Tag archieven: zzp

Waarom ZZP leidt tot nog meer ZZP? (MMM19)

Gisteren schreef Frank Kalshoven in de Volkskrant over waarom ZZP tot meer ZZP leidt. Eerder schreef ik hier al een blog over. Ook in ons boek van vorig jaar (‘De kunst van het tegendenken’) komt dit aan de orde als voorbeeld van wat economen ‘adverse selection’ noemen.

Mooie gelegenheid om dit gedachte-experiment (want dat is het) nog eens te laten zien aan de hand van een aantal systeemplaatjes

ZZP leidt tot meer ZZP (1)

Ronde 1 is het fenomeen dat de beste medewerkers van een bestaand bedrijf het eerst voor zichzelf zullen beginnen. Immers: zij zullen de meeste kans maken om als zelfstandigen succesvol te zijn, zij hebben het meeste te bieden.

Gevolg is dat het bedrijf noodgedwongen blijft zitten met net iets minder productieve en succesvolle (ondernemende) medewerkers. Het bedrijf zal dus logischerwijs minder winst maken.

Lees verder

Waarom ZZP’ers de economie te gronde richten (MMM11)

Het lijkt deze week wel ‘de week van de zzp’er’. Afgelopen zaterdag stond er een zeer uitvoerige beschouwing in de Volkskrant over (wat ik hier maar noem) de dynamiek van het nieuwe zzp-schap. Het artikel uit VK van zaterdag 23 januari 2016 is van de hand van Yvonne Hofs. Enkele dagen daarna volgende vele reacties en discussies naar aanleiding van het artikel. En in deze zelfde week was er ook veel aandacht over de toename van het aantal zzp’ers omdat er nieuwe cijfers beschikbaar zijn gekomen (cijfers over zzp’ers).

Kort de cijfers

Hier een mooie visuele weergave van de laatste cijfers over zzp’ers:

ScreenShot123Belangrijkste constatering is dat het aantal zzp’ers de laatste jaren toeneemt. Is dat erg? Is dat vreemd? De discussie gaat met name om:

  • Een groot deel van de (nieuwe) zzp’ers is dat niet vrijwillig geworden. Het ‘systeem’ dwingt min of meer af dat ze een vast dienstverband moeten verlaten en dat er geen andere uitweg is dan maar te ‘kiezen’ voor een economisch zelfstandig bestaan als mini-ondernemer.
  • Een (steeds groter) deel van die groeiende groep zelfstandigen leeft op een ‘schamel’ inkomen en kan ternauwernood fatsoenlijk rondkomen. Of anders gesteld: er ontstaat een nieuwe en grotendeels verborgen ‘armoede’ door de (door het systeem uitgelokte of afgedwongen) groeiende groep zzp’ers.
  • Maar dat is nog niet het hele verhaal. De ‘arme tak’ van de zzp’ers heeft niet of nauwelijks onderhandelingsmacht en dat resulteert in lage tarieven (vandaar de nieuwe armoede). Hierdoor is er geen geld om verzekerd te zijn voor arbeidsongeschiktheid en/of werkloosheid. De overheid ontvangt vanuit deze groep dus ook minder belastinginkomsten terwijl in geval van problemen er wel aanspraak kan worden gemaakt op het sociale vangnet. Er dreigt zo op termijn een uitholling van ons sociale stelsel.
  • Ondertussen, zo wordt in het artikel gesteld, zijn het vooral de werkgevers die van deze trend profiteren.

ScreenShot124Er zijn voldoende nuances bij deze aantekeningen te plaatsen:

