In deze reeks tegendenken, nu een echte klassieker. Ik denk dat ik hem voor het eerst tegenkwam in het (ook weer klassieke) boek van Stephen Covey over de ‘7 habits’.
Het gaat om de dingen goed doen versus de goede dingen doen. Hoe vaak maken we in de praktijk niet mee dat we verleid worden tot steeds efficiënter werken (de dingen beter doen)? Maar wat helpt het als de notulen van de vergadering steeds beter worden (minder spelfouten, mooiere en begrijpelijkere taal) als de verkeerde onderwerpen worden besproken (de verkeerde dingen doen)?
Deze week stond een artikel in de Correspondent over oplossingen die een eigen leven gaan leiden en voor nieuwe problemen zorgen. Vasthouden aan niet langer werkende oude oplossingen is een voorbeeld van de verkeerde dingen (blijven) doen. Als we het artikel mogen geloven gaat het hier niet om wat rare incidenten maar om een hardnekkig patroon. We komen later in de reeks ‘systeemdenken’ nog uitgebreider op dit thema terug.
Bijgaande tekening (bronvermelding) geeft deze klassieker fraai weer:
Als we de vertaling maken naar onze beslisboom, dan krijgen we:
(PS slordig dat de onderlinge plekken tussen de diagrammen niet overeenstemmen. Ik vond de tekening helemaal boven pas toen ik deze blog aan het tikken was).
Hoe hip de term ‘nieuwe verdienmodellen’ ook klinkt, vaak komt het toch neer op het toepassen van bovenstaand diagram. De belangrijkste vraag in de beslisboom is of de ingreep een positief rendement heeft. Meestal is dat niet het geval. Dan wordt de vraag: hoe kunnen we het benodigde rendement dan alsnog bereiken?
Dat kan door te zoeken naar meer opbrengsten en naar lagere kosten. Meer opbrengsten is het toevoegen van kwaliteit en daarmee een invullen van ‘de juiste dingen doen’. Minder kosten is het wegstrepen van de niet noodzakelijke activiteiten en daarmee een invulling van ‘de dingen juist doen’ aka ‘efficienter werken’. Tezamen levert dat een beweging in het diagram op van rechtsonder naar linksboven.
Hier een voorbeeld van een concrete toepassing op nieuwe verdienmogelijkheden in het groen.
Rudy van Stratum
Dag Stijn en Rudy,
Ik heb het artikel in de Correspondent ook gelezen en trok de volgende conclusie: De schrijver richt zich op een (te) beperkt spectrum, niets is wat het lijkt. De schrijver heeft, denk ik, gelijk als hij beweert dat het om een hardnekkig patroon gaat. Maar dat wat op het moment als probleem wordt ervaren kan weleens op de lange termijn juist gunstig uitpakken.
Heel concreet, waarom handelen we zoals we dat doen? Even los van het feit of dat nu goed of fout is. Heeft dat niet te maken met onze culturele achtergrond, opvoeding, opleiding en karaktervorming? Net als de politiek inspeelt op lange en korte golfbewegingen doen wij dat (in meer of mindere mate onbewust) ook, denk ik.
De ‘failures’ op de korte termijn hebben vaak een herhaaldelijk karakter, waarom is dat zo, en wat betekend dat voor de lange termijn? Heeft dat niet te maken met het feit dat wij onze bestuurlijke kant (best proven practice) laten prevaleren?
Mooi voorbeeld over iemand die piloot wilde worden, speelde zich af in de tweede wereld oorlog. De beste man was afgeschreven vanwege een loensend oog. Toch was hij vastberaden en bleef aandringen. Toen er een tekort aan piloten ontstond greep hij zijn kans. Zijn docenten zagen geen heil in hem, een volkomen mislukkeling. Toch was er één docent die zijn gevoel volgde en de piloot een kans wilde geven. De fouten stapelde zich op, de docent die hem een kans gaf werd op het matje geroepen.
Wederom benutte de docent de situatie om de piloot een kans te geven en de piloot mocht de lucht in. Maar al snel bleek het helemaal mis te gaan hij hield zich niet aan de gemaakte afspraken. Tot ramp, of zoals later bleek, tot geluk, werden ze aangevallen door een meerderheid van vliegtuigen. En onze eigenwijze piloot liet zijn makkers in de ‘steek’. Hij volgde zijn gevoel en zag als eerste de vijand aankomen en wist deze naar eigen zeggen te onderscheppen, niemand geloofde hem. Tot op het moment dat er een vijandelijk vliegtuig werd gevonden die aan zijn omschrijvingen voldeed. Hij groeide uit tot nationale held.
Wat gebeurde er nu? Door zijn loensend oog had de piloot een andere manier van kijken aangeleerd, hij scande letterlijk zijn omgeving zonder zich te focussen op één punt. Door dit te doen kon hij de vijand eerder zien en was hij in staat een recordaantal vliegtuigen te onderscheppen. Tegenwoordig heet dat Anticiperend kijken, kijken met je gevoel. Dat kijken met je gevoel spreekt me bijzonder aan en sluit mooi aan op de onderstaande schema’s.
Ik zou graag het begrip ‘Bewust afwijken’ willen introduceren. Dit zorgt voor ‘short cuts’ waardoor het leerproces dynamischer wordt. ‘Bewust afwijken’ moet wel vanuit het hart, respect voor de ander en een kritische zelfbeschouwing komen, ander gaat het niet werken, denk ik. Maar ik ben ook erg nieuwsgierig naar de kijk van anderen op deze beschouwing.
Groet,
Thomas Jansen Landschapsarchitectuur
Coöperatie voor gebiedsinnovatie en duurzaam bouwen