen en belangrijk vinden. Dus als wij maar zoveel mogelijk gezond zijn, fun hebben en gewaardeerd worden: dan hoeft de rest niet meer zo nodig, dan is het goed.

Merk ondertussen op: geld speelt hier geen enkele rol (je hebt wel geld nodig om deze zaken te bereiken maar geld op zichzelf zit niet in het basisblok), economische groei is niet aanwezig (en komt pas later in het plaatje terecht).

Maar dit kan het ook niet zijn: waar blijft de bezieling en de passie en de drive om te willen blijven leven? We willen toch verder, ons ontwikkelen, groeien, ontdekken?

Talenten

We hebben al deze zaken nodig om uiteindelijk in staat te zijn om …. Aanvankelijk dacht ik: om te kunnen groeien. Maar groei kan nooit een doel op zich zijn. Waar leidt groei dan toe, waarom groei? Groei moet uiteindelijke ook weer tot iets ‘beters’ leiden.

Het zou iets met talent of capaciteit te maken kunnen hebben. Ik kan er weer een economische invulling aan geven: mensen hebben de neiging (scheppen er genoegen in, zijn er op uit etc) om hun talenten tot ontwikkeling te brengen, ze doen graag waar ze goed in zijn, of willen ergens goed in zijn of worden. Ik kan het zien als een economische concept omdat het gaat om de maximale benutting van je talenten en capaciteiten. Zolang er nog sprake is van braakliggende en onderbenutte talenten is er nog potentie om verder te groeien, om mooiere en betere dingen te doen. Onderbezetting of onderbenutting (van talenten en capaciteiten) is hier het toverwoord.

Dus uiteindelijk hebben we voeding, gezondheid, rust en waardering nodig om onze talenten maximaal tot uitdrukking te brengen.

Het gaat niet om economische groei sec. Groei is het gevolg van benutting van talent.

Minimalisering van pijn

Maar in dat proces van maximale benutting van talent (bij voldoende aanwezigheid van voedsel en vrije tijd en waardering) gaat er ook van alles mis. Noem het ‘collateral damage’, ongewenste bij-effecten. In onze dagelijkse activiteiten produceren we vervuiling, armoede, oorlog, vernietiging, ongelijkheid en zo verder. Uiteindelijk beïnvloedt dat weer onze mogelijkheid om te eten, gezond te zijn en gewaardeerd te worden.

Bas Haring zei in zijn laatste column: het gaat me niet om het maximaliseren van geluk of welbevinden, ik ben meer geïnteresseerd in het minimaliseren van ongeluk of pijn. En hebben economen daar iets over te zeggen? Ik weet niet of ik het er mee eens ben, maar het is een interessante gedachte. Ik denk dat het gaat om het maximaliseren van je talenten en capaciteiten onder minimale vervuiling en pijn als een randvoorwaarde. Je mag het ook optimaliseren onder randvoorwaarden noemen want uiteindelijk werken als deze zaken op elkaar in. Bij vervuiling zou je nog kunnen spreken van minimale vervuiling (want ik zie zo snel niet wanneer vervuiling iets zou toevoegen) maar bij ongelijkheid is het niet per se minimale ongelijkheid. Een te grote ongelijkheid kan weer leiden tot mogelijke onderbenutting van talent of gebrek aan waardering.

Het model: economie en duurzaamheid

Als we alle elementen in onderlinge samenhang bij elkaar brengen krijgen we het volgende:

Dus in dit filosofisch intermezzo is mijn stelling dat we uiteindelijk onze talenten maximaal willen benutten. Om dat te kunnen doen hebben we eten nodig en waardering. Maar tijdens de rit kan er van alles fout gaan en wel zodanig dat onze doelstelling om talenten maximaal te ontplooien in het gedrang komt. We moeten rekening houden met de ongewenste bij-effecten, anders is ons handelen niet vol te houden, niet duurzaam. Voeding en vervuiling zijn dus de begrenzing van wat we maximaal aan talent kunnen ontwikkelen.