  • Hoe groot is de groep zzp’ers die niet geheel vrijwillig voor deze status heeft gekozen? Welk deel van de totale groep zzp’ers van 1,35 mln leeft in armoede en is niet in staat zich te verzekeren en belasting te betalen? Dat is niet zo makkelijk te achterhalen.
  • Een flink deel van de zzp’ers doen er klussen bij en/of genieten pensioen (ruim 1/3 van het totale aantal zzp’ers).
  • Een deel van de zzp’ers heeft wellicht de beschikking over een buffer (bijvoorbeeld uit een langdurig eerder vast dienstverband) en vindt het prima om aan de gang te blijven zonder de hoofdprijs te vragen (geen cijfers van bekend).
  • Alles afwegend lijkt het er toch op dat zo’n 15-25% van het totaal aantal zzp’ers te weinig inkomsten genereert om belasting etc te kunnen afdragen (waarbij geen sprake is van andere inkomsten en/of opgebouwd vermogen). (( Ik hoor dat veel zzp’ers zich niet in het verhaal van Hofs herkennen. Dat kan een aantal verklaringen hebben: 1) ze horen niet tot de arme tak, maar tot de succesvolle tak die wél genoeg verdient en/of in volle overtuiging voor deze vorm van ondernemen heeft gekozen (vanuit de cijfers: de meerderheid van de zzp’ers dus), 2) vanwege de mythe van de vrije ondernemer en de bijbehorende blikvernauwing, 3) de analyse van Hofs slaat de plank mis, het zit anders, 4) nog een andere reden die ik zo snel niet kan bedenken. ))

Ik wil me hier niet te veel op de cijfers en de precieze definities werpen (is een aandeel van zeg 25% voldoende om ons sociale stelsel onder druk te zetten? welk deel is vrijwillig en welk deel min of meer gedwongen? welk deel van ‘gedwongen’ zou zonder zzp’schap misschien sowieso aanspraak hebben gemaakt datzelfde sociale stelsel?).

Duidelijk is dat er iets aan de hand is. En dat er sprake is van een boeiende dynamiek. Ik wil het artikel van Yvonne Hofs ‘hervertellen’ in een aantal systeemdiagrammen. Een artikel in woorden is lineair en vlak en laat (vind ik althans) minder makkelijk en minder snel zien waar het om draait. Ik zeg er nog maar eens bij dat zo’n hervertelling niet per se impliceert dat ik het in alle opzichten met Hofs eens ben. Het artikel zelf is (in mijn ogen) niet puur informatief, er is duidelijk sprake van een stellingname (ik zou zeggen dat het verteld is vanuit het perspectief van de gedupeerde zzp’er). Mij maakt dat overigens niet uit: ik vind het een krachtig artikel dat mij aan het denken zet, anders had ik er deze blog niet over geschreven.

Een andere nuancering is dat de systeemdiagrammen hieronder in wezen een economisch model beschrijven. Een model is per definitie een vergaande abstractie van de werkelijkheid. Het accentueert bepaalde zaken en laat andere zaken bewust buiten beschouwing. Zo’n model is dus per definitie niet ‘waar’ (of ‘onwaar’). Mijn enige criterium voor zo’n model-weergave is of het iets toevoegt of iets interessants oplevert (om te beginnen voor mezelf).

De overheid

ScreenShot128De overheid wil graag wegen aanleggen en bruggen bouwen (ik zei al: het is een stilering van de werkelijkheid ..). Daar heb je geld (belastingen) voor nodig. Belastingen kun je pas heffen als er sprake is van inkomsten of van winst. Inkomsten komen voornamelijk van (betaald) werk. Dus hoe krijgen we meer belasting binnen? Zo rond 1975 is de redenering geweest dat je meer geld krijgt als je meer werkgelegenheid creëert. En meer werkgelegenheid krijg je als er meer (of grotere) ondernemingen zijn. Hoe zorgen we voor meer ondernemingen? Door de start van de onderneming fiscaal te stimuleren. Bijvoorbeeld, in dit geval, door iemand die voor zichzelf begint een ‘starterskorting’ of ‘zelfstandigenaftrek’ te geven. Klinkt best logisch. Nu maar hopen dat die starters gaan groeien en dat die weer mensen in dienst gaan nemen ….

De zzp’er of nieuwe zelfstandige

Hoe pakt dat uit bij die nieuwe starter? Er moet vooraf een sluimerend idee zijn als ‘ik wil graag zelfstandig zijn’ of ‘ik ben aan mijn vrijheid gehecht’ of ‘ik wil graag ondernemen’. Dan komt daar ineens die overheid die je een handje wil helpen. In feite is hier sprake van een nieuwe ‘pull-factor’: de overheid stimuleert jou (trekt aan jou) om zelfstandig te worden. Hé, hier krijg ik een fiscaal voordeel, nu kan ik (eindelijk) zelfstandig worden. Vervolgens blijkt (in deze tijden, economische crisis) dat jij niet de enige bent die zelfstandig is geworden. Bovendien ben je niet georganiseerd. Je hebt weinig macht en hebt maar te pikken wat je eventuele opdrachtgever voor je beschikbaar heeft (‘voor jou tien anderen’, je bent niet uniek genoeg).

ScreenShot129Tja, in zo’n situatie van te veel aanbod (van arbeid) dalen de prijzen en in dit geval dus de tarieven. Dat betekent dat je als zzp’er nauwelijks je hoofd boven water kunt houden. Je redt het omdat er sprake is van een fiscaal vriendelijke behandeling. Hoe dan ook ben je niet verzekerd. Misschien heb je geen geld om je te verzekeren, misschien houd je niet van verzekeren (je was immers die stoere ondernemer die ging voor vrijheid en risico) of misschien denk je wel: als het echt fout gaat, klopt ik bij de overheid aan. In het laatste geval is sprake van een perverse prikkel. In het voorlaatste geval (ik houd van risico) is wellicht sprake van het koesteren van de mythe van de zelfstandige ondernemer (zie eerdere blogs).

Hoe dan ook: de overheid slaagt er zo in meer zelfstandige ondernemers te kweken maar die zijn effectief niet in staat te zorgen voor meer belastinginkomsten. Integendeel zelfs: eerst moest er subsidie worden gegeven en nu is er een nieuwe mogelijke aanspraak op een deel van de sociale pot (uitkering).

De loonslaaf

Er is niet alleen een wisselwerking tussen overheid en nieuwe zelfstandige ondernemer. Er is ook een wisselwerking tussen de (oude) vaste werknemer die in dienst is en de (nieuwe) zzp’er. Ik noem hem hier (het artikel volgend) maar ‘de loonslaaf’. De loonslaaf die kiest voor vastigheid en een vaste baan. Die staat garant voor een automatische afdracht van premies en inkomstenbelasting. Verzekering is verplicht immers als je in vaste dienst bent. Dat betekent echter ook dat je (in deze nieuwe situatie van een groeiende groep zzp’ers die aan de poorten rammelen) dat je relatief duur bent. Niet vreemd dat je baas denkt: als die zzp’er goedkoper is en hetzelfde kan, dan wil ik van die vaste werknemer af.

ScreenShot130Nu ontstaat er dus een nieuwe beweging richting het zelfstandig ondernemerschap. Vaste werknemers worden ontslagen en sommige daarvan zullen ‘gewoon’ werkloos blijven (maar wel een uitkering aanvragen). Maar gezien de fiscale tegemoetkoming is het wellicht ook interessant je bij die nieuwe groep zzp’ers aan te sluiten. Min of meer zou je ook kunnen denken: ik moet wel zzp’er worden. De dynamiek hier is dat vaste medewerkers (duur) worden verdrongen door zzp’ers (goedkoop, geen verplichtingen, flexibel). En dat voorheen vaste medewerkers transformeren in gedwongen zzp’er.

De werkgever

Dan hebben we, om het plaatje compleet te maken, nog de werkgever nodig. Dat is natuurlijk bekende kost. Voor een werkgever draait het (in dit model) om de winst. Een vaste werknemer had ooit duidelijke voordelen (veel uren tegen vooraf bepaalde relatief lage prijs afnemen in ruil voor zekerheid) maar zijn er betere opties voorhanden op de markt. Een zzp inhuren betekent veel minder risico want geen werk betekent geen uitbetaling. Ziek? Niet mijn probleem als werkgever. Als de zzp’er verder dezelfde kwaliteit werk biedt dan is de keuze snel gemaakt. Ik bouw mijn vaste voorraad af (ontslaan, afscheid nemen, ‘letting go’ zoals Amerikanen dat mooi zeggen) en breng een steeds grotere flexibele schil aan. Mijn winst gaat omhoog, het risico wordt verlegd van werkgever naar zzp’er, de hap van de werkgever in de totale koek ’toegevoegde waarde’ wordt groter.

ScreenShot131Yvonne Hofs gaat in haar verhaal nog een stap verder. Het lijkt bijna een complot van werkgevers die er belang bij hebben dat deze situatie zo blijft. Het taalgebruik moet verhullend zijn en de mythe van de vrije ondernemer (versus de duffe loonslaaf) moet gekoesterd worden. Het systeem wordt nog weer een slag robuuster als de vrije ondernemer eerst stoer roept dat hij flexibel is en graag risico neemt om daarna uit pure schaamte zijn mond te houden bij tegenvallende resultaten. Het lijkt op de zwerver in Amerika die vanuit de benarde positie in de goot waarin hij ligt zich verontschuldigt voor zijn fouten en het feit dat hij onvoldoende gebruik heeft gemaakt van de kansen die de vrije markt hem heeft geboden. Eigenlijk is deze zwerver al blij dat hij geen boete krijgt voor het feit dat hij in de weg ligt en anderen lastig valt met zijn stank.

Het totale systeem

We kunnen de losse ingrediënten nu bij elkaar zetten. We voegen nog wat versterkende koppelingen toe, en krijgen dan:

 

dynamiek-zzp

Het begint allemaal bij die fiscale voordelen. Op zich goed bedoeld en misschien heeft het jarenlang wél gewerkt. Maar nu bijt het de maatschappij in de eigen staart. Er ontstaat een nieuwe groep ‘armen’ die niet bijdragen aan de belastinginkomsten. En sterker nog: in toenemende mate wél aanspraak maken op die voorzieningen die betaald worden door de kleiner wordende groep ‘loonslaven’. Hierdoor wordt de premiedruk nóg hoger voor de vaste medewerker, het voordeel om een zzp’er in te huren nóg groter, en er ontstaat een explosieve toestand. Het mooie van een systeemoverzicht is dat je laat zien dat ieder voor zich logisch handelt (de werkgever wil meer winst (snap ik), de zzp’er wil meer vrijheid (snap ik), de ‘loonslaaf’ wil vastigheid (snap ik)) maar dat de onderlinge afhankelijkheden een uitkomst genereren waar niemand om heeft gevraagd. Op de werkgever na misschien, die is de lachende derde (maar voor zolang het duurt).

Oplossingen? Er wordt nu geroepen dat de zzp’ers dan maar een minimale vergoeding moeten krijgen (bij wet) zodat verdringing niet meer loont. Ach, als arbeid over de hele linie te duur wordt dan vertrek je toch gewoon naar het buitenland als bedrijf? Dan gooien we de grenzen dicht! Afijn, elke maatregel roept weer een tegenactie op en leidt tot nieuwe ongewenste effecten.

Geen oplossing, maar enkele overwegingen tot slot:

  • Het zijn basale economische wetten die hier aan het werk zijn. Blijkbaar is arbeid (althans een deel daarvan) relatief duur en kan elders meer winst worden gemaakt. Dan zijn wij als aanbieders van arbeid dus te weinig onderscheidend (voor de prijs) en als land zijn we dan niet in staat spullen te maken (met onze mensen) die een voldoende hoge prijs ‘doen’ op de wereldmarkten. We zijn gewend aan een luxe die hoort bij de unieke periode van innovaties en hard werken van 1950 tot ergens 1990? Die tijd is voorbij maar we willen er niet aan dat dat consequenties heeft. Oftewel: de zzp-discussie is een afgeleide van een ander nog veel hardnekkiger probleem.
  • Natuurlijk is dat erg kort door de bocht. Wij hebben met elkaar immers een aantal afspraken gemaakt die geld kosten. Als je elders je arbeid inhuurt dan hoef je je niet aan allerlei afspraken te houden, dus dat is appels met peren vergelijken. Klopt. Maar het water stroomt toch altijd naar het laagste punt.
  • Met name werkgevers zijn er goed in dat laagste punt te zoeken. Vaak roemen we de ondernemers juist om die zoek-kwaliteiten (mythe: dat levert innovatieve producten op, dat zorgt voor meer werkgelegenheid). Maar zolang wij als consumenten verliefd blijven op de goedkoopste producten (zonder te kijken naar hoe en waar het is gemaakt), en als loonslaven gaan voor de hoogste beloning (los van wat voor producten je werkgever maakt), zal het systeem nieuwe onverwachte uitkomsten blijven genereren.

Rudy van Stratum

Broodfonds ‘financiering van onderop’

Broodfonds: wat is het?

Het is een fenomeen van de laatste paar jaar. Het gaat over zelfstandige ondernemers die op zoek zijn naar een verzekering voor inkomensderving bij ziekte en/of arbeidsongeschiktheid. En die de premies die daar op dit moment bij de reguliere verzekeringsmaatschappijen voor worden berekend niet kunnen of willen betalen. De oplossing is dat een relatief kleine groep zelfstandig ondernemers een onderlinge verzekering afspreekt en regelt. Met als uitkomst dat de te betalen premie een stuk lager kan komen te liggen.

Je zou kunnen zeggen dat een broodfonds een vorm van ‘crowd insurance’ is. De crowd (van zelfstandige ondernemers) regelt haar eigen voorziening voor inkomensderving in geval van ziekte en arbeidsongeschiktheid. Qua thematiek past dat bij ‘slimme financiering’ en ik zou het omschrijving als een vorm van ‘financiering van onderaf’ (zie onze beslisboom).

De woorden ‘verzekering’ en ‘premie’, zo wordt mij verteld, mogen hier absoluut niet worden gebruikt. Het gaat niet over een premie maar over een maandelijkse inleg op je eigen rekening. En het gaat niet om een uitkering (in geval van ziekte oid) maar over een schenking. In mijn ogen is dat een juridisch-fiscaal aspect. Ik ben in eerste instantie geïnteresseerd in de economische werking van de constructie. Hoe werkt het in de dagelijkse praktijk? Veel informatie is te vinden op www.broodfonds.nl maar ik ben helemaal bij gepraat door René Albers die sinds kort werkzaam is voor BroodfondsMakers (mogelijke fouten of onjuistheden hieronder blijven natuurlijk voor mijn rekening).

De economie

Je bent dus zelfstandig ondernemer en financieel kwetsbaar in geval van ziekte. Een gewone verzekering regelen is (ga ik even van uit) te duur (afhankelijk van je beroep en bijbehorend risico (ook weer afhankelijk van leeftijd en branche) kan de maandpremie oplopen tot € 500-600 bij een verzekerd jaarinkomen van pak hem beet € 25.000 bruto). Dan kun je dus een broodfonds overwegen. Zou je door met zijn allen maandelijks een bedrag in te leggen elkaar uit de brand kunnen helpen?

Dan moet je dus weten hoe groot de kans is op ziekte. Landelijk ligt het ziektepercentage voor zelfstandigen zo rond de 4%. Het broodfonds neemt voor de calculatie een percentage van 4,5% en gaat daarbij dus aan de veilige kant zitten (op basis van de relatief korte historie van aangesloten zelfstandige ondernemers ligt het feitelijke ziektepercentage iets boven de 1%!). De ‘schenkingsniveaus’ (later meer over de term) die beschikbaar zijn liggen tussen de ondergrens van € 750 per maand en de bovengrens van € 2.500 per maand, oplopend met stappen van € 250. De bijbehorende ‘premie’ of inleg is dus 4,5% van dit bedrag. Dus kies je voor € 2.500 schenking in geval van ziekte dan moet je maandelijks 4,5% van € 2.500 inleggen, oftewel € 112,50.

Mag je zelf kiezen voor welke schenking je gaat? Nee. Het idee is dat je je verzekert alleen voor het hoogst noodzakelijke. Als maat hiervoor geldt wat je maandelijks nodig hebt aan ‘winst + vaste lasten’. Als je dus een paar jaar geen winst hebt gemaakt, kun je je alleen verzekeren voor je vaste lasten. Maar hoe kan ik daar dan van leven? Eehh, …, dat weet ik ook niet, maar blijkbaar kon je dat al die tijd al doen dus de verzekering gaat daar geen verandering in aanbrengen. Anders gezegd: de verzekering wil geen prikkel geven om bij ziekte beter af te zijn dan voorheen.

Er geldt standaard een maand eigen risico, maar een kortere of langere periode is mogelijk. En er is een maximale periode van uitkering schenking, namelijk van 2 jaar per ziektegeval. Voor ziektes langer dan die 2 jaar kun je eventueel aanvullend bijverzekeren via de normale AOV-s. Bovendien blijkt zo’n 97%-99% van de mensen die ziek worden binnen 2 jaar weer beter te zijn (of, klinkt hard, maar is dan gestorven).

Voorbeeld

Het allersimpelste is natuurlijk als je zelf je eigen broodfonds bent. Dat heet een gezonde buffer voor jezelf opbouwen. Gewoon elke maand een bedragje opzij zetten en dan teer je daar op in als je even ziek bent en/of geen inkomen hebt. Maar ja, als het zo simpel was … In de praktijk blijkt een groep van minimaal 20 deelnemers noodzakelijk om goed te kunnen werken. Die deelnemers zitten bij voorkeur bij elkaar in de regio en/of kennen elkaar dus. Wat ook kan is dat de 20+ deelnemers tot een groep gelijkgestemden hoort (een bepaalde beroepsgroep die regelmatig bij elkaar komt maar best landelijk verspreid kan wonen).

Stel voor het simpele rekenen dat er 20 deelnemers zijn die allemaal gaan voor de maandelijkse inleg van € 112,50. Dan komt er elke maand € 2250 binnen. Als er niemand ziek wordt en er zou sprake zijn van een grote pot geld (wat niet het geval is, maar zie later) dan staat er na een jaar € 27.000 op de totale rekening. Stel dat in maand 13 één zelfstandig ondernemer ziek wordt en dus maandelijks een uitkering krijgt van € 2.500. Elke maand gaat er dus € 2.500 uit de pot voor de uitkering/schenking aan de zieke zelfstandig ondernemer. Maar ondertussen blijft er natuurlijk ook gewoon € 2.250 binnen komen elke maand. Per saldo loopt de pot elke maand dus terug met € 250. Na de maximale ziekteperiode van 24 maanden staat er dan nog steeds € 21.000 op de rekening. Niets aan het handje.

Wat als er vanaf maand 13 twee zelfstandige ondernemers tegelijk ziek worden? Dan zakt de pot elke maand met € 2.750 en is de pot na ongeveer 10 maanden, dus binnen 1 jaar, leeg! Ergens slaat het dus om van een gelijkblijvende naar een oplopende of juist aflopende pot. Om het verhaal niet onnodig lang te maken: als je met 22,22 mensen zou starten en je hebt 1 ziektegeval na 1 jaar dan blijft de pot eeuwig durend op € 30.000 hangen. En dat heeft er mee te maken dat 1 / 22,22 precies gelijk is aan 4,5% en dat was het premiepercentage. Belangrijk voor een opgestart Broodfonds is dat ze snel doorgroeien naar 30-40 leden omdat dan de risico’s verkleinen en de draagkracht sterk toeneemt.

Fiscaal / juridisch

Hoe werkt het in de praktijk? Voor iedereen wordt een rekening geopend en een lid stort daar elke maand zijn eigen geld op. Die rekening is en blijft gewoon van jezelf. Als iemand ziekt wordt dan doet elke deelnemer een ‘schenking’ aan de zieke deelnemer. Dus als je ziek wordt en € 2.500 krijgt dan stort elke deelnemer (in geval van 20) € 125 op jouw privé-rekening vanuit die eigen individuele pot. De zieke zelfstandig ondernemer ziet op deze manier elke maand 20 afschriftregels met namen erbij. Omdat het in dit geval over schenkingen gaat van de ene naar de andere persoon, is sprake van fiscale vrijstelling. Het zaakje zit zo in elkaar dat iedereen in principe binnen de regels van de fiscus blijft wat betreft schenkingen. Het opgebouwde vermogen van je eigen rekening (maandelijks inleg minus schenkingen) valt in box 3 (daar betaal je dus jaarlijks belasting over, maar die valt ongeveer weg tegen de rente op de rekening) en de ontvangen schenkingen zijn belastingvrij voor de ontvanger (vandaar netto schenkingen). Daarom hier dus niet ‘premie’ en ‘verzekering’ maar ‘inleg’ en ‘schenking’.

De BroodfondsMakers is een overkoepelende instantie (een coöperatie) die de administratie verzorgt voor € 10 in de maand en een eenmalige vergoeding van € 275 per aangesloten deelnemer van een Broodfonds (die dan, zover ik het begrijp, in de vorm van een vereniging is gegoten. Waarom geen coöperatie? Geen idee. Stijn gaat in een aparte blog nog in op de verschillen tussen coöperaties en verenigingen). De BroodfondsMakers vraagt de individuele rekeningen aan bij een bank waar afspraken mee zijn gemaakt, zorgt voor de automatische incasso’s in geval van ziekte etc.

Andere bijzonderheden?

Er is een maximum gesteld aan de opgebouwde individuele buffer van 36 maanden. Daarna blijf je nog wel inleggen maar krijg je jaarlijks het teveel terug gestort.

Je kunt je ook part-time ziek melden, dan kun je toch nog wat verdienen met je bedrijf. En wie bepaalt dat of je part-time ziek bent? Dat bepaal je in principe zelf. Vertrouwen speelt een grote rol in het netwerk. Daarom is de grootte van de groep cruciaal. Te klein (<20) is kwetsbaar vanuit financieel oogpunt en te groot (>50) is kwetsbaar vanuit de verminderde controleerbaarheid (en te grote anonimiteit).

Kun je zomaar uittreden als je vindt dat er te veel mensen ziek zijn en jij juist niet? Ja, dat kan. Twee maal per jaar kun je toe- en uittreden. ‘Adverse selection’ heet dat in de economische literatuur. De mensen met de meeste kans op ziekte blijven over, einde systeem …

Gaat het wel eens fout? Er is een enkele situatie ontstaan waarin iemand binnen een pas gestarte groep structureel ziek werd en waarbij de kas op dat moment onvoldoende groot was. (De regel is dat er nooit meer uitgekeerd kan worden dan er gespaard is op alle individuele rekeningen van alle leden van het betreffende Broodfonds). Maar zoals gezegd is het feitelijke ziektepercentage van alle aangesloten clubs landelijk rond de 1% dus het kan niet anders dan dat er ‘macro’ een aardige buffer wordt/is opgebouwd.

Wat is het verdienmodel? Volgens mij ligt de kern van het verdienmodel in het verbeterde controle-mechanisme van een kleine groep bekenden. Controle klinkt vervelend, maar het is ook de controle naar jezelf toe. Je meldt je alleen maar ziek als het echt niet anders kan. En je weet dat je je clubleden regelmatig onder de ogen komt. Transparantie is misschien een fraaier woord. Het andere verdienmodel is dat er sprake is van ‘disintermediation’: geen grote organisatie met lease-auto’s, bonussen, glazen gebouwen, je snijdt een onderdeel van de keten weg. Okay, okay, ik snap dat daar ook sprake is van schaalvoordelen, maar blijkbaar zijn die niet overtuigend genoeg meer.

Een ander bijkomend verdienmodel dat René noemde: als je al een verzekering hebt lopen dan kun je vragen daar de eigen risico periode op te hogen naar 24 maanden. Grote kans dat je dan per saldo goedkoper uit bent. De grote verzekeringsmaatschappijen zien daarentegen juist weer een kans in de markt voor > 2 jaar te duiken en daar producten op maat aan te bieden.

Tenslotte lijkt mij een verdienmodel dat de schenkingen hier netto zijn en dat je dus door deze constructie een belastingvoordeel hebt (waar een verzekeringsmaatschappij bij een uitkering belastingen moet inhouden, hoeft dat hier bij netto schenkingen niet).

Rudy van Stratum