In de vorige blog (begin van de reeks) ging het over de nuttige rol die tegendenken kan spelen. Door ’tegen te denken’ onderwerp je je plan aan een kritische test. En daarmee voorkom je onnodige fouten en/of maak je je plan robuuster en beter.
Dat was wat Stijn bedoelde met de ‘opbouwende’ rol die wij met tegendenken beogen. Je kunt ook tegendenken om iemand of iets af te kraken. Dat is soms ook wel verleidelijk, niets menselijks is ons vreemd, maar dat is niet onze insteek.
Positieve intentie?
Toen hadden Stijn en ik een wat verwarrende discussie over de positieve intentie die wij dus hadden met tegendenken. Ho, wacht even, ‘positieve intentie’ is een woord dat al in psychologische kringen wordt gebezigd en daar een andere betekenis heeft.
Even wat dingen op een rijtje. Het gaat over de verschillende betekenissen die je aan het woord positief kunt geven. Ik onderscheid drie verschillende betekenissen:
Positief (1): taalkundig positief geformuleerd
Tegendenken kan alleen als je weet ‘wat de bedoeling is’. Je moet dus helder hebben wat het doel is. Dit sluit naadloos aan op onze beslisboom. Zonder doel kun je onmogelijk vaststellen of iets ‘de goede kant op gaat’. Psychologen hebben nagedacht over hoe je een doel het best kan formuleren. Niet op inhoud, maar op vorm. Het werkt het best als je het doel taalkundig in ‘positieve’ termen verwoord. Je zegt dus beter liever: ‘ik wil graag dun zijn’ dan ‘ik wil niet dik zijn’. Maar iets kan taalkundig correct geformuleerd zijn in termen van het doel maar toch ‘niet positief klinken’. Bijvoorbeeld: ik wil mijn buurman (wél) in elkaar slaan.
Positief (2): een positieve intentie
Als psychologen het hebben over een ‘positieve intentie’ dan vragen ze naar ‘wat het je oplevert’, naar ‘wat het je brengt’. In wezen heeft elke actie (voor het individu) een positieve intentie. Immers: iemand doet iets met een reden, in de overtuiging dat het hem iets oplevert. Ook dit is in onze beslisboom terug te vinden, dat is namelijk wat wij ‘rendement’ noemen. Rendement is de mate waarin een maatregel het doel dichterbij brengt. Als iemand je in de winkel onvriendelijk te woord staat, dan is dat misschien niet jofel, maar de positieve intentie zal misschien zijn: jou (onhandig) duidelijk maken dat ie het te druk heeft. De winkelmedewerker wil (wél) bereiken dat hij zijn andere klanten (wél) vriendelijk kan blijven bedienen.
Positief (3): positief voor het grotere geheel = waardevermeerdering
Maar wat in de volksmond onder ‘positieve intentie’ wordt verstaan is iets als: met de beste bedoelingen van de wereld iets doen, geen schadelijke effecten (willen) veroorzaken. Dat is wat wij met tegendenken beogen: iets beter maken. Om verwarring te voorkomen én om een betere aansluiting te krijgen bij ons onderwerp gebruiken we hiervoor liever de term: waardevermeerdering.
In een plaatje
Een plaatje zegt meer dan 541 woorden. Linksboven: ‘ik wil rust in mijn hoofd’, de juiste formulering en voegt ook waarde toe. Linksonder: ‘ik wil niet gestoord worden’, voegt wel waarde toe (want ik kan mijn werk beter doen) maar is taalkundig niet productief geformuleerd. Rechtsboven: ‘ik wil de buurman slaan’, helemaal correct geformuleerd maar voegt waarschijnlijk geen waarde toe. Rechtsonder: ‘ik wil geen gezeik over geld’, niet correct geformuleerd en voegt waarschijnlijk geen waarde toe.
Rudy van Stratum