Twee vragen die nog leven (nog wel meer, maar deze komen nu bij me op):

  • Is het nu echt zo dat we ‘meer’ willen als we toch voldoende voedsel, rust en waardering hebben? Zijn we als mensen wezenlijk anders dan een leeuw die het dan wel best zou vinden (eten, slapen, sex)? Of wil een leeuw ook meer dan dat? Hij wil sex met méér vrouwtjes, dus moet hij steeds vechten om dat te bereiken. Zo bezien is ook een leeuw nooit klaar? Ik ben benieuwd in de visie van een bioloog. Vanuit de psychologie zal hier ook meer over te zeggen zijn. Een econoom stelt zich ‘neutraal’ op: ‘ik heb hier geen verstand van, vertelt u mij maar wat belangrijk is en dan stop ik het in mijn model’. Input vanuit de biologie of psychologie is data voor het model.
  • Als dit modelletje klopt: zitten we dan onvermijdelijk vast aan groei? Ja en nee. Ja omdat er altijd dynamiek en aanpassing zal blijven. Nee omdat de vraag waarschijnlijk is ingegeven door de verzuchting dat er grenzen zijn aan groei. Maar nergens stel ik dat groei per se gekoppeld moet worden aan materiële welvaart in termen van steeds meer ‘stuff’ (zie Tim Jackson’s boeken). Je kunt ook groeien in steeds minder vervuilende technologieën verzinnen, of in steeds efficiëntere medicijnen bedenken.

Rudy van Stratum

Paul de Beer over economische groei

Ik kom een al weer wat ouder artikel van prof Paul de Beer tegen over de ‘valse beloften van economische groei’. Naar mijn mening een goede introductie op de problematiek. Ik vat hier zijn redenering samen:

aanleiding

Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat voorbij een bepaald welvaartsniveau extra economische groei niet meer bijdraagt aan het welzijn of het geluk van de bevolking. Integendeel, groei gaat vergezeld van negatieve bijverschijnselen zoals files, milieuvervuiling, stress en klinische depressies.

3 vragen

  1. waarom levert economische groei zo weinig echte welvaart op?
  2. waarom zijn we er dan toch aan verslaafd?
  3. en wat valt er aan te doen?

waarom levert economische groei zo weinig echte welvaart op?

  • Meer fysieke productie gaat gepaard met onbedoelde (negatieve) bijverschijnselen zoals hierboven al genoemd.
  • Loskoppelen van economie en ecologie (dus opheffen van negatieve bijverschijnselen) is een illusie (onderbouwing wordt niet bij geleverd).
  • Fred Hirsch (1). Eindelijk een mede-fan van Fred Hirsch met zijn klassieker ‘social limits to growth’: van sommige zaken komt er bij economische groei niet meer van, terwijl ondertussen de vraag ernaar wel stijgt. Voorbeelden zijn tijd en ruimte. Als we rijker worden willen we meer ruimte (grotere huizen, golfbanen) maar de totale hoeveelheid ruimte blijft gelijk. Naarmate we meer gaan verdienen hebben we meer tijd nodig om het uit te kunnen geven, maar de totale hoeveelheid tijd neemt niet toe. We kunnen steeds meer uitbesteden en zo tijd winnen maar het probleem is dat bij iedereen tijd schaarser wordt en de prijs van inhuur van arbeidsintensieve diensten steeds duurder wordt. Dat betekent nog harder werken en nog minder tijd en zo verder.
  • Fred Hirsch (2). Sociale schaarste. Iedereen wil een topfunctie, maar die zijn per definitie schaars. De waarde ervan wordt namelijk bepaald door het feit dat anderen er niet over beschikken. Iedereen wil een hoge opleiding, maar als iedereen een hoge opleiding volgt dan is die niet meer bijzonder. Dit is een vicieuze cirkel: naarmate we rijker worden gaan we meer belang hechten aan statusgoederen (waar topfuncties en hoge opleidingen voorbeelden van zijn).
  • Fred Hirsch (3). Meer keuzemogelijkheden. Toenemende welvaart gaat gepaard met meer keuzes maar het maken van keuzes is niet kosteloos. Kiezen kost tijd, geld en geestelijke inspanning. Als er meer te kiezen valt, dan is de kans dat je niet het beste kiest groot en als het jouw keuze is dan ben je daar zelf verantwoordelijk voor.

waarom zijn we dan toch verslaafd aan economische groei?

  • Voor iedereen persoonlijk levert economische groei wel degelijk voordelen op, als ik rijker word en jij niet dan wordt het milieu er echt niet slechter van en kan ik me toch een groter huis veroorloven.
  • Rijke mensen zijn gemiddeld wel degelijk gelukkiger dan arme mensen.
  • Het is onmogelijk dat iedereen rijker wordt ten opzichte van de anderen, daarom is een groot deel van de inspanningen die we leveren om rijker te worden voor de samenleving als geheel verspilde energie (in economisch jargon: niet efficient). (RvS: dit ziet er niet uit als een reden, lijkt op een herhaling van waarom het zo weinig oplevert).
  • Wellicht is het een genetische kwestie dat we altijd meer willen? Een overblijfsel van onze biologische overlevingsdrift? Misschien is het cultureel bepaald?

en wat valt er aan te doen?

  • Oplossingsrichting 1. Aanname: mensen worden gedreven door onderlinge vergelijking en status en eindeloze jacht naar meer. Er is sprake van een klassiek collectieve actieprobleem. Gedrag dat voor een individu rationeel is, is dat niet voor de gemeenschap als geheel. Individuele rationaliteit leidt tot collectieve dwaasheid. Als individu dit probleem op willen lossen is irrationeel: wie zijn auto vaker laat staan is langer onderweg naar zijn bestemming terwijl de files er niet korter door worden. Wie geen hogere functies meer ambieert die daalt op de statusladder. Er moet dus beleid komen dat hier expliciet rekening mee houdt.
  • Oplossingsrichting 2. Aanname: mensen hebben een eigen verantwoordelijkheid en willen ander gedrag vertonen als het gaat om relatie tussen welvaart en geluk. Aanknopingspunt is anders omgaan met rijkdom en status. (RvS: dat lijkt goed nieuws voor trainers en coaches, heel Nederland op cursus …).

Het gaat hier om een eerste voorzet van Paul de Beer circa 2006. Er zou discussie moeten komen met een doorwrochtere analyse als vervolg. Zover ik kan nagaan is dat vervolg er nooit gekomen. Jammer.

Rudy van Stratum

NB Met verwijzing naar ons eigen materiaal op slimme financiering wordt hier ook een lans gebroken voor verborgen kosten. Wij lopen daar in de praktijk vaak tegenaan. Je kunt uitrekenen dat het vervangen van de traditionele verlichting in een kantoor zich binnen pak hem beet 10 jaar terug verdient. Desondanks leidt zo’n inzicht beslist niet altijd tot acute vervanging van die verlichting. Er is dan blijkbaar sprake van verborgen kosten: – ik heb geen zin om erover na te denken, – andere problemen hebben een veel grotere prioriteit, – verlichting is niet sexy om in de board te bespreken (geen statusverhogende beslissing), – ik vertrouw de nieuwe leveranciers niet, – ik zit er jaren aan vast, – nu loopt het gesmeerd, er zijn geen klachten. Kortom: het maken van keuzes kost tijd en geld en die moeten in de afweging worden meegenomen. Wat wij voorstaan is: transparant beslissen. Inzichtelijk maken wat de ins en outs van de vraagstelling zijn. Op basis van alle relevante informatie de opdrachtgever zelf de beslissing laten nemen